PERSBIO 'MARLENE'

MERCURY RECORDS April 1998

The Scene (1998)Lang geleden is door toedoen van een onwillige huishoudster, die niet met d'r baas wilde mee verhuizen naar Amsterdam, Hilversum de merkwaardige standplaats van de Nederlandse omroep geworden. Ongeveer op gelijke wijze is de muzikale toekomst van The Scene bepaald door ogenschijnlijk net zo'n buitenstaander. De intrede van fijnbesnaarde strijkers in het voorheen zo grofkorrelige, groovy groepsgeluid is het gevolg van een uiterst bereidwillige kinderoppas ten huize van opper-Scene-narioschijver Thé Lau.

Wat horen we daar op 'Marlene', de nieuwe, achtste CD van The Scene? "Ons geluid is nu duidelijk minder robuust. We zijn subtieler geworden", vindt ook Lau zelf die zijn elektrische gitaar aan de wilgen heeft gehangen ten gunste van een akoestische. Aanwijsbaar 'hoofdschuldige' voor deze nieuwe muzikale koers is het kersverse bandlid Dante Oei. "Die jongen heeft ervoor gestudeerd. Hij schrijft de strijkersarrangementen. Ik kende hem van de oppascentrale. Hij zat op het conservatorium en verdiende op die manier wat bij", zegt Lau met een grijns van oor tot oor. "Als ik dan 's nachts thuiskwam dan lag de hele vloer van mijn huiskamer vol met CD's en bladmuziek. Bleken we ook nog eens onze muzieksmaak te delen, van Lou Reed en John Cale tot Tom Waits."

Laat deze bizarre muzikale ontmoeting met de werking van een creatief schokeffect nu net plaatsvinden in de periode dat de programmamaker Jan Douwe Kroeske (VARA/NPS/Studio Brussel) The Scene voor een derde keer gevraagd had voor een 2 Meter Sessie, deze keer voor de NPS-televisie (ook verkrijgbaar als een volledige CD). "Ik was al een tijdje druk doende om het nummer 'Slapen, Dromen, Zweten' aan te passen voor die sessie, die we zoveel mogelijk akoestisch wilden gaan houden", legt Lau uit. "Toen heb ik Dante gevraagd of hij ook schreef voor strijkers. Nou, dat bleek het geval te wezen. Ook voor het nummer 'Het Werk Van God' is hij aan de slag gegaan. Daar is de samenwerking begonnen. De hele band heeft toen een soort omslag gemaakt. Allemaal wilden we iets omgooien en gewoonweg beter worden."

Op het vorige album 'Arena' wilden ze eigenlijk al strijkers integreren in hun muziek, maar dat was een beetje aan de begrotelijke kant. Lau: "Die 2 Meter Sessie smaakte naar meer. Ineens was er veel meer ruimte voor mijn stem. Ik zie het ook niet als mijn levenstaak om elektrische gitaar te spelen." Lau is vervolgens zangles gaan nemen bij Ans Koomen, dochter van wijlen de legendarische sportverslaggever Theo. Tja, soulzanger Bobby Womack heeft het zelf ooit hardop gezegd in een interview: vanaf je vijfenveertigste breken de beste jaren aan van een zanger. Van Thé Lau, die zelf niet bekend is met dit gegeven, staat ons dus nog een hoop moois te wachten in de komende jaren.

"We werden steeds meer een rock-showorkest", blikt Lau terug met gemengde gevoelens. "Je begint na verloop van tijd toch een beetje op de automatische piloot te staan, terwijl tachtig procent van je publiek alleen maar bezig is met bier drinken. Het begon ons als band een beetje de keel uit te hangen dat we alleen maar harder werden, niet beter. Een rockband is per definitie vals. Dat betekent nu ook weer niet dat je klinisch moet gaan klinken. Maar in één klap veranderde alles. Drummer Jeroen Booy ging zelfs drumles nemen. Hij wilde niet aldoor dezelfde ritmepatroontjes slaan. Je wilt toch vooruit, ik ook. Dat heeft niks met midlifecrisis te maken. Maar voor mij is het een vaststaand feit: ik kan alles een beetje, maar niks écht goed, dus werk ik daaraan." Bescheidenheid siert de mens, dus ook de artiest.

Lonkt de geheel vernieuwde Scene nu ineens naar het lucratieve theatercircuit met zijn pluchen zetels? Helemaal niet, maar Lau sluit niets uit. "Wij moeten overal kunnen spelen. Maar voor het theater moet je een bepaalde concentratie kunnen opbrengen. Bij ons was er altijd wel eentje die zijn hoofd er niet bij kon houden."

