HET NIEUWSBLAD (B) Luc de Vos, april 2000 
         'De Sterren Van De Hemel', zo heet het
        prozadebuut van Thé Lau, voorman, zanger, gitarist en
        componist van de Nederlandse popgroep The Scene. De
        songschrijver van klassiekers als 'Blauw' en 'Iedereen Is
        Van De Wereld' verrast door zijn manier van vertellen.
        Geheimzinnig, tastend, zoekend, ritmisch voelend, maar
        steeds intrigerend betrekt Thé Lau de lezer in zijn
        wereld van eenlingen: mensen die buiten de boot, de groep
        of het gesprek vallen. Redacteur én fan Rudy Tollenaere
        vroeg Luc de Vos, voorman, zanger, gitarist en componist
        van de Vlaamse popgroep Gorki, en eveneens schrijver van
        verhalen, 'De Sterren Van De Hemel' te lezen en er zijn
        collega-muzikant-schrijver over te interviewen. De Vos en
        Lau ontmoetten elkaar in het Amsterdamse café
        'Noorderster', tapperij en vreterij, op loopafstand van
        Lau's woning. Voor wat een gesprek van meer dan een uur
        zou worden. Artiesten onder elkaar. 
        LUC DE VOS LAAFT
        ZICH AAN STELLA 
        In Amsterdam zit ik samen met Thé Lau in het
        kleine café aan de haven. Vooral over dat ene verhaal,
        'Stella', heb ik allerlei vragen in mijn hoofd. Het
        verhaal 'Stella' begon mij na tien bladzijden naar het
        hoofd te stijgen en het spookt nu al nachtenlang door
        mijn dromen. Waarom drinkt de man uit het verhaal een kop
        koffie op het terras van brasserie Saint-Amour? Waarom
        heet de boekenwinkel 'Nemesis'? Wat betekent de zin 'Het
        had de eeuw van Stella moeten zijn'? Wat is het kloppend
        hart van God? 'In alle vrouwenstemmen zoek ik de stem van
        mijn moeder', zegt de man. Maar hij vraagt ook: 'Wie is
        God?'. 'God is dat wat u in vrouwen zoekt', luidt het
        antwoord. Dus God is de vrouw en de moeder! Maar de
        geliefde sterft, dus God en de liefde zijn dood of zo,
        denk ik dan. Mensenlief, wat een vragen allemaal! Ik
        bedoel maar: jonge, mooie, intelligente mensen zoals ik
        hebben daar wat aan, aan dit soort verhalen. Naar mijn
        mening gaat 'Stella' over de liefde. Het verhaal wordt
        deels verteld door een jonge vrouw die gestorven is en
        als een engel door het luchtruim zweeft. Het gaat dus ook
        over God, de hemel en het heelal. Typisch Hollands,
        eigenlijk. Maar ik merk op die middag dat Thé Lau daar
        niet veel zin in heeft, om het allemaal te verklaren. Hij
        heeft gelijk natuurlijk. Toch even een poging. Ik kom
        meteen keihard wetenschappelijk-filosofisch uit de hoek. 
        Wat heb je met
        Stephen Hawking? Ben je al dan niet op zoek naar God in
        het heelal? En hoe zitten de wereld en God in mekaar? 'Uw
        heelal lijkt zo eenzaam, een vuurwerk zonder toeschouwers.
        Je wenst dat niemand toe', zegt de hoofdpersoon. 
        "Ik denk dat God veel met het heelal
        te maken heeft, ik geloof zelfs dat hij het heelal zelf
        is. Ik heb een beetje dat religieuze dat volgens mij
        alleen maar mensen hebben die niet kerkelijk opgevoed
        zijn. Hier in Nederland zie je dat altijd weer, hoe
        strenger ze zijn opgevoed, in één of andere leer, hoe
        atheïstischer ze worden. Ikzelf ben niet religieus van
        huis uit. Ik heb drie keer zondagsschool gekregen, ik
        bedoel drie lessen. En dan vertellen ze wat anekdotes uit
        de bijbel. Ik had er na die drie keer al genoeg van, het
        was namelijk op zondagochtend. Dat is een goeie methode
        om kinderen en mensen de kerk uit te jagen. Als ze dat
        nou in de plaats van wiskunde hadden gedaan op school,
        dan had het misschien aangetikt." 
