IK WILDE IETS VOOR MEZELF ZONDER CONCESSIES TE HOEVEN DOEN

OOR Marcel Haerkens, 1 juni 2002

Thé Lau (2002) | Foto: Mieke MeesenThé Lau, boegbeeld van The Scene en één van Nederlands beste tekstdichters, was altijd al een laatbloeier. Bijna vijftig, inmiddels, maar nog lang niet uitgeblust. Het nieuwe album, 'De God Van Nederland', markeert het begin van zijn solocarrière.

"Wat vind je er zelf van?", vraagt Thé Lau en kijkt me verwachtingsvol aan. "Mijn vorige platenmaatschappij zag de nieuwe songs niet zitten, maar ik had er een dringende behoefte aan om dit te doen. Daarom heb ik niet getwijfeld om alleen verder te gaan. 'De God Van Nederland' is erg belangrijk voor me. Een nieuwe fase in mijn leven."

In het najaar van 2001 begint Thé in eigen beheer aan de opnamen. Zonder verwachtingen te koesteren stuurt hij de ruwe mixen naar een aantal maatschappijen. Tot zijn grote verbazing volgen drie harde aanbiedingen. Sony gaat uiteindelijk met de eer strijken. Aanvankelijk zou 'De God Van Nederland' weer een akoestisch album worden, zoals de live-registratie die hij enkele jaren geleden in beperkte oplage uitbracht. "Maar", zegt hij met een brede grijns, "het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan. Sommige stukken klinken gewoon beter in een elektrische bezetting en ook live wil ik weer eens stevig rocken." Het gevolg is dat 'De God Van Nederland' het beste van twee werelden in zich heeft; de elektrische drive van een rockband en de verstilde intimiteit van een akoestische setting. Ook zijn met die vertrouwde rauwe stem gezongen teksten torenen nog steeds met kop en schouders uit boven die van de gemiddelde Nederlandstalige band. De balans is perfect.

Op het hoesje zien we Thé omringd door een aantal markante portretten. Copyright Sylvia Weve. "Ik had haar gevraagd om een stel calvinistische koppen te tekenen. Waarom? Omdat de God van Nederland een calvinist is. Daar heb ik een heel duidelijk beeld van. Een rechtlijnige, stijve purist. Een ongelikte beer. De man die leeft in een melancholieke wereld, maar zich tegelijkertijd schikt naar onze mopper- en veel te ver doorgevoerde regeltjescultuur. Een paar dagen later heb ik Sylvia gebeld en gevraagd of het een beetje lukte. 'Wat heet', zei ze. 'Dit is de leukste opdracht die ik ooit heb gehad.' Ze heeft zich helemaal kunnen uitleven."

Het calvinisme ligt dan ook stevig verankerd in onze volksaard. Hoe diep, dat had Thé zelf ook niet kunnen vermoeden. Iemand van de platenmaatschappij wees hem op de novelle 'Dichtertje' van Nescio. "Meteen bij het lezen van de eerste zin viel ik uit mijn stoel van verbazing. 'Tweemaal schudde de God van Nederland zijn eerbiedwaardige hoofd...' In dat verhaal staan nauwgezet die aspecten van de nuchtere Nederlandse cultuur beschreven waar ik me ook heel ongemakkelijk bij voel. Het is een verbijsterende ervaring dat iemand honderd jaar geleden precies hetzelfde gevoel met dezelfde woorden geformuleerd heeft als ik in de titelsong van mijn plaat doe." De gelijkenis tussen Nescio's God, die eigenlijk niet van dichters hield, en Thé's schepping is inderdaad frappant:

'de God van Nederland
laat de geest graag vrij bewegen
maar de greep van zijn strenge hand
houdt de stoutste dromen tegen'

Op 'De God Van Nederland' geeft Thé een nieuwe dimensie aan de kunst om gecompliceerde emoties te vangen in pakkende liedjes en trefzekere zinnen. Dat de wereld die hij schetst niet de vrolijkste is beseft hij ook wel. Maar dat is nu eenmaal inherent aan de tijdsgeest. "De laatste jaren probeer ik de somberheid die ik ervaar te bestrijden met een lied. Daarbij hou ik wel in het oog dat er voldoende tegenwicht is. Een luchtigere melodie, een relativerende knipoog, een woord van berusting of hoop. Je probeert het een beetje in perspectief te plaatsen. Van belang is dat je niet ontspoort in je verdriet. Dan schiet je je doel voorbij. Het verliest de louterende werking en wordt naargeestig of deprimerend om naar te luisteren."

