THÉ LAU & JAN-PETER BAST- 23-06-2002 - 'GIGANT', APELDOORN
ZWARE KOST VAN THÉ LAU

APELDOORNSE COURANT Bastiaan Mokkink, 24 juni 2002

Thé Lau (2002) | Foto: Paul Levitton"Het is altijd maar afwachten in wat voor staat ik verkeer bij middagoptredens", zei de frontman van The Scene, Thé Lau, gistermiddag bij de aftrap van zijn solo-optreden in het kader van de programmaserie Plato‘s Muziekcafé in de foyer van 'Gigant'. Gelukkig komt hij solo altijd beter uit de verf dan alle elektrisch versterkte concerten, dus kon er eigenlijk weinig mis gaan.

Bij vakgenoten Huub van der Lubbe (De Dijk) en Rick de Leeuw (ex-Tröckener Kecks) bleken solo-uitstapjes na een langdurig frontmanschap ook al verfrissend voor het publiek en henzelf. Lau gaat er in 2003 na een paar theater-uitprobeersels in voorgaande jaren nu eens echt werk van maken. Bovendien is het een handige manoeuvre om af te rekenen met het feesttentenimago, waarvoor Lau‘s poëzie eigenlijk te geëngageerd is. Niet voor niets is de melancholicus in België al uitgeroepen tot beste tekstdichter van de Lage Landen.

Gezien de korte termijn-boeking en het T-shirtvriendelijke weer zat de 'Gigant' behoorlijk gevuld. Lau bracht een dwarsdoorsnede van de vorige maand verschenen solo-CD ‘De God Van Nederland‘, aangevuld met een enkel oudje. Vergeleken met het instrumentaal vrij rechttoe rechtaan gespeelde bandmateriaal met The Scene levert hij hierop intrigerende en kwetsbare miniatuurtjes. Gistermiddag werd hij ondersteund door toetsenman Jan-Peter Bast (ex-City To City en voormalig Het Goede Doel-reünist). Vergeleken met de meer klassieke muziekachtige stijl van voorganger Dante Oei, is hij veel begeleidender en goddank niet zo overheersend. Hierdoor kwamen de teksten van de meest literaire van alle nederrockgoden beter uit de verf.

Zware kost voor een typische terrasjes-zondagmiddag, maar voor wie wilde kauwen, smaakte het. De eigenzinnige, dikwijls vanaf de barkruk ontstane zelfkant-achtige teksten waren nu tenminste verstaanbaar, ondanks de neuzelig-monotone klank van zijn stem. Dit wordt muzikaal gebroken met originele akkoordvondsten en een dynamiek waarvan menig singer/songwriter nog iets kan opsteken. Het best kwam dit tot uitdrukking in de uitgerekte versie van de hit ‘Iedereen Is Van De Wereld‘, waarbij de refreinen overigens geheel werden overgelaten aan het gewillige publiek. Spijtig was alleen dat de zojuist genoemde akkoordvondsten een aantal keren oneindig repetitief werden ingezet in nummers. Een paar maal wonnen de composities aan kracht als een blik digitale strijkers werd opengetrokken. Al met al vormde het een aardig repetitie-uurtje voor als hij volgende week met de hele band op het Werchter-festival staat. «


[Media]