RECENSIES 'MARLENE'

OOR Geert Henderickx, 21 maart 1998

Marlene (1998)The Scene leek de afgelopen jaren steeds meer een dood spoor te volgen. Weliswaar probeerde men telkens manmoedig de stijl te verbreden, zoals die met het absolute meesterwerk 'Open' uit 1992 haar beslag had gekregen, maar het bleef uiteindelijk toch bij het weer wat verder uitdiepen van het beproefde procédé. Desalniettemin bood het vorige album, 'Arena', in zijn subtielere aanpak wel degelijk nieuwe perspectieven, ware het niet dat er slechts weinig liedjes wisten te beklijven. Klaarblijkelijk ontbrak het aan de nodige inspiratie, welke de Amsterdamse groep op het cruciale moment terugvond in de persoon van ene Dante Boon. Deze kinderoppas ten huize van voorman Thé Lau bleek een klassiek geschoolde toetsenist met een zwak voor popmuziek, reden waarom men besloot hem in te schakelen bij het schrijven van de strijkersarrangementen voor een 2 Meter Sessie. Bijgevolg mag hij nu zijn officiële debuut maken op het in violen en cello's zwelgende 'Marlene', al klinkt het semi-akoestische geheel beslist niet zo radicaal anders dan men zelf schijnt te geloven. Zo doen het pakkende titelstuk en het geweldige 'Kleine Stille Strijd' hoogst vertrouwd aan, terwijl er eenmaal over de helft ondanks de licht experimentele instrumentatie zelfs een zekere plichtmatigheid optreedt. Daartegenover staan fraai georkestreerde ballades als 'Volle Maan', 'Rivier' en 'Horizon', waarin Lau met zijn mooi verweerde stemgeluid op melancholieke toon de nietigheid van de mens bezingt. Vooral deze verstilde liedjes laten een levensvatbare groep horen, want hoewel men zichzelf inmiddels te oud waant voor de rock & roll, blijkt The Scene kennelijk nog te jong om nu al te sterven.


FRET 1998

Het verhaal mag bekend verondersteld worden. Toetsenman Otto Cooymans ruimde het veld voor Dante Oei. Die laatste kan uitstekend partijen voor strijkers schrijven. Dat heeft ervoor gezorgd dat The Scene niet verder vastgelopen is in haar eigen idioom, want dat gevaar lag na 'Arena' wel erg nadrukkelijk op de loer. Nu moet u bij strijkers niet automatisch denken aan zoete violen, want in de up-tempo nummers hebben die strijkinstrumenten een lekker scherp randje en zorgen ze soms voor boventonen die zelfs het oudere werk van Sonic Youth in herinnering roepen. Dat Thé zangles heeft genomen is goed te horen want hij zingt beter dan ooit en weet zijn stem op een veelzijdige manier te gebruiken. Wat de teksten betreft neemt Lau ook geen genoegen met de middelmaat. Zo worden de gekozen woorden steeds poëtischer. 'Marlene' kent een uitgekiende dosering tussen rustige nummers en pittig rockende songs zodat de aandacht moeiteloos gevangen blijft. Bij doorluistering vallen de sprankelende arrangementen op en gaan de liedjes steeds meer hun eigen leventje leiden. Door de nieuwe aanpak klinkt The Scene Europeser dan ooit en dat is alleen maar een voordeel. Het vijftal is terug en zorgt met 'Marlene' voor een nieuw hoogtepunt in het toch al indrukwekkende repertoire.


MUSIC MINDED Mirco Haarmans, mei 1998

Af en toe kruip ik met mijn oren in de boxen. Zo ook nu. Nog net voor de deadline van Music Minded ontvang ik de nieuwste CD van The Scene, getiteld 'Marlene'. Met deze CD wil Thé Lau terrein heroveren. Na het enorme succes van 'Blauw' en 'Open' zakte de populariteit van The Scene een beetje in. De reden: in Nederland wil iedereen alles uitgelegd krijgen en in België willen ze poëzie. Thé Lau koos voor poëzie. In Nederland een beetje onbegrepen en in België nog steeds op handen gedragen. Vraag: is The Scene nog een rockband en willen ze dat ook zijn? Nee en nee en ja en ja. In sommige nummers wordt nog ouderwets gebeukt, het titelnummer 'Marlene' is zeker één van de hoogtepunten, maar het geluid, zo staat ook vermeld in de bio, is veranderd. Violen, piano's, akoestische gitaren... Zeker, maar het blijft onmiskenbaar het geluid van The Scene. Nieuwe toetsenist, nieuwe arrangementen... Zeker, maar het blijft duidelijk de poëzie van Thé Lau. Deze CD zal voor The Scene een frisse start betekenen. Ze hebben het geluid aangepast aan hun eigen wensen. Hopelijk pikt het Nederlandse publiek het op, The Scene heeft dat zeker verdiend. In België zal Thé opnieuw gelauwerd worden.


