BONKIGE KOPPEN

PLANET.NL Dietmar Terpstra, 25 juni 2002

Thé Lau (2001) | Foto: Alex VanheeNa 23 jaar (!) met The Scene te hebben gespeeld heeft voorman Thé Lau eindelijk zijn droom kunnen bewerkstelligen: een soloalbum. 'De God Van Nederland’ is de opmerkelijke titel, en het is een plaat geworden met elf sfeervolle tracks, die soms dicht tegen The Scene aanleunen, zoals de single 'Speel’. Andere nummers, zoals 'Onder Aan De Dijk’, waarvoor Lau naar Atlanta, Georgia reisde om het met de aldaar woonachtige Sarah Bettens (K’s Choice) op te nemen, ademen een volstrekt eigen sfeer, die je eigenlijk alleen maar bijzonder Nederlands zou kunnen noemen. Komende zaterdag speelt Thé Lau met zijn band, met Jan Peter Bast op toetsen, Rudy Englebert op bas, Menno Gootjes op gitaar en Remco van der Sluis op drums op het prestigieuze Rock Werchter-festival. Music Planet vroeg de Amsterdammer naar het waarom van zijn soloproject.

"Een paar jaar geleden dacht ik ineens: als ik morgen dood neerval ben ik zanger geweest van een Nederlandstalige rockband, vind ik dat genoeg? En ik was in die tijd ook bezig met het schrijven van proza ('De Sterren Van De Hemel', verschenen bij Vassalucci) , dus ik dacht, ik wil graag nog een keer mijn eigen plaat maken, onder mijn eigen vlag, met mijn eigen inzet. Er staat ook een aantal dingen op dat bij The Scene niet gelukt was. Een nummer als 'Waar Mensen Wonen’, is gewoon helemaal om de tekst heen gedrapeerd, het is een enorme lap tekst. Daar waren ze bij The Scene niet gelukkig mee, maar het is gewoon helemaal mijn ding. Zou ook nooit op een Scene-plaat kunnen staan. Er is overigens wel sprake van geweest dat we het met de band zouden doen, maar uiteindelijk zagen we het gewoon niet zitten."

Een verademing was het ontbreken van tijdsdruk voor de Amsterdammer. Sceneplaten moesten altijd in korte tijd worden opgenomen, omdat het budget beperkt was. Nu had hij een studio tot zijn beschikking, waar hij terecht kon wanneer hij wilde. "Ik werkte hard, drie, vier uur per dag, en dan ging ik zitten luisteren. En als iets niet naar mijn zin was deed ik het gewoon overnieuw. Dit is dan ook de eerste plaat geworden waar ik echt tevreden over ben. Er is altijd wel wat. Dat is verder niemand zijn schuld of zo, maar puur door de omstandigheden zijn er altijd wel een of twee nummers die ik als mislukt beschouw. Dat is nu absoluut niet het geval."

De God van Nederland is een strenge patriarch, aldus Thé Lau. "Er zijn heel veel mensen die ervoor zouden kunnen staan, maar ik las laatst een stuk over Jan Blokker die 75 jaar geworden is. Dat is iemand die ik vanwege zijn historische stukken erg waardeer, overigens, maar als ik dan lees dat zo iemand op het neurotische af controleert dat er geen enkele spelfout in zijn kopij mag staan, en hij wil niet met een computer werken. Als hij vervolgens een spelfout ontdekt in zijn getypte velletjes, dan moet het hele geval over. In dat soort dingen herken ik de God van Nederland. Een mierenneukerig type.

Voor het eerst beweegt Thé Lau zich lichtjes op het pad van de folk, met nummers als 'Onder Aan De Dijk', waarop Sarah Bettens een glansrol vervult, en 'De Vriendschap'. "Dat zijn eigenlijk de overblijfselen van mijn oorspronkelijke plan, om een bijna akoestische plaat te maken, met alleen twee gitaren. Maar veel nummers bleven niet overeind. Ik was op een zeker moment erg geïnspireerd door Johnny Cash. En 'Onder Aan De Dijk' vond ik op een gegeven moment iets fado-achtigs hebben, ik heb een moment met de gedachte gespeeld om ook in het Portugees te doen, en dan met Christina Branco. Maar dat zou een te grote stijlbreuk geweest zijn."

Een ander opvallend nummer op de plaat, dat misschien wel de sleutel tot 'De God Van Nederland' vormt, is 'Waar Mensen Wonen’, een haast episch gedicht dat als een speelfilm van Godfrey Reggio het leven op aarde beschrijft, en door zijn dwingende ritmiek bijkans in de melodie geperst lijkt. "Ik begrijp nu waar mensen als Eminem mee te maken hebben. Ik had een lang gedicht, dat nog veel en veel langer was dan zoals het nu op de plaat staat, waar ik ook al een refrein bij had. Het heeft een hoop geschrap en geschaaf en gepuzzel gekost, en toen moest ik het ook nog uit mijn hoofd leren, en dat heeft me wel geleerd dat die Eminem een goed geheugen heeft! Live is het iets anders, ruiger, eigenlijk is het een van de sterkste nummers geworden, ook als ik kijk naar de reacties van mensen."

Het opvallende cover art is van Sylvia Weve, die onder meer als illustratrice werkt voor De Volkskrant en NRC Handelsblad. Het toont een aantal nogal Calvinistisch ogende koppen, waaronder één wel heel sprekend op Freek de Jonge gelijkende. Mankeert er nog aan dat geen van de figuren zijn vingertje vermanend opsteekt. "Ik wilde graag dat ze typisch Nederlandse, een beetje bonkige koppen zou maken. Da’s wel aardig gelukt, niet?" Rest de vraag of na dit soloproject The Scene weer op de podia terugkeert. "Dat weet ik niet. Dit project, en ik wil niet dat mensen dit beschouwen als een tussendoortje, daarvoor is het voor mij te belangrijk, gaat minstens nog anderhalf jaar duren. Dan heeft The Scene drie jaar stil gestaan. Dat is lang…" «


[Media]