THÉ LAU BEGINT EEN NIEUW HOOFDSTUK IN ZIJN CARRIÈRE

HAAGSCHE COURANT Hans Piët, januari 2001

Thé Lau (2001)'De Sterren Van De Hemel', concert van Thé Lau. Met: Thé Lau (zang, gitaar), Jan Peter Bast (toetsen), André Voebel (bas) en Kenrick Gunther (percussie). Gehoord: donderdag 18 januari, Theater 'Diligentia', Den Haag.

Dat literatuur en Den Haag onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, is meer geschiedenis dan werkelijkheid. Natuurlijk heeft de Residentie een aantal grote schrijvers voortgebracht, maar als poëzie op het programma staat, hebben de theaters de grootste moeite om uit te verkopen, zoals onlangs weer eens bleek bij het optreden van Huub van der Lubbe. In het geval Thé Lau is dat helaas niet anders. Hij zag gisteravond een halfvolle zaal tegenover zich en dat was vooral jammer voor degenen die er niet waren. Tegelijkertijd moet een compliment worden uitgedeeld aan, in dit geval, 'Diligentia' dat onverstoorbaar doorgaat met het programmeren van deze toch bijzondere vorm van theater.

Thé Lau solo biedt namelijk een heel andere vorm van liedkunst dan hij als zanger van The Scene op de planken brengt. Door het indammen van die muzikale kracht ontstaat er namelijk een mooie, breekbare intimiteit, die dankzij zijn rauwe stemgeluid veel aan charme wint. Wie een vergelijking wil, zou Lau’s solo-escapade kunnen omschrijven als Nederlandse rap. En dat is een pluspunt omdat daarmee meer de nadruk komt te liggen op de vaak poëtische teksten die hij schrijft. Dat Thé Lau, onlangs drie ingetogen maar tevens expressief musicerende begeleiders de concurrentie met de (rock)muziek niet aan hoeft te gaan, betekent onder meer dat de zanger-gitarist wat meer ballades kan laten horen. Bovendien kan hij zich nadrukkelijker etaleren als gitarist. En die vaardigheid blijkt voor een prachtige muzikale kleuring te zorgen.

Grappig is dat zijn nieuwste programma ‘De Sterren Van De Hemel’ behoorlijk aanleunt tegen de rap, hoewel hij daar een bluesy invulling aan geeft. Niet alleen omdat zijn poëzie uit het leven is gegrepen, maar tevens omdat hij gebruik maakt van een heel ritmisch klankdecor. Zozeer zelfs, dat het vrijwel onmogelijk is om er in alle rust en stilte naar te luisteren. Want, voor het publiek echt door heeft wat er gebeurt, zit het te swingen op zijn stoel. Een groot aandeel daarin hebben de nieuwe rekruten, bassist André Voebel en percussionist Kenrick Gunter, hoewel laatstgenoemde met wat meer fantasie zijn trommels en andere instrumenten zou kunnen inzetten. De voorstelling, die heel sober is ingekleurd, wint echter aan dynamiek en krijgt, mede door het toetsenspel van Jan Peter Bast (op piano en synthesizer), een passende sentimentaliteit. En het zorgt ervoor dat het materiaal van The Scene als 'Iedereen Is Van De Wereld' aan kracht wint. Uit het nieuwe werk valt op te maken, dat Thé Lau - hoewel bezig aan zijn jaarlijkse winterstop - met een nieuw hoofdstuk uit zijn carrière bezig is, namelijk die van (muzikale) woordkunstenaar. «


[Media]