HAARLEMS DAGBLAD Richard Stekelenburg, februari 2000 
         De
        liedjesschrijver met het nuchtere voorkomen graaft in
        zijn songs de diepst menselijke zielenroerselen op.
        Liedjes over het leven en de dood en liedjes over tranen
        van berouw al dan niet vanwege alcohol vergoten. In het
        theater legt Thé Lau, zanger van de Amsterdamse
        rockgroep The Scene, zijn laatste maskers af voor een
        naakte confrontatie in het spotlicht. Rock meets Jacques
        Brel ten overstaan van een gapend zwart gat van
        toehoorders. Die avond, tijdens zijn concert in
        Amersfoort, verontschuldigt Thé Lau zich voor de
        belichting van het podium. In de eeuwenoude Sint
        Aegtenkapel ontbreekt het theatrale spotlicht. Twee
        eenvoudige lampenkapjes verlichten de zanger en zijn
        begeleider, de Haarlemse toetsenist Dante Oei. Thé:
        "Dat is voor u misschien een beetje jammer, maar ik
        moet u zeggen dat ik het zelf niet zo heel erg vind. Nu
        zie ik eindelijk eens wie er in de zaal zitten. Normaal
        zie ik alleen maar een groot zwart gat." 
        De intensiteit is er -
        licht of geen licht - niet minder om. Nummers als 'Kleine
        Stille Strijd', 'Alcohol En Tranen' en 'Rivier' zijn
        composities die hun kracht allang hebben bewezen in hun
        rockuitvoering van The Scene. Zoektochten naar de
        essentie van het menselijk bestaan zijn het - vallend en
        overeind krabbelend. Nu, in de sobere vorm die Thé Lau
        tijdens de driemaandelijkse winterstop van de band
        verkiest, krijgen ze nóg meer lading. Maar vooral:
        directheid. De vertolking wordt - en deze typering is
        geleend maar wel zo treffend - onontkoombaar. "Bij
        een rockoptreden met de band gaat het om de kortste weg
        naar de opwinding, dit vereist een andere concentratie",
        legt de zanger uit. "Een rockconcert kun je niet te
        vaak stilleggen voor een rustig nummer. Dan krijg je na
        afloop onherroepelijk te horen dat het saai was. In deze
        tour kan ik al mijn darlings spelen. Ook al
        omdat het optreden toch al veel minder leunt op de
        bekendste nummers van The Scene. Ik doe er nu twee, maar
        ik kan ze ook weglaten. Het is de wereld op zijn kop." 
        Het theater geeft de
        zanger sinds kort bovendien de ruimte om zijn verhalen
        voor te dragen. Thé Lau als verhalenverteller? Zeker.
        Bij uitgeverij Vassallucci verschijnt volgende maand zijn
        prozadebuut 'De Sterren Van De Hemel', een verhalenbundel
        waaruit hij ook in Amersfoort voorleest: 'Toen we
        echt dichtbij gekomen waren, werd mijn blik plotseling
        vastgezogen aan het badpak van de moeder van mijn
        vriendinnetje. Mijn ogen beten zich vast in het kruis van
        haar badpak, van waaruit aan weerszijden kroezige haren
        ontsnapten die over het begin van haar dijen krulden.
        (...) Ze was zich niet bewust van mijn starende blik, en
        zeker ook niet van het ontsnappende schaamhaar. Het woord
        had ik nooit gehoord, laat staan dat ik het begrepen had.
        Maar ik was een kleuter met een missie. Toen voelde ik
        het al: ik moest iets ontdekken'. Thé: "Dat
        schrijven begon heel vrijblijvend. Om gewoon te kijken
        hoe het werkte: gewoon ergens gaan zitten en schrijven.
        Op vakantie was dat geloof ik, 's avonds op een terras.
        Uit verveling eigenlijk. En hoe dat nu zo tot een boek is
        gekomen... Ik had een aanbieding liggen van twee
        uitgeverijen voor tekstbundels van liedjes. Maar dat vond
        ik eigenlijk niet zo'n goed idee. Die teksten staan ook
        in de CD-boekjes. Dus toen ben ik er gedichten en
        tekeningen bij gaan doen. En twee korte verhalen.
        Vassalucci reageerde de volgende dag met een contract
        voor een verhalenbundel." 