        De mensen
        verwachten van jou rock 'n' roll verhalen à la Herman
        Brood of Bart Chabot en dan krijg je dit. Het is echt
        wel, mag ik het zeggen, een literair boek. 
        "Je krijgt inderdaad de voorspelbare
        reacties en vragen. Wat moet die zanger nou, schrijven!
        En natuurlijk de vraag: is dit nu moeilijker dan het
        schrijven van een songtekst. Ik heb er wel even mijn
        hoofd moeten bij houden. Maar vaak had ik ook het gevoel
        dat de dingen die ik schreef eigenlijk al bestonden. Dat
        ik ze alleen maar hoefde op te sporen. Dat het voor de
        hand lag, eigenlijk. En dat het zichzelf wel leek te
        schrijven." 
        Het verhaal
        'Stella' heeft mij het meest aangegrepen. Het gaat over
        de dood van een geliefde en wellicht wat God en eventueel
        de heelalkundige Stephen Hawking daarmee te maken hebben. 
        "De man in het verhaal leest in de
        krant toevallig het overlijdensbericht van zijn eerste en
        ook eeuwige geliefde. Dat heb ik enigszins uit het
        werkelijke leven gehaald. Ik heb de jongste tien jaar een
        aantal begrafenissen meegemaakt waardoor ik de tic heb
        gekregen om in de krant dus eerst de voorpagina te lezen
        en dan het buitenlands nieuws, dan de sport en daarna de
        overlijdensadvertenties. En toen viel mijn oog op een
        goeie dag op Liesbeth die-en-die, geboortedatum 1952,
        gestorven dan-en-dan en ik dacht: hoeveel mensen hebben
        die naam? Dat kan er maar één zijn, en ik kreeg even
        een klap. Dit was het eerste meisje waar ik verliefd op
        was geweest! En voor ik het wist zat ik inderdaad ook
        manisch rond te bellen, van: is het inderdaad ook echt?
        Ik vroeg met trouwens tegelijk ook af waarom. Ik had die
        vrouw echt nooit meer gezien. De laatste keer dat ik haar
        zag was ze twintig of zo, en daarna nooit meer, en toch
        was het alsof het me persoonlijk trof. Ik had het
        allemaal over de jaren heen ook enorm geïdealiseerd en
        gedacht van: dat kan toch niet waar zijn, dat het mooiste
        meisje van het dorp, van de wijde omgeving, misschien wel
        van het hele land, dat die dan zo'n rotziekte krijgt. Ik
        hoorde ook dat ze als een kasplantje op het laatste
        helemaal verzorgd moest worden en er helemaal niks van
        over was. Wellicht laat ik daarom de man in het verhaal
        in die brief aan Hawking vragen stellen over het heelal
        en God en de liefde en dat soort dingen. Maar in het
        heelal is er natuurlijk geen sprake van moraal, van
        rechtvaardigheid of van goed en kwaad. Het wordt allemaal
        gewoon vermorzeld of het ontsnapt even en wordt
        vervolgens alsnog vermorzeld." 
        Hoe ben je aan
        dit boek begonnen? 
        "Het eerste verhaal dat ik maakte was
        'Jazz' en dat had voor mij de bevrediging dat het iets
        was wat ik nooit met songteksten doe. Het is één orgie
        van krachttermen, maar zo wordt hier ook gesproken, in
        Amsterdam. Ik vond het op de één of andere manier zo'n
        perverse kick om al die woorden die ik altijd ingehouden
        heb zo keihard op het papier te gooien. En wat ik jou
        eigenlijk wilde vragen, Luc, heb jij enige voeling met
        die opmerkingen die die Amsterdammers maken en hun
        taalgebruik? Daar ben ik wel even nieuwsgierig naar, want
        als ik bijvoorbeeld 'Het Verdriet Van België' lees, denk
        ik dat ik de dialogen alleen maar een beetje begrijp
        omdat ik zo vaak in België ben geweest en dat ze zich
        ook verklanken als ik ze lees. Ik hóór die mensen dat
        zeggen." 
        We werden in
        de jaren zestig en zeventig in Vlaanderen wel overweldigd
        door allerlei Nederlandse toestanden. De hitparadecultuur
        van Radio Veronica bijvoorbeeld, of de Berend Boudewijn-quiz.
