TWIJFELS ZIJN NODIG VOOR THÉ LAU

OOR Jeroen Fidder, 3 oktober 2002

Thé Lau & Band (2002)Aan een roman zegt hij zich na drie pogingen niet meer te zullen wagen, maar dat Thé Lau een veelzijdig artiest is, staat buiten kijf. Zanger/tekstschrijver van de Nederlandstalige rockband The Scene. Maker van het soloalbum 'De God Van Nederland'. En schrijver van de verhalenbundel 'De Sterren Van De Hemel'. "Maar in optreden ben ik het beste." Een optreden geeft Thé Lau zaterdag 5 oktober in Apeldoorn, bijgestaan door Menno Gootjes (gitaar), Rudy Englebert (bas), Jan-Peter Bast (toetsen) en Remco van der Sluis (drums).

Politiek bewust is Thé Lau naar eigen zeggen niet. Maatschappijkritisch dan? Ook dat is maar een moeilijk woord. "Het is wel zo, dat ik met meer aandacht over een probleem ga lezen als ik daarmee direct te maken krijg. Als ik een artikel lees over de WAO, is dat op papier nogal abstract. Op dezelfde abstracte manier nam ik kennis van de problemen in de zorg, tot ik ermee te maken kreeg, vanwege mijn vader en moeder, 92 en 82 jaar. Die wonen nog zelfstandig en daar bleek de zorg niet op te zijn berekend."

Naar maatschappijkritiek is het ook diep graven op zijn solodebuut 'De God Van Nederland', een sober, verstild album waarop hij gelijk een dichter goochelt met woorden en daarmee wonderlijke, beeldende teksten schildert. Teksten die nooit expliciet worden. "Dat is zo gegroeid", legt hij uit. "Als je ergens aan begint, kun je besluiten te vertrekken vanuit berekening of vanuit instinct. Ik koos voor dat laatste. Als ik lees dat ik in recensies word vergeleken met Slauerhoff en Marsman, zegt dat me dat ik de juiste richting heb gekozen. Hoewel ik dat wel weet te relativeren. Veel muziek wordt geschreven vanuit commercieel oogpunt. Maar als je een frase schrijft als ‘het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente‘ - op zich een hartstikke leuk zinnetje hoor - dan ben je voor de rest van je carrière bezoedeld."

Maar wilde hij met The Scene niet ooit de beroemdste rockband van Nederland worden? "Ja. Mijn opdracht, elf jaar geleden, aan mezelf was: hoe kan ik een hit schrijven zonder dat het een snackliedje wordt. Dat was 'Blauw'. Ik was toen echt uit op een hit. Niet uit frustratie. Meer uit vastberadenheid." 'Blauw' luidde in 1990 inderdaad een glorieperiode van The Scene in. Na het gelijknamige album was ook opvolger 'Open' nog toegankelijk, waarna in reactie daarop het donkere 'Avenue De La Scene' uitkwam. "Eigenlijk heb ik te snel gedacht dat ik elke commerciële overweging opzij kon zetten. Dat is gevaarlijk, omdat ik ertoe neig sombere teksten te schrijven. Ik ben van nature namelijk vrij zwaarmoedig. Op 'Marlene', de laatste plaat van The Scene, heb ik evenwicht proberen aan te brengen. Op 'De God Van Nederland' nog meer."

Thé zegt verrast te zijn over de belangstelling van liefst drie platenmaatschappijen voor dat album. "Omdat het slecht gaat met de industrie. Niet omdat ik twijfelde aan mijn werk, want als ik het verstuur, heb ik geen twijfels meer. Daarvóór wel. Het fundament van elk creatief werk is twijfel. Moet daar een punt of een komma. Moet het een korte zin worden, of een lange. Dat is nodig om tot iets goeds te komen." Lau werkt altijd. Tenminste, in zijn hoofd. Daar waren altijd teksten rond. "Van nature ben ik een lui mens. Vergeet vaak teksten op te schrijven. Helemaal als ik net een plaat uit heb, is de noodzaak er niet zo en temper ik het bewust. Ik geloof niet zo in de wijze waarop Elvis Costello werkt: elke week een liedje. Ik maak liever eens in de paar jaar een meesterwerk." «


[Media]