THE SCENE BLOGT!

daMUSIC.BE Thé Lau / Emilie Blom van Assendelft, zomer 2007

In het kader van de '2007'-tournee van The Scene vroeg muzieksite daMusic.be Thé Lau en Emilie Blom van Assendelft om afwisselend een column te schrijven op blog.damusic.be. Je kunt de diverse posts hier nalezen.

LOMMEL LEEFT Thé Lau, 13 Juli 2007
Het is een vaststaand feit dat het tijdens festivaloptredens van The Scene nooit regende. In de hoogtijdagen wel te verstaan. Toen het een tijdje minder ging regende het altijd. Ook wanneer het de hele dag droog was gebleven. Wij waren daar heel serieus over. Er mocht in de kleedkamer nooit over het weer worden gesproken. Eén keer was de lucht erg grijs en keken we bezorgd naar buiten. Otto grapte dat we ons geen zorgen hoefden te maken. Hij was amper uitgesproken toen een bliksemflits de hemel doorkliefde, gevolgd door een krakende donderslag. Nog geen minuut later kwam het water met bakken naar beneden.

We waren erg boos op arme Otto. Het kwam overigens goed. De lucht klaarde op en we konden ons optreden spelen, zij het voor een verkleumd en doorweekt publiek. Vaststond dat de barometer van succes onverbiddelijk gekoppeld is aan de barometer van de meteo. Toen de burgemeester zelf onze tourmanager belde met de vraag of we in Lommel niet een half uur eerder konden beginnen beseften we dat het optreden daar de ultieme test zou zijn. Er was vreselijk weer voorspeld, en de vorige dag was het festival hopeloos verregend. Toen we arriveerden was de hemel boven Lommel loodgrijs.

De voorruit van de wagen
is bedruppeld en beslagen
nauwelijks volk nog op het plein
je denkt, zal dit het einde zijn?
bijna voor het is begonnen?
En opeens is daar de zon.

14 JULI Emilie Blom van Assendelft, 17 Juli 2007
Hoewel The Scene pas om 23:15 uur op de Gentse Feesten speelt arriveert de band, met gezinnen, een heleboel bagage (de meesten van ons gaan na het optreden door op vakantie voor twee weken) en flessen champagne, halverwege de middag in Gent. We checken in in het hotel, proosten op Jane (mijn oudste dochter) haar 18e verjaardag en gaan de stad in.

Een kwartier later brult de crew ons lachend iets toe vanuit de vrachtwagen, op de trambaan tegen het verkeer in en ook nog op de verkeerde weghelft naar het St. Baafsplein rijdend. Ze zijn de weg kwijt. De tegemoetkomende stadsbus moet er maar omheen! Het is te vroeg om op te bouwen. We lopen door Gent om de sfeer te proeven en ik krijg van Buffel een ‘Emily The Strange’-button. Thanx!

Om half acht eten we met band, crew, tour- en manager en aanhang in Het Vosje. Maantje, vijfjarig dochtertje van Jeroen, reageert verontwaardigd dat de mensen aan de tafel naast ons Moules Frites eten en wij niet! Na uitgebreide nazit gaan we met de band backstage. We moeten ons gaan voorbereiden op het optreden. Ik praat met Sjors van de Vipers en kijk aan de zijkant van het podium toe hoe de crew sjouwt met onze apparatuur. Dennis tilt moeiteloos met één hand mijn loeizware Ampeg versterker boven zijn hoofd om aan de stagehands te overhandigen. Wat is die man sterk!!

Het plein loopt steeds voller en het geroezemoes voor het podium zwelt aan. De sfeer komt er goed in zowel voor als achter het podium. We staan te trappelen om op te gaan, maar moeten nog een kwartier......... Even wachten met pieken dus!! We spelen de lange festivalset en voor we het door hebben is het weer voorbij!! Het publiek lijkt in het begin wat afwachtend, maar tegen het eind staat het halve plein weer met de handen omhoog luidkeels mee te zingen!! Het regende niet, zoals je wel begrijpt.

We zijn halverwege de tour, maar ik heb er nog lang niet genoeg van! Ondanks ons vijfjarig ‘sabbaticalletje’ zijn we weer één grote familie. Erg fijn om terug te zijn! Na afloop drankjes aan de bar en over het met plastic bierbekertjes bezaaide plein naar de hoek van de straat waar de taxi ons zal ophalen. Leendert besluit om half vier nog naar huis te rijden. De afterparty is bij Jane op de kamer. De verjaardagschampagne moet op!! Het is tenslotte na twaalven en ze is niet meer jarig.

Om tien uur zitten we alweer grappen makend aan de ontbijttafel. Het duurt even om echt op gang te komen, maar een paar uur later zwaai ik de vakantiegangers uit. Ik rij terug naar Amsterdam, want ga volgende week pas weg. Martin (onze tourmanager) en ik spreken af bij de grens waar we mijn basgitaren van zijn auto in de mijne laden. Tot over twee weken!!!