KRANTLANTIS 1998

Een jaar of vijf terug was er sprake van duidelijkheid in het Nederlandstalige rockwereldje. De Dijk, Tröckener Kecks en The Scene waren dé drie bands, die kwalitatief, creatief en muzikaal ver boven alle andere groepen binnen dit genre uitstaken. Waar De Dijk altijd al de populairste was, waren de Kecks het meest alternatief en ging The Scene door het leven als de meest poëtische van de drie. Maar de tijden zijn veranderd. Terwijl De Dijk zijn monopoliepositie de laatste jaren alleen maar heeft verstevigd, zijn zowel de Kecks als The Scene het muzikale spoor al enige tijd bijster. De Kecks waren zo onlangs met een nieuwe gitarist in Italië, om daar nieuwe nummers op te nemen. Ook The Scene heeft een bezettingswisseling ondergaan. Toetsenist Otto Cooymans heeft het veld moeten ruimen voor de 24-jarige pianist Dante Oei. En dat is ook het eerste dat opvalt na het beluisteren van 'Marlene'. De Hammondsound, die zo onlosmakelijk met deze band verbonden was, is op deze plaat niet te horen. Ook heeft de elektrische gitaar van zanger Thé Lau plaats moeten maken voor stemmige violen. Neem daarnaast ter kennisgeving aan dat drummer Jeroen Booy op drumles is gegaan, en dat ook Lau zich vocaal heeft laten bijscholen, en ziedaar: de nieuwe sound van The Scene. Op het openingsnummer 'Marlene' komen eerst flamenco-achtige gitaarpartijen langs, terwijl het nummer voortdendert dankzij een bluesy ritme. Dit nummer etaleert het duidelijkst in welke muzikale richting The Scene wil gaan. Niet harder en ruiger, maar muzikaler en meer uitgebalanceerd. Nadat Thé Lau al eerder een aantal solo-optredens in diverse theaters heeft verzorgd, is het een logische stap dat ook The Scene binnen afzienbare tijd alleen vanaf het pluche te aanschouwen is. Het gehele repertoire dat op 'Marlene' te horen is, leent zich daar uitstekend voor.


ALGEMEEN DAGBLAD Robert Haagsma, mei 1998

'Marlene' markeert de breuk van The Scene met haar eigen verleden. Lang combineerde de Amsterdamse groep Nederlandstalige teksten met elementaire rock 'n roll. Die werd op den duur een beetje op de automatische piloot gespeeld, zo bekent de band achteraf. Een geslaagd experiment met strijkers in het tv-programma '2 Meter Sessies' werd het uitgangspunt van deze achtste CD. De muziek maakte zo een geslaagde inhaalmanoeuvre op de teksten van Thé Lau. In de loop der jaren werden die steeds poëtischer, terwijl de gitaren onverstoorbaar doorgromden. De zanger weet als geen ander in het gewone iets bijzonders te zien. Of het nu gaat om het oer-Hollandse landschap ('Horizon'), of een zomerdag ('Zomaar Zonder Reden'). De symboliek wordt soms wat zwaar aangezet ('Rivier'), maar de ruwe ontwapenende zang van Thé Lau relativeert veel. The Scene wil met 'Marlene' terrein herwinnen dat het de laatste tijd verloor aan jonge groepen als De Kast en Van Dik Hout. Dat moet lukken, al incasseerde het inmiddels een kleine teleurstelling. In opdracht van de PvdA schreef The Scene een campagnelied voor de komende verkiezingen. 'Rode Aarde', te vinden op deze CD, werd echter afgekeurd door het partijbureau.


HET NIEUWSBLAD 1998

De rubriekleider muziek had me gewaarschuwd: "Je kan de nieuwe Scene-CD bespreken, maar cijfer jezelf even weg." De brave man weet als geen ander dat ik een Scene-fan ben. "Vreemd", was mijn reactie na een eerste integrale beluistering van 'Marlene', waarop een heus strijkersensemble de gitaren zijn komen vervangen. Eigenlijk doorstonden alleen 'Volle Maan', 'Wondermooi' en 'Rode Aarde' de eerste luisterbeurt. Tot ik besefte dat dat net die nummers waren die ik Lau al diverse keren hoorde spelen tijdens zijn solotournee. Dus maar de knop repeat van de cd-speler ingeduwd, en luisterbeurt na luisterbeurt kwamen nieuwe parels bovendrijven: 'Kleine Stille Strijd', 'Rivier', 'Horizon', 'Wees Welkom'. De fel snijdende gitaren mogen dan wel weg zijn, op veel van de nummers blijven de typisch repetitieve groovy Scene-ritmes duidelijk herkenbaar. Alleen, ze zijn subtieler geworden, slaan je niet plat, maar verleiden je stap voor stap, om je daarna als een drug te verslaven. 'Marlene' is - in tegenstelling tot 'Arena' - dan ook een erg homogene plaat. Alleen 'Zomaar Zonder Reden' en ook een beetje 'Vreemdeling' baden in een heel andere, muzikaal hectische sfeer. En het abrupte 'Intro' van 54 seconden, dat mocht wat ons betreft de afsluiter van Marlene geweest zijn. Een acht toch, ondanks de waarschuwing.


