MIJN KINDAMUZIK: THÉ LAU

KINDAMUZIK.NET Paul Claasen, 21 juni 2007

KindaMuzik neemt in de rubriek ‘Mijn KindaMuzik’ een kijkje in de platenkast van een muzikant of bekende Nederlander. Deze keer: Thé Lau (1952), muzikant, schrijver, solo-artiest en zanger/gitarist van The Scene. Na een afwezigheid van vijf jaar is deze band terug met een nieuw album ('2007') en een tournee.

De eerste plaat die ik kocht:
“Een EP van The Beatles. Ik kan me van de vier nog twee nummers herinneren: ‘All My Loving’ en ‘Money’. Die laatste is echt een oude favoriet. Ik maak nu gelijk even een aantekening om hem te downloaden van iTunes.”

De beste plaat aller tijden:
“Ik heb niet echt een beste plaat aller tijden, maar van het laatste decennium is dat 'Californication' van de Red Hot Chili Peppers. Die heb ik echt helemaal grijsgedraaid. Van begin tot eind. Meestal haak ik af na nummer zes of zeven, maar deze bleef ik maar draaien.”

De plaat die ik mijn tienerjaren grijsdraaide:
“Een plaat die ik echt heel veel heb gedraaid is 'Satisfaction’ van de Rolling Stones. Ik was verliefd en dit was toen hét nummer. Het lukte niet met die liefde namelijk.“

De muziek die ik nu het meest luister:
“Ik snuffel vaak op iTunes en dan maak ik mijn eigen verzamel-CD’tjes. Dat kan van alles zijn. ‘Handle With Care’ van The Travelling Willburys bijvoorbeeld. De volgende keer is het weer wat anders. Hiphop, folk, salsa.”

De Nederlandstalige plaat die het meest wordt onderschat:
“Ik produceerde vroeger veel voor de Tröckener Kecks. De plaat 'Eén Op Eén Miljoen' vind ik erg onderschat. Hij was keihard. Te hard bevonden voor de radio. Als ik hem nu hoor, is hij nog steeds erg goed. Het is als een geslaagde low-budgetfilm. Het beste nummer? Moeilijk... ’Bleke Jet’ denk ik. Oh ja, ‘Achter Glas’ heet het, voor mij is het altijd ‘Bleke Jet’.”

Een plaat die ik stiekem had willen maken:
“'Californication'. Qua productie, energie, zeggingskracht, alles. Als alles klopt zijn de Red Hot Chili Peppers de beste band ter wereld. Beter dan U2, die ik ook hoog heb zitten. Wat ik trouwens ook mooi vind aan die plaat is dat hij mono is. Heel gedurfd. Net of je nu besluit een film in zwart-wit te gaan maken.”

Mijn favoriete livealbum:
“Dat is 'Stage' van David Bowie. Wel de eerste van de twee. De tweede plaat vind ik een beetje te gekunsteld en, te freaky. Ik ben sowieso dol op liveopnames. Dat geeft een extra dimensie. Op die eerste plaat van David Bowie zijn de nummers verpletterend. Ook in de studio al, maar nu klinken ze zoals het moet.”

Popzaal of theater?
“Dat vind ik moeilijk. Het allerliefst speel ik in de openlucht. Vooral optreden wanneer het daglicht over gaat in kunstlicht is echt uniek. Ik heb een paar favoriete clubs: Paradiso, de Oosterpoort, de AB, het Paard van Troje en ik vergeet er vast een paar. Die tenten verkies ik boven elk theater. Theater is zo anders. Uitdagend, want het is toch een soort tempel van stilte. Je kijkt de hele avond een zwarte ruimte in.”

Muziek uit Nederland of uit België?
“België. Het muziekklimaat is daar veel zuiverder. In Nederland wordt er toch al snel een saus van mainstream over alles heen gegooid. Een band als dEUS krijgt in ons land geen poot aan de grond, maar daar waren ze vorig jaar headliner op Werchter. Ik vind Nederland geen echt muziekland. Je loopt er toch altijd tegen de muur van het gemakkelijke gehoor op. The Scene heeft bijvoorbeeld nooit op Pinkpop gestaan. Tot twee keer toe zijn de zogenaamde ‘servettendeals’ afgeketst. Weet je waarom? We zouden geen goede festivalband zijn. Inmiddels kan ik daar hard om lachen.”

Welke stad is door wie het mooist bezongen?
“Wat een rotvraag. Ik noem er een paar. Eerst dacht ik aan ‘New York, New York’ van Frank Sinatra, maar dat is toch een beetje aan de gladde kant. ‘Paris S'Éveille’ van, ik dacht, Jacques Dutronc vind ik prachtig. Terwijl ik niet eens de hele tekst ken. Ook heel mooi is ‘Il Neige sur Liège’ van Jacques Brel. Als laatste, hoewel het niet over een bepaalde stad gaat, ‘The Passenger’ van Iggy Pop. Dat zou elke stad kunnen zijn.”

John Lennon of Jacques Brel?
“Die staan voor mij op gelijke hoogte. In eigenzinnigheid, in talent. Allebei waren ze rebels. Jacques Brel was eigenlijk een popster avant-la-lettre. John Lennon was meer een activist. Voor beiden geldt natuurlijk bovenal dat ze geweldige teksten en muziek maakten.”

Liever in een band of solo?
“Ik verkeer in de gelukkige positie dat ik allebei kan doen. Ooit stopte ik onder andere met The Scene om alleen te kunnen optreden. Nu vind ik het leuk dat ik weer deel uitmaak van een band. Deze zomer tour ik alleen met The Scene, daarna doe ik weer een soloprogramma. Of er nog een nieuw album komt met de band? Dat hangt er vanaf. Ik heb hoge eisen. Ik weet niet of de tijd en het budget aanwezig zijn om een album te maken dat dezelfde impact heeft als bijvoorbeeld 'Californication'. Voor minder ga ik niet.”

Schrijven of muziek maken?
“Om en om. Schrijven is een goede afleiding voor muziek maken en vice versa. Ik doe het nu al een aantal jaren en schrijven vind ik een heerlijke bezigheid. We hadden het net over solo. Schrijven is echt solo met de hoofdletter ‘S’.”

Het mooiste klankgedicht (zo werd zijn muziek in een recensie ooit omschreven, red.) dat ik ooit hoorde:
“Klankgedicht, dat klinkt Vlaams. Volledig willekeurig kies ik voor ‘I Am the Walrus’ van The Beatles. Dat is puur op klank geschreven. Het danst van lettergreep naar lettergreep.”
«


[Media]