        HUMOR 
        De prozaverhalen laten in ieder geval één kant
        van de schrijver zien die we niet eerder zagen: de
        humorvolle. "In liedjes kan ik dat niet kwijt",
        zegt hij. "Dan wordt het flauw. Ik ken ook maar één
        iemand die dat wel kan: John Lennon. En misschien Randy
        Newman. Al heeft Newman dat aspect voor mij een beetje
        verknald door tijdens een concert zijn wellicht leukste
        nummer, 'You Can Leave Your Hat On', te ontkrachten met
        de woorden: 'Toen ik het schreef leek het heel erg
        grappig, maar nu ik wat ouder geworden ben neem ik het
        met de dag serieuzer'. Weg humor." Dat concert van
        Newman, een paar jaar geleden in het Concertgebouw van
        Haarlem was overigens wel de aanleiding van Thé's eigen
        solo-programma in het theater. "Puur omdat ik hem
        twee keer een uur in zijn eentje zag optreden en me dat
        geen seconde verveelde. Toen vroeg ik me af of ik dat ook
        kon. En nu weet ik: niet twee keer een uur en niet in
        mijn eentje. Wel twee keer drie kwartier samen met een
        goede toetsenist. 
        MARLENE 
        Zijn succesvolle solo-uitstapje doet inmiddels
        wel de vraag klinken hoe het met The Scene verder zal
        gaan. Het lijkt wat stil geworden sinds het verschijnen
        twee jaar geleden van de alom geprezen CD 'Marlene', een
        plaat waarop de band de geslaagde symbiose tussen het
        vertrouwde rockidioom en de weemoedige chanson vond. De
        plaat flopte - qua verkoopcijfers dan. De band treedt
        sindsdien minder op dan voorheen en er zijn geen
        geruchten over een nieuw album. Bestaat de band, die in
        de jaren tachtig samen met De Dijk en Tröckener Kecks
        een stevige basis van de Nederlandse rock vormde, nog
        wel? Thé Lau kent de vraag en onderbreekt de steller
        ervan nog voor hij 'm uitgesproken heeft. "The Scene
        bestaat nog. Zij het in de luwte. We doen minder
        optredens dan voorheen, maar nog altijd pakweg dertig per
        seizoen. Er zijn ook optredens die we niet meer doen,
        omdat we die niet meer willen doen. In de feesttenten -
        daar heb ik geen zin meer in. Waar we wel altijd spelen
        is op festivals, op de Uitmarkt bijvoorbeeld. The Scene
        bestaat nog en zal blijven bestaan." 
        "We hebben een
        moeilijke tijd gehad na 'Marlene'. Inderdaad, iedereen
        vond die plaat goed. We hadden nog nooit zoveel lovende
        kritieken gehad. Toch hielp het niet. De fusie van onze
        platenmaatschappij is daar zeker debet aan geweest. Toen
        die plaat zo'n beetje af was begonnen de geruchten te
        circuleren dat de platenmaatschappij waar hij zou
        uitkomen verkocht zou worden en dat er ontslagen zouden
        vallen. Dan krijg je te maken met een ploeg mensen die
        voor je moeten werken, doodsbang zijn en alleen nog bij
        Marco Borsato gezien willen worden - het succesvolle
        paradepaardje - en verder nergens anders. Met andere
        woorden: er is aan promotie niets gedaan." Het
        debacle van 'Marlene' heeft binnen de band voor een
        enorme kater gezorgd, erkent Thé Lau. Verwijten over en
        weer. Lange gezichten. Thé: "Het is net een
        huwelijk. De ruzies kunnen eenzelfde onredelijkheid
        aannemen. Maar daar zijn we goed uit tevoorschijn gekomen.
        Wat me stoorde was dat de Volkskrant - die nog nooit een
        plaat van ons gerecenseerd heeft en bijna nooit een
        optreden beschreven - plotseling met het bericht kwam dat
        The Scene uit elkaar was. Heel irritant." 
        OPPASCENTRALE 
        Zijn theateruitstapje blijft dus beperkt tot de
        wintermaanden. "Ik zit wel met de vraag of ik ook
        nummers zal schrijven puur voor mijn optredens met Dante",
        zegt Thé. "Daar ben ik nog niet uit. Hoe dan ook,
        als ik een liedje schrijf zal het in het hart toch rock
        'n' roll zijn. Ik ben geen Harry Bannink. Dante Oei is de
        beste toetsenist met wie ik ooit heb gewerkt. Ik heb 'm
        via de oppascentrale. Echt, hij was mijn oppas. Per
        toeval ontdekte ik dat hij ook muziek speelde. Omdat hij
        een keer een hele CD-bak van mij leeggehaald had, kwam ik
        op het idee om hem te vragen of 'ie misschien in muziek
        geïnteresseerd was. Ik heb in hem nu ook iemand gevonden
        die echt kan arrangeren. We hebben met The Scene twee
        jaar geleden met het Residentie Orkest gespeeld in het
        Haagse Zuiderpark, waarvoor hij de nummers opnieuw
        gearrangeerd heeft. Dante heeft me weer laten zien dat
        muziek meer is dan alleen maar een hammondorgel, twee
        gitaren, een drum en een bas. Maar goed, toen zat ik wel
        zonder oppas. Ik heb wel een afspraak met hem dat als ik
        nog eens een gouden plaat lever, dat hij nog eens
        symbolisch bij me komt oppassen." « 
         
        [Media] 
         |