Gisteren kreeg ik een sms van Otto. Hem overkomt voor of na ieder optreden weer iets vreemds: “Hi darlingzz, ik red het niet om naar de Dordogne te komen volgende week. We zijn al onderweg naar huis. Auto = net voor de Franse grens volledig uitgebrand maar we leven gelukkig nog. Jullie een heel goeie vakantie gewenst en kom heel terug. Xx Otto."

THE SCENE OP VAKANTIE Emilie Blom van Assendelft, 6 Augustus 2007
We zijn weer thuis en hebben ons eerste optreden na de vakantie, gisterenavond in Venlo op het Zomerparkfeest, achter de rug. En natuurlijk scheen de zon!

Goed om iedereen heelhuids terug te zien. Otto heeft zijn vakantie thuis doorgebracht met het regelen van verzekeringen. Hij heeft een nieuwe auto gekocht. En een brandblusser. The Scene heeft een tamelijke historie met auto’s en ongelukken, daarover een andere keer, maar Otto staat, met stip, op één na zijn avonturen deze zomer. Bekijk hierboven de vakantiefoto’s van Otto op zijn eerste en tevens laatste vakantiedag.

The heeft zijn vakantie in Frankrijk en de Belgische Ardennen doorgebracht, Leendert aan de Belgische kust en Jeroen, Alan en ik konden het niet laten onze vakantie muziek makend door te brengen. Traditioneel trekken Jeroen, Alan en ik met gezinnen, vrienden, vriendinnen, opa’s en oma’s (en vanaf nu ook brandblussers) elke zomer naar Frankrijk waar we op het Cheddarfield net buiten Camping Les Ormes kamperen. Onder de naam Cheddarheadz (een door Alan verzonnen Schotse vertaling van ‘kaaskoppen') treden we op op Franse campings. Dit jaar was de Cheddartour verkort tot drie optredens, vanwege de volle Scene-agenda, maar dat mocht de pret niet drukken!

Zaterdag speelden we op camping Des Bastides (we aten Moules Frites, maar Maantje was er niet bij), woensdag op Les Ormes (het mengpaneel begaf het een half uur voor het optreden, maar onze Arno slaagde er in met veel technisch vernuft een fabricagefout in de printplaat te traceren en het mengpaneel tijdig te repareren) en vrijdag op camping Le Clou (ik brak voor het eerst in mijn leven op het podium een snaar en had voor het eerst in mijn leven geen reservesnaren bij me, maar alweer wist Arno met een kroonsteentje de E-snaar voor de duur van het optreden te redden). Veel Nederlandse vakantiegangers vroegen zich af waar ze ons toch van herkenden. Van de Cheddarheadz natuurlijk!!

Enfin, er zitten nieuwe snaren op de basgitaar en The Scene is weer op pad. We hebben er zin in! Op zaterdag 11 augustus staan we op Marktrock in Leuven en in het Antwerpse Rivierenhof. Kom dat zien!!

DE KLEEDKAMER Thé Lau, 8 Augustus 2007
Bij betreding van de kleedkamer zie je in een oogopslag of een festival goed georganiseerd is. Ontbreekt bijvoorbeeld de spiegel, dan weet je dat er meer mist of fout zit. Je kunt dat zien als een kettingreactie van slordigheid die aan de top begint en naar onder uitwaaiert. Vorige maand waren we spiegelloos en hoe de crew ook zijn best deed, ik zag aan ze dat er technische problemen waren. Na afloop bleek dat de festivalleiding besloten had een dance PA-bedrijf in te huren, dat geen enkele ervaring had met rockconcerten. De mengtafels waren niet gelabeld en onze technici moesten maar gissen hoe een en ander was aangesloten. Resultaat: we begonnen een kwartier te laat en we eindigden de festiviteiten met ruzie.

Terug naar de kleedkamer. Afgezien van de spiegel is ook van belang of de rider goed is doorgelezen. De rider is de enorme lijst van wat er aanwezig moet zijn aan techniek - maar ook aan hapjes, drankjes, handdoeken en dergelijke. Iedereen kent de verhalen over excessen. Madonna die een kilo M&Ms eist, zonder bruine. Janis Joplin behoefde een neger, met specifieke aanwijzing omtrent de maten van zijn geslacht. Afgezien van de M&Ms en het geslacht is dit alles natuurlijk om te smullen. De realiteit is prozaïscher. Managements checken zo of de riders goed worden gelezen. Wijzelf hebben een baby-rinoceros op de rider. Die is er nooit.

IN HET VERKEER! Emilie Blom van Assendelft, 19 Augustus 2007
Naast verschillende huurbussen en vrachtwagens van de geluidscompany, hebben we ook lange tijd een eigen bandauto gehad, of liever gezegd een aantal. De één ging wat langer mee dan de andere.

