| 
         DE VOLKSKRANT
         (rubr. HET
        NIEUWE SCHAVOT)
        
        P.Onkendonk, J. Schoorl en B.
        Wagendorp, 7 februari 2004 
      
       Schrijver-muzikant
      Thé Lau heeft ook nog verstand van de edele tennissport. In zijn zojuist
      verschenen prozadebuut 'Hemelrijk' presenteert de voormalige zanger van
      The Scene een echte shoot-out tussen twee rivalen in de vorm van een potje
      tennis. Thé Lau, vaste lezer van HNS, blijkt in het echt ook een goeie
      forehand te hebben. 
      "Mijn grootvader Thé Lau was uitbater van een tennisclub in
      Bergen. Die tennisbaan bestaat nog steeds en de kantine is naar mijn opa
      genoemd: het Théhuis. Ik ben opgegroeid met tennis." 
      Aan de beschrijving van
      de tennisscène in het boek valt af te lezen dat de auteur ook een aardig
      balletje kan slaan. 
      "Ja, ik had wel een aardige, harde forehand. Op mijn
      zeventiende kreeg ik een aanbod om in Alkmaar overgangsklasse B te gaan
      spelen. Maar mijn vader vond dat ik in Bergen moest blijven." 
      De hoofdpersoon kijkt
      veel tennis op televisie. En jij? 
      "Zeker. Maar het is tegenwoordig vooral veel meppen. Een
      technicus als McEnroe zie je niet meer." 
      Tennis treedt definitief
      toe tot de Nederlandse literatuur. 
      "Ik ken geen andere boeken waarin tennis voorkomt. Ja,
      Nabokov geloof ik. Maar in het Nederlands zou ik het niet weten." 
      En tegenwoordig nog tijd
      voor een potje tennis? 
      "Al jaren niet meer. Het probleem is dat ik geen goeie
      partner kan vinden. Iemand van mijn eigen niveau, die na het tennissen ook
      een biertje wil drinken." 
      Thé Lau, de directie
      van HNS is er klaar voor. « 
      
       
      [Media] 
       |