| 
         APELDOORNSE
        COURANT Dick Laning, 16
        januari 2003 
      
       Gods
      genade kan hard aankomen. 'Hier is het eind/het eind van het feest',
      zingt Thé Lau. Een paar uur eerder begroef hij een vriend. Lau zingt zijn
      afscheidslied met slepende tred: 'jij was zo mooi, jij was prachtig,
      maar jij/jij hebt je strijd nu gestreden'. Achter de woorden vechten
      de tranen. Thé strijdt even zijn eigen strijd. Pauze. Ademhalen. Waar Lau
      zingt, wordt de ziel geschuurd. Een rauwe romanticus is hij, die de liefde
      laat schrijnen maar in diepe ellende het tederste geluk bewaart. Nee, zoek
      bij deze zanger niet de lichtheid van het bestaan, tast liever naar het
      duister van zijn gemoed. Die verbrokkelde stem, het hypnotiserende ritme
      van zijn woorden, ze laten je deinen op de golven van het zuiverste
      sentiment, terwijl de melancholie nog net kopje onder blijft. Een
      oer-Hollandse schilder is hij in 'Onder Aan De Dijk', bemoedigend in 'De
      Vriendschap', een poëet in 'Rivier' en scherp in 'Rock 'n' Roll': 'rillend
      in stilte het bloed gedrogeerd/hitte en kilte en weer niets geleerd/van
      het ijskoude poeder, half ijzer, half as/dat gloeit op de spiegel en
      glinstert als glas'. Halverwege deze strofe stopt hij: "Ik moet
      opeens zo aan Herman Brood denken, hier in Zwolle. Laat ik dit maar aan
      hem opdragen." 
      'De God Van Nederland' is de
      titel van zijn eerste serieuze solo-CD. Die God van Nederland laat de
      geest graag vrij bewegen, 'maar de greep van zijn strenge hand/houdt de
      stoutste dromen tegen'. Lau laat zich steeds meer horen als dichter,
      die voor het theater gekozen heeft om zijn publiek te laten luisteren, ook
      al moet je soms moeite doen om hem te verstaan. Zijn muzikaal soms wat
      hoekige stijl ondersteunt de zinnen perfect, met Lau zelf op gitaar en
      Jan-Peter Bast op toetsen, die aanvoelt wat de teksten nodig hebben. 
      In het grootse 'Open' zingt
      hij nog 'ik hoor m'n eigen woorden vallen/maar niemand wordt geraakt'.
      Een zin die haaks staat op wat deze 'God' teweeg brengt. Eerder zingt hij 'rigoreus,
      maar altijd uit het hart', en zo is het, al dan niet in Gods genade.
      « 
      
       
      [Media] 
       |