Lange tijd reden we met de crew in de vrachtwagen van de Dolly Dots. Er was niet genoeg zitruimte voor de voltallige bezetting, dus moest een van ons op een eetkamerstoel achter de versnellingspook zitten. Omdat het de kleinste zitplaats was (en de meest oncomfortabele) was ik, als kleinste, meestal de dupe. De laatste rit met deze vrachtwagen was naar een optreden in Leuven. Zestig kilometer voor Leuven voelden we de vrachtwagen ineens naar links hellen en Ymie - onze lichttechnicus - kon het stuur niet meer houden. Met drie man trekkend aan het stuur wisten we de vrachtwagen aan de kant van de snelweg te krijgen. Het linkerachterwiel lag drie kilometer terug in de vangrails en de vrachtwagen was onherstelbaar beschadigd. Een takelwagen bracht ons tot aan de voordeur van de concertzaal en het optreden vond gewoon op tijd plaats.

Op de terugweg was er niet genoeg plaats voor iedereen om in een extra gehuurde personenwagen terug te rijden. Een aantal vrijwilligers boden zich aan om achter op de takelwagen in de vrachtwagen naar Amsterdam mee te liften. Ik ook. Lachen, dachten we! Wat we vergaten was dat het winter was, dus koud, en contact met de chauffeur van de takelwagen onmogelijk, dus een plas stop onderweg niet tot de mogelijkheden behoorde. Tot overmaat van ramp besloot de chauffeur over Den Haag terug te rijden om de bijrijder naar huis te brengen. Dit was voor het mobiele telefoon tijdperk. Gelukkig hadden we onze Russische gitaarroadie en dus ook genoeg gezellige drank tegen de kou mee. Maar werden we hierdoor ook gedwongen om regelmatig, dan maar, uit het raam te plassen. Om acht uur ‘s ochtends werden we op het industrieterrein gedropt en mochten we zelf uitzoeken hoe we thuis kwamen.

Jeroen schafte vervolgens een Chevrolet Caprice lijkenwagen aan voor de band. Dat is natuurlijk vragen om problemen. Deze auto was maar een kort leven beschoren want eindigde door aquaplansporen op de Antwerpse ring tegen de vangrail. Smeulend en sissend en twee meter korter. De band kwam er gelukkig met de schrik, wat gekneusde ribben, schrammen en stijve schouders vanaf. De reis van Antwerpen naar Amsterdam werd vervolgd in een taxi, in shocktoestand. Wel met een gevoel van grote opluchting dat we er allemaal nog waren.

De volgende auto werd een zes-deurs Mercedes 300D. Heel cool! We hadden onze eigen limo! Hiervan hebben we er twee gehad. De eerste ging jaren lang mee. We hadden er veel plezier van. Iedereen had zijn eigen vaste plek. Ik zat links achter de bestuurder. Toen wij vorige week door Leuven reden naar het Ladeuzeplein voor een optreden op Marktrock herkende ik ineens de rotonde waar Martin, onze tourmanager, jaren geleden, ineens met verbaasde blik de versnellingspook uit onze eerste Mercedes trok en niet meer kon schakelen. We zijn die nacht maar in een hotel blijven slapen.

Wordt vervolgd!

PARTIR! Thé Lau, 12 September 2007
Met nog vier festivals te gaan maakt zich een zekere weemoed van ons meester. Het is vergelijkbaar met het knagende gevoel dat ik vroeger had als de schoolvakantie ten einde liep. Want laten we wel wezen, vergeleken met reguliere arbeid kun je wat wij doen nauwelijks ‘werk’ noemen. Een paar jaar geleden heb ik in Slovenië een paraglide gemaakt. De zenuwen die je voelt voor je de helling afrent zijn goed te vergelijken met de spanning voor een optreden. Het moment waarop je loskomt lijkt op het spelen van de eerste akkoorden.

Verder is het vliegen geblazen, met de euforie die daarbij hoort. Het enige verschil dat in de lucht een serene stilte heerst, terwijl er op het podium een kabaal van jewelste is. Rockmuziek genaamd. Het geflaneer backstage, de vrolijke slokken wijn, de gezamenlijke maaltijd, de omhelzing met Jacqueline van Krezip, de knipoog van Bart Peeters, zeker, dat alles zal ik missen. Maar het lawaai, het lawaai zal ik het meeste missen. En als ik straks voor de laatste keer mijn gitaar afgeef aan backliner Buffel, zal een ijzige stilte volgen, gepaard gaand met een kater van Olympische omvang.

Tranen zullen rijkelijk vloeien, huilend zullen we elkaar in de armen vallen. Ik moet bekennen dat ik zojuist schromelijk heb overdreven. Daarvoor mijn excuus, maar ik hoop dat het beeld duidelijk is.

Partir, c’est mourir un peu. «


[Media]