VIA SHELL 1998

In het pré-Borsato tijdperk waren er drie pijlers waarop de Nederlandstalige popmuziek dreef: De Dijk, Tröckener Kecks en The Scene. De groepen bestaan nog steeds en brengen met enige regelmaat albums uit. Blijven de groepen van Huub van der Lubbe en Rick de Leeuw enigszins hetzelfde klinken, Thé Lau is met zijn Scene een nieuwe weg ingeslagen. Het resultaat is te horen op het nieuwe album 'Marlene'. Opvallend verschil met het vroegere Scene-werk is de aanwezigheid van violen. Dat is de invloed van het nieuwe bandlid Dante Oei die een conservatoriumachtergrond heeft. Dit album is opgenomen met het nieuwe SEM/DCD-systeem dat ervoor zorgt dat het geluid nog beter klinkt dan normaal. Wat een bof voor Marlene, maar ze is het waard.


NIEUWE REVU Frans Lomans, april 1998

Thé Lau schreeuwde het op de vorige Scene-CD 'Arena' al uit: 'romantiek, in godsnaam de romantiek'. Dat kregen we nog niet op 'Arena', maar dat krijgen we nu wel in hectoliters over ons uitgestort op de nieuwe Scene-plaat 'Marlene'. Of zoals de baas het zelf zegt: 'Het sleutelwoord van deze plaat is, van begin tot eind, romantiek. Ja, dit is een superromantische plaat'. Het nummer dat misschien wel het duidelijkst maakt waar de nieuwe Scene voor staat is 'Volle Maan'. De elektrische gitaar is ingeruild voor een akoestische, violen verdringen zich alsof het niks kost en Lau tracht echt te zingen (hij heeft zelfs zangles genomen, en volgens mij heeft hij ook Jacques Brel ontdekt: het is melodieus, ingetogen én emotioneel. Leende de vroegere Scene zich toch vooral tot hoekig swingen en harde sex, dit is een avondwandeling, hand in hand, bij - inderdaad - volle maan. 'Open', de CD uit 1992, zal The Scene nooit meer overtreffen. Die constatering klinkt triester dan hij is. 'Open' was namelijk een briljante plaat; verder zou The Scene niet kunnen gaan in zijn oorspronkelijke bedoelingen. Het is goed dat de groep niet krampachtig probeert dat hoogtepunt telkens weer over te doen. 'Arena' was al een voorzichtige zoektocht naar iets anders, een compromis tussen het oude en het nieuwe, zonder dat duidelijk was wat dat nieuwe nu was. Op 'Marlene' slaat The Scene echt een nieuwe richting in. En die eerste schreden op dat nieuwe pad mogen soms nog wat aarzelend zijn, ze zijn in ieder geval erg dapper. Avontuur bestaat weer bij The Scene.


WATT 1998

Aan de release van 'Marlene', het achtste album van The Scene, ging een promotiecampagne vooraf die deed vermoeden dat de Amsterdamse band met iets volledig nieuws zou komen. Maar doorgewinterde fans die verknocht zijn aan het eerdere werk van The Scene hoeven niet te schrikken. Het is waar, 'Marlene' bevat een koerswijziging, maar het geluid van The Scene blijft overeind. Daar valt weinig op aan te merken. De stem van Thé Lau klinkt nog steeds gebroken, bij vlagen irritant, de songs nog altijd krachtig. En dat laatste is misschien nog wel het meest opvallende, omdat de klassieke instrumenten voor een belangrijk deel het geluid op 'Marlene' bepalen. De nieuwe toetsenist Dante Oei is daarvoor verantwoordelijk. Hij schreef de arrangementen voor strijkers, uitgevoerd door het BRT-Orkest, en gaf daarmee het geluid van The Scene een nieuwe impuls. Ze mogen hem er dankbaar voor zijn, want door die koerswijziging heeft de band weer een toekomst, die wel eens in het theater zou kunnen liggen. 'Marlene' is daartoe een aanzet. Of het nu door de verrassende inbreng of door de nummers op zich komt, The Scene blinkt het meest uit in de rustige songs die rijk voorzien zijn van strijkers. Daar creëert de band een sfeer die zich laat beluisteren als het Nederlands landschap. Zonder echte pieken of dalen, maar bijzonder in eenvoud en prachtig in melancholie. Omdat de nummers op twee gedachten hinken, een combinatie van oud ('Kleine Stille Strijd') en nieuw ('De Geest', 'Rivier'), zou 'Marlene' in perspectief nog wel eens een sleutelplaat kunnen zijn; een stap in de richting van de kleinkunst. «


[Media]