        Dat was als het ware puur Hollands kolonialisme. Ik denk,
        een groot aantal Belgen kunnen zich dit soort Amsterdamse
        branietaaltje makkelijk auditief inbeelden. Wij kennen in
        België ook Johnny Jordaan en Tante Leen. 
        "Nou, ik vroeg me dat af want ik wilde
        een keer het verhaal uit het boek van de clown in
        Antwerpen voorlezen. Dat is een verhaal dat speelt in de
        streek hier boven Amsterdam, een beetje een achterlijk
        gebied, de punt van Noord-Holland, te vergelijken met de
        Westhoek bij jullie. En ik had aan iemand van het
        management gevraagd: kan ik dat wel doen? Met als
        antwoord: ja, dat snappen ze wel. Maar toen ik het deed
        kreeg ik nul reactie. Ken jij trouwens het typisch
        Amsterdamse fenomeen de dol? Dat ze beginnen te dollen,
        maar het heet ook een dol als het gebeurt. Het lijkt een
        beetje op wat ze in Brussel zwanzen noemen, maar dan
        harder. Mensen bijna levensgevaarlijk op de korrel nemen.
        En dat gaat dan steeds verder en als je niet goed
        reageert dan kan je echt vermorzeld worden, dan word je
        in reepjes gesneden." 
        Lekker dollen
        dus! Vind jij Nederland trouwens een lollig land? Het
        verhaal 'Stella' speelt zich voor een deel af in Parijs.
        Misschien is Frankrijk pas écht een land, het mythische
        zuiden of zo, en Nederland daarentegen meer een
        ondergelopen polder? 
        "Van alle Nederlandstalige bands die
        in België gespeeld hebben, heb ik altijd het gevoel
        gehad dat wij het meest omarmd zijn en dat die aandacht,
        omdat ik er vaak alleen was voor interviews en
        dergelijke, dat die aandacht ook vooral mij gold. En er
        is me altijd de vraag gesteld waarom ik dacht dat dat was
        en langzamerhand is er bij mij wel het gevoel gaan leven
        dat naarmate ik zuidelijker kom, hoe meer ik me begin
        thuis te voelen. Ik loop in Nederland, mijn eigen land,
        nu en dan rond met een soort gevoel van druk. Eén druk
        is bijvoorbeeld: als je wilt spelen dan moet je er geld
        mee verdienen. Als je er geld mee wil verdienen dan moet
        je zorgen dat je opvalt in de media. En als je in
        Nederland wil opvallen in de media, dan gaat dat meestal
        op basis van het feit dat je, zal ik maar zeggen, gewoon
        een hele grote bek hebt. Ik heb ook wel eens geprobeerd
        om mezelf een hele grote bek aan te meten, en dat was
        telkens een pijnlijke mislukking. Zo ben ik ten enen male
        niet. Dat is bijvoorbeeld iets waardoor ik me wel eens
        niet echt thuis voel hier. Als je in Nederland in een
        televisieprogramma komt en dan niet binnen de twee
        minuten iets controversieels zegt, dan ben je al een
        saaie gast. Die kerel die vragen we niet meer, hoor je ze
        denken." 
        Dat vinden wij
        als Belgen natuurlijk typisch Nederlands, de grote bek.
        Ik probeer voortdurend Nederlandse mensen te ontdekken
        die niet aan dat cliché beantwoorden. Maar er zit een
        vorm van waarheid in. 
        "Het grappige daarvan is dan weer dat
        het net datgene is wat wij de Duitsers verwijten. Er
        komen bijvoorbeeld vijf Duitsers een café binnengestormd
        en binnen tien minuten beginnen ze zich het café toe te
        eigenen. Het is met dit soort dingen natuurlijk altijd zo
        dat de mensen met de grootste mond het meest in het oog
        lopen. Mijn vader die had een tennispark aan de kust waar
        het des zomers wemelde van de Duitsers en dan had je daar
        inderdaad een deel brulboeien bij. Maar er waren ook een
        heleboel beschaafde Duitsers, zelfs met een heel subtiele
        humor die misschien wel zó subtiel was dat wij hem niet
        helemaal begrepen." « 
         
        [Media] 
         |