Bij de live-optredens zullen de violen wegens de hoge kosten wel uit een doosje moeten komen. Dat is aan Dante wel toevertrouwd. Eind juni zal er, aan de vooravond van het jaarlijkse Parkpop-festival in Den Haag, een speciaal optreden plaatsvinden van The Scene met het Residentie Orkest. Op de CD speelt het strijkkwartet van het BRT Orkest dat meermalen 'gedubbeld' is totdat er laagje voor laagje een heus orkestgeluid ontstond. Het hele album is overigens opgenomen in de Brusselse 'Jet Studio', die gebouwd is tijdens de Tweede Wereldoorlog en die ooit eigendom was van de zwierige chansonnier Adamo.

België, altijd maar weer België. De naam van dat land valt altijd in gesprekken met en over The Scene. De Amsterdammers zijn dan ook wereldberoemd bij onze zuiderburen, die veel meer gevoel hebben voor Lau's lyriek dan wij, stelletje broodnuchtere kaaskoppen. In de Vlaamse radio- en televisiegids HUMO is er ooit een goede verklaring voor gegeven: "De Belgen willen poëzie. De Hollanders willen alles uitgelegd krijgen." Een waarheid als een Hollandse bonte koe. Poëzie, dames en heren, laten we het eens over poëzie hebben. Oorspronkelijk komt Lau uit Bergen, het kustdorpje in de provincie Noord-Holland dat de Grote Dichters A. Roland-Holst en Lucebert voortbracht. Er moet daar toch iets in de bodem zitten, want al vindt hij zelf van niet, ook Lau's teksten zijn van een dichterlijke schoonheid. Zoals hij zichzelf eeuwenoude, doodgewone woorden als 'Blauw', 'Open' en 'Zuster' weet toe te eigenen is niet alleen van een ongeëvenaarde klasse maar ook van een wonderlijk soort vanzelfsprekendheid.

Zo gauw als zulke woorden titels van zijn liedjes zijn geworden, gaan ze als het ware hun eigen leven leiden, los van hun oorspronkelijke betekenis. Vrijwel altijd gaat het om hele korte woordjes. Eén klank, één ademstoot. "Nooit zo over nagedacht eigenlijk", bekent de meester zelve. "Maar ik haat lange titels. Een kwestie van smaak vermoedelijk. Dat het vaak van die korte woordjes zijn, is iets dat is overgebleven uit mijn kindertijd. Ik herinner me een dag dat ik als zes- zevenjarige op mijn fietsje rondreed en me zat te verbazen over het woord 'tafel'. Wie heeft zo'n woord nou bedacht, zat ik me toen af te vragen. Het woord spookte zo lang door m'n kop dat het op een gegeven moment alleen nog maar een klank werd, geheel ontdaan van zijn lading. In feite denk ik nog altijd op die manier over bepaalde woorden."

Deze keer is het een meisjesnaam geworden: 'Marlene'. Het is zowel de titel geworden van het nieuwe album als van de eerste single daarvan. 'Marlene', niet 'La Dietrich', maar gewoon een mooie naam. Het bekende repeterende, haast hypnotiserende element in tekst en ritme in de muziek van The Scene is op het nieuwe album niet in onbruik geraakt. "Dat heeft iets bijbels. Ik noem dat altijd maar een gebedsmolentje", lacht Lau om zijn eigen schrijfstijl.

Alhoewel hij nog regelmatig terugkomt in Bergen, zegt Lau er nog nooit ook maar één tekstregel te hebben bedacht. Liever hangt hij rond in de kroegen in het Amsterdamse havengebied waar hij tegenwoordig woont. Maar niet direct om er inspiratie op te doen, alhoewel er wel eens een wijsheid van de binnenvaart blijft hangen. "Geef mij maar een kwartiertje Parijs en ik schrijf zo een nieuw lied", verklaart Lau zonder opscheppen. "Ik raak pas echt geïnspireerd door het buitenland. Niettemin, als je deze nieuwe CD zou willen zien als een toneelstuk, dan wordt het decor daarvoor gevormd door het havengebied. En die Marlene is een hersenspinsel. Het sleutelwoord van deze plaat is, van begin tot eind, romantiek. "Ja, dit is een superromantische plaat."

Vies woord, foute vraag, een conceptalbum soms? "Dat niet", schudt Lau zijn hoofd van neen. "Romantiek is de rode draad die ik maar af en toe loslaat. Het is wat minder van-de-hak-op-de-tak dan 'Arena' was. De hoofdfiguur in mijn liedjes is zo iemand die het maar niet kan aanvaarden, dat het leven niet zo in elkaar zit dat het goede beloond wordt. Beter kan ik het ook niet uitdrukken. In zijn hart blijft die in het goede geloven. Als je oké bent, behoor je goede dingen te krijgen. Ikzelf ben constant gefascineerd door het wezen van de vrouw en het bestaan van God."

Op een gegeven moment zag Lau de uitzending rond de klassieke seventies LP 'Rumours' van Fleetwood Mac. "Toen realiseerde ik me plotseling dat wij net zo'n soort band zijn. Dus met een heel sterk vrouwelijk element (bassiste Emilie Blom van Assendelft) en met tal van personality clashes." Wat dat laatste betreft, doelt Lau onder andere op het vertrek van toetsenist Otto Cooymans na artistieke onenigheid. "Zo'n bezettingswisseling komt niet van de ene op de andere dag. Zoiets wordt steeds gecompliceerder. Gelukkig bleek het uiteindelijk lang zo ingewikkeld niet te zijn, want het draaide slechts om een fundamenteel smaakverschil tussen Otto en de rest van de band. We hadden totaal andere muzikale ideeën."

En toen kwam Dante erbij en alles kwam weer goed. Er werd proefgedraaid bij de titelsong voor de Belgische oorlogsfilm 'Gaston's War', waarvoor The Scene Miss Vera Lynn's klassieker 'We'll Meet Again' eens flink in de violen zette. Dat was overigens voor het eerst sinds de cover van Madonna's 'Borderline' in de jaren tachtig en de deelname aan de Marlboro Flashbacks Tour dat The Scene weer eens in het Engels opereerde. "Dat vind ik nu echt raar om te doen", zegt de overtuigd Nederlandstalige zanger Lau nu, terugblikkend op de Engelstalige oorsprong van de band ruim twee decennia terug.

En ook dat leest u goed: ruim twintig jaar is The Scene al actief, waarvan de laatste tien de succesvolste zijn geweest met een duidelijke populariteitspiek zo rond 1993. "Daarna zijn we geleidelijk aan wat weggezakt, maar het ligt in de bedoeling om met 'Marlene' een gerichte inhaalmanoeuvre uit te voeren", beweert Lau schalks. Er is inmiddels een nieuwe golf van Nederlandstalige bands opgestaan. "Van Dik Hout vind ik goed, maar ik heb het niet zo op die studentenprojectjes van het moment. We zijn inmiddels op het punt aangeland dat zolang je maar Nederlandstalig zingt, het geen moer meer schijnt uit te maken wat voor muziek je erbij speelt. Het klinkt zo vaak alsof de klok vijftien jaar terug is gezet. Dat vind ik niet zo interessant. Ik wil als ik muziek maak in concurrentie treden met een band als Radiohead en niet met Peter Koelewijn. Grotendeels is daar het respect voor The Scene bij het publiek ook op gebaseerd. En daarom ook hebben wij van alle Nederlandse bands zo'n grote festivalreputatie opgebouwd."

Vooral aan optreden op het Belgische dubbelfestival Torhout/Werchter uit 1991 bewaart Lau goede herinneringen. Aftrappen om tien uur 's ochtends en nog een toegift scoren ook, terwijl de eerstvolgende band die dat ook klaarspeelde dat pas om vijf uur 's middags deed. Laat ze daar maar eens om komen, die jonkies van tegenwoordig. Die hebben nog een heel eind te gaan. Ook als het om prestigieuze onderscheidingen gaat is The Scene koploper: tweemaal reeds werd er een Edison in de wacht gesleept alsmede eenmaal de BV Popprijs (1992) en een Gouden Harp.

De allerlaatste blijk van erkenning kwam er van de Partij van de Arbeid, die Lau vroeg het campagnelied voor de landelijke verkiezingen te schrijven. Dat werd 'Rode Aarde' dat ook op 'Marlene' is terug te vinden. De socialisten hebben het lied overigens afgekeurd. "Het was te rood", spot Lau. "Er moesten de trefwoorden sterk, sociaal en schoon in voorkomen. Ik heb een keurig briefje teruggeschreven dat ze dan in het vervolg maar beter een reclamebureau in de arm moesten nemen." Legden er maar meer bands zo'n zelfrespect aan de dag. Want wel of niet in violen ingebed, The Scene blijft een ruwe, ongepolijste diamant. Als je je in hun muziek onderdompelt, krijg je ook nog iets mee om over na te denken. Is dat niet juist het kenmerk van de Ware Kunst: dat het ergens over gaat? «


[Media]