Als voorbeeld noemt hij het nummer 'Onder Aan De Dijk'. "Ik was eens voor een TV-optreden in Volendam. Een benefiet vanwege de nieuwjaarsramp. We waren aan het repeteren en ondertussen werden videobeelden van de slachtoffers op een groot scherm geprojecteerd. Dat was verschrikkelijk. Na afloop ben ik verdwaasd terug naar Amsterdam gereden. Je vraagt je af waarom zoiets vreselijks kan gebeuren. Ik kreeg die beelden niet meer uit mijn kop. Een nachtmerrie. Vlak daarna heb ik voor het eerst meegemaakt dat ik bijna niet in staat was om op te treden. Dan moet ik daar iets over schrijven en daar is 'Onder Aan De Dijk' uit voortgekomen."

Dat het bewuste nummer een duet moest worden stond voor hem van meet af aan vast. "Aanvankelijk hoorde ik er iets Portugees in en dacht aan een fado-zangeres. Half Nederlands, half Portugees, dat leek me wel wat. Ik had Fernando Lameirinhas (in Amsterdam wonende liedjesschrijver/zanger van Portugese afkomst) al benaderd voor de vertaling. Maar toen bleek dat de plaat toch anders zou worden dan ik aanvankelijk had gedacht, heb ik dat idee laten varen. Vervolgens ben ik bij Sony gaan informeren wie zij onder contract hadden. Veel buitenlandse bands natuurlijk. En toen viel de naam K's Choice. Prijs. Een duet met Sarah Bettens zag ik meteen zitten. Die bleek echter net een rustperiode te hebben ingelast. Per koerier heb ik een tape van de CD bij haar ouderlijk huis laten bezorgen. Anderhalve week later kreeg ik een telefoontje van haar. Ze was gecharmeerd van de plaat en wilde wel een dagje vrijmaken. Alleen was ik even vergeten dat ze in Amerika woont. Twee dagen later zat ik in het vliegtuig naar de Oprphan Studio in Atlanta. Een heel gedoe voor een nummer, maar het heeft de moeite geloond. Ik had al stilletjes gehoopt dat onze stemmen mooi zouden kleuren, maar het resultaat pakte eigenlijk nog beter uit dan ik had gedacht. Dit soort dingen had ik met The Scene nooit kunnen doen."

Het hoge woord is eruit: The Scene. "Ik begin er zelf maar over", zegt Thé gelaten. "Jij gaat me er straks toch gegarandeerd naar vragen. Ik wordt dit jaar vijftig. Hoeveel CD's zou ik ooit nog maken, denk je dan. Straks staat er alleen maar een rij platen van The Scene in mijn kast. Ik vind dat ik meer, of in elk geval nog andere dingen in mijn mars heb. Ik wilde iets voor mezelf zonder concessies te hoeven doen en een soloplaat is dan de meest voor de hand liggende optie. Twee jaar geleden heb ik het de rest van de band voorgelegd en er werd heel begripvol op gereageerd. Het ging de laatste jaren sowieso niet meer zo best. Ons publiek was flink ingekrompen en daar had ik best moeite mee."

"Toen gebeurde er iets vreemds. We zouden afgelopen zomer spelen op een festival in Venlo. Bij aankomst belandden we midden in een noodweer, maar tien minuten voor het optreden brak de zon door. De publieksreactie was overweldigend. Duizenden mensen gingen door het lint. Zo'n ontvangst hadden we zes jaar lang niet meer meegemaakt. Ik ben niet bijgelovig, maar alle volgende concerten gebeurde hetzelfde. Het gerucht deed de ronde dat The Scene weer helemaal terug was. En ondertussen was ik bezig met mijn 'God Van Nederland'. De schoen begon te wringen. Ik had het gevoel dat ik moest stoppen en heb de band mijn plaat aangeboden. Maar toen begon het gebakkelei. Discussies over die song zus en die songtekst zo en allerlei andere dingen die anders moesten. Laat maar, heb ik gezegd. We zijn een band met veel ervaring en dan zou je onderhand moeten weten dat een plaat alleen maar kans van slagen heeft als iedereen er voor honderd procent achter staat. Als je al twijfelt voor je eraan begint, kun je het maar beter vergeten. In principe is The Scene nog niet opgeheven, maar om haar weer echt tot leven te wekken zal dus heel wat moeten gebeuren. Tot het zover is sleutel ik fijn verder aan mijn solocarrière." «


[Media]