PERSBIO 'ARENA'

ISLAND RECORDS Maart 1996

The Scene (1996 / Foto: Roy TeeOver zijn meest dierbare herinnering hoeft zanger/gitarist Thé Lau van The Scene niet lang na te denken. "De eerste keer dat we op het Belgische dubbelfestival Torhout/Werchter stonden (1991). Het mooiste van zo'n optreden voor zo'n gigantische massa is het moment waarop de zenuwen overgaan in zekerheid en dus kracht. Dat is echt een geweldig gevoel. Aan die hele periode denk ik met plezier terug, want een week later vlogen we met de hele groep naar New York voor het New Music Seminar. Op dat moment heerste er in ons clubje echt een onoverwinnelijk gevoel."

The Scene heeft net zijn achtste album, de eerste voor Island Records, opgenomen: 'Arena'. Dat de groep, die sinds 1990 in dezelfde samenstelling bij elkaar is, geen slijtplekken vertoont in zijn verhoudingen heeft volgens Thé Lau te maken met het feit dat de vijf musici een ontzettend onhomogene groep mensen vormen. "De muzikale smaken liggen nogal uiteen. Waar de één uit de avant-garde hoek komt, heeft een ander een voorliefde voor Schotse volksmuziek. Maar waar ik veel groepen aan ten onder zie gaan, is een totaal gebrek aan humor. In de rockmuziek schijnt het misverstand te bestaan dat humor niet cool is. Bij ons wordt juist vreselijk veel gelachen."

Om ervoor te zorgen dat The Scene geen sleur wordt, hebben Thé Lau en zijn kompanen - Eus van Someren (gitaar), Otto Cooymans (toetsen), Emilie Blom van Assendelft (basgitaar) en Jeroen Booy (drums) - bewust voor een nieuwe aanpak gekozen bij 'Arena'. "Ik heb grote bewondering voor bijvoorbeeld bluesgroepen, die hun hele bestaan wijden aan het spelen en uitdiepen van drie akkoorden. Wij hebben juist flink veel veranderingen aangebracht. Vanaf zo'n moment is het gelijk geen werk meer, maar krijgt het de charme van een hobby." Een jaar heeft The Scene gebruikt voor de opnamen. "We hebben digitale opnameapparatuur gekocht en 'Arena' in de oefenruimte vastgