AVVL MAGAZINE Mei 2000 
         Thé Lau (1952) speelt al twintig
        jaar in de eredivisie van de 'Nederpop'. Hij maakte begin
        jaren zeventig een vliegende start als gitarist van
        Neerlands Hoop Express, het rockcabaret van Freek de
        Jonge en Bram Vermeulen. Halverwege de jaren tachtig brak
        hij als zanger én tekstschrijver van The Scene
        definitief door met nu al klassieke nummers als 'Blauw'
        en 'Open'. Dit voorjaar maakte hij een verrassend debuut
        als schrijver, met de verhalenbundel 'De Sterren Van De
        Hemel'. 
        Een verregende ochtend in
        Amsterdam. We ontmoeten de zanger met het doorleefde
        stemgeluid in zijn stamcafé 'De Noorderster', dat we in
        zijn boek nauwelijks verhuld als café 'Het Zuiderkruis'
        aantreffen. Het overrompelende succes van de bundel wordt
        in het café met trots gedeeld. De verhalenbundel snijdt
        dezelfde grote thema's aan die we uit zijn liedjes
        kennen, in trefzeker vertelde kleine geschiedenissen,
        over het café waar we nu zitten, over een scheepsarts,
        die nadat hij zijn vrouw verloren heeft, met zijn zoon op
        reis gaat. Over zijn eigen vader, die in het verzet heeft
        gezeten. "Mijn vader", zegt de zanger peinzend,
        terwijl hij een shaggie opsteekt, "was een echte
        held." In het verhaal 'Kruis Van Verdienste', denkt
        een oudere man terug aan zijn vrienden uit het verleden,
        terwijl hij wordt geridderd voor zijn verzetsdaden. In
        een hilarische scène volgen we de vrienden, gehuld in
        grijze Wehrmachtuniformen, op hun tocht in een gestolen
        brandweerauto om een munitie-opslagplaats leeg te halen.
        Ze worden aangehouden, maar ontsnappen door de
        Hitlergroet vanuit de met wapens volgeladen auto te laten
        schallen. In dit verhaal herkennen we iets van de vader
        die optreedt in het lied 'Wild En Luidruchtig': 'vader,
        vader, wat was je vaak dronken of weg / nog zie ik de
        tafel, een vader die eet en niets zegt / ik zit nu aan
        tafel en denk aan je komende dood / en ik ben nu groot,
        maar jouw zwijgen houdt mij nog steeds recht'. 
        MUZIEK ALS
        LEVENSVERVULLING 
        "Het lijkt me niet gemakkelijk",
        antwoordt de zanger aarzelend op onze vraag of hij zich
        zou kunnen voorstellen dat hij dit lied op de uitvaart
        van zijn vader (die nog gezond en wel is) ten gehore zou
        brengen. "Er zijn natuurlijk een paar nummers die
        vaak op uitvaarten worden gedraaid, zoals 'Het Werk Van
        God', dat zelfs in de uitvaart-toptien staat." Er is
        een prachtige uitvoering van 'Het Werk Van God, met
        strijkers en blazers, die op de '2 Meter Sessie'-CD
        staat, die in 1997 op het Varagram-label verscheen.
        Eigenlijk is het moeilijk te zeggen waar de tekst nu
        precies over gaat; er is een vermoeden, een kerk, een
        ziekenhuis? 'En ik kijk naar het werk van God / en de
        gaten die het slaat / en de zonverlichte lege plek / die
        je achter laat'. Een lied dat hoopvol en tegelijk
        verdrietig klinkt. "Er is nog een lied, 'Feest', dat
        veel gebruikt wordt. Het feest als symbool van het leven.
        Ook daarvan heb ik meegemaakt dat het gedraaid werd op
        een uitvaart waar ik zelf aanwezig was. Het is nogal een
        test, of zo'n nummer overeind blijft, of het niet
        ontmaskerd wordt. Dat ik die nummers ben gaan schrijven,
        komt ook omdat er op een gegeven moment in mijn leven
        zoveel mensen om me heen overleden. Het begon echt onder
        mijn huid te zitten. Ik voelde me een uitvaart-veteraan,
        wist ook precies waar de moeilijke momenten zitten, de
        rondgang om de kist. Overigens was de platenmaatschappij
        daar helemaal niet blij mee. Lichte kost verkoopt veel
        makkelijker. Maar ik voelde dat ik er iets mee moest doen." 
        OP GROTE FESTIVALS
        IS THE SCENE EEN GRAAG GEZIENE GAST 
        "In de wintermaanden heeft Thé Lau met een
        eigen programma langs de theaters getourd, maar nu de
        zomer voor de deur staat komen de festivals er weer aan,
        waar The Scene een graag geziene gast is. En dat vindt
        Lau heerlijk, na drie maanden van voornamelijk de rustige
        nummers in een intieme omgeving, weer met de hele band in
        een energieke set voor een enorme, uitzinnige massa te
        staan en dan bij voorkeur in de openlucht. "Bij
        zonsondergang, daar komt zo'n ongelooflijke energie vrij."
        Toch kun je je voorstellen dat de alweer bijna
        vijftigjarige popartiest er een keer genoeg van krijgt.
        Lau verklaart: "Bij ons is nooit sprake geweest van
        een rock 'n roll-imago, ik neem geen pose aan. En ik ga
        natuurlijk heel zorgvuldig met mijn nummers om. Een
        nummer als 'Blauw' zullen we wel altijd blijven spelen.
        Ik heb me er bij neergelegd, dat iedereen daar wel altijd
        om zal blijven vragen, maar ik kan, zodra de eerste tonen
        weerklinken, nog altijd dezelfde opwinding voelen als
        toen we het nummer voor het eerst speelden. En wat
        daarbij komt, we playbacken nooit. Zo hou je een
        nummer zuiver, door de jaren heen. Dat nummer is
        geschreven na een periode dat het met de band allemaal
        moeizaam ging en dat heeft ons zoveel gegeven, daar hou
        je een speciale band mee. Ik heb toen doelbewust een
        poging gedaan om een hit te schrijven, en dat is gelukt.
        Dat nummer hoort bij mij." 
        GOD MET EEN
        HOOFDLETTER 
        Toch heeft The Scene de afgelopen jaren veel aan
        persoonlijkheid gewonnen. Waar op eerdere albums de
        opwinding van 'Blauw', 'Open' of 'Iedereen Is Van De
        Wereld' centraal stond, zijn de latere albums gevuld met
        een afgewogen mix aan veel persoonlijker nummers, naast
        het echte popwerk. Veel van die liedjes gaan over de
        grote dingen van het leven, over liefde, over dood, over
        je eigen houding in het leven. En telkens keert er het
        beeld van een God in terug. Lau: "Teksten schrijven
        is begonnen als iets waar de muziek nu eenmaal om vroeg.
        En daar probeer je je dan in te ontwikkelen, grenzen te
        verleggen. Ik ben niet echt gelovig. Ik weet ook niet of
        je God nu met een hoofdletter of een kleine letter moet
        schrijven. Dat gaat op het gevoel. Voor mij is God meer
        een principe, meer een idee dan een persoonlijkheid. Je
        zou God ook kunnen vervangen door de oerknal, of door de
        fantastische ideeën uit de wetenschap, wormgaten,
        snaarvormige trillingen in de microkosmos. In de bundel
        'De Sterren Van De Hemel' staan in het lange slotverhaal
        'Stella' twee brieven aan Stephen Hawking, de
        natuurkundige en science-fictionschrijver, die zulke
        geheimzinnige werelden voor mij heeft ontsloten.
        Overlijden, doodgaan, dat komt me niet als iets
        definitiefs voor. Ik denk dat je geest wel ergens blijft
        zweven: er is plek zat in de ruimte, dat heeft de
        wetenschap wel aangetoond." 
        WEES NIET BANG,
        WEES GERUST 
        Hoewel hij de gedachte aan de dood zoveel
        mogelijk probeert te vermijden, is Thé Lau niet bang
        voor de dood. 'Wij zijn meer bang van de liefde dan
        we bang zijn van de dood', zingt hij in 'Bruid' op
        de CD 'Arena'. "Alleen het verlies van een kind, een
        nichtje van me, daar kon ik helemaal niets moois aan
        ontdekken, dat is zo onrechtvaardig." Thé Lau kijkt
        een moment zwijgend naar buiten, waar het weer iets lijkt
        op te klaren en vervolgt dan: "Volwassenen, grote
        mensen, als die moeten gaan, dan moeten ze gaan, dan is
        het tijd, dat is niet alleen maar verdrietig.
        Uiteindelijk wordt je bevrijd van het leven, dat niet
        alleen maar feest, maar ook een flinke opgave is. Al is
        het heel gemakkelijk een begrafenis te bederven. Ik was
        eens op een begrafenis waar na afloop enorm veel wodka
        werd geschonken. Dat vond ik verschrikkelijk. Toen stond
        iedereen binnen de kortste keren in allerlei hoekjes met
        elkaar te smoezen, dat werkte niet. Voor mezelf zeg ik:
        kopje koffie, glaasje bier of wijn, dat is genoeg."
        Hij glimlacht bij de gedachte aan zijn eigen uitvaart:
        "Ik heb over m'n eigen uitvaart geen uitgesproken
        ideeën, voorlopig. Het lijkt me niet aan mij, om daar
        van alles mee te willen. Je bent er zelf immers niet bij.
        Laat de nabestaanden dat maar invullen, zoals zij dat
        willen. Ik hoef niet over mijn graf heen te regeren. Maar
        als je me vraagt wat veel indruk op me heeft gemaakt, dan
        moet ik denken aan een uitvaart zoals ik ooit in New
        Orleans, in de Verenigde Staten, zag. Prachtig, een lange
        stoet die dansend en zingend door de straten gaat, ja."
        « 
         
        [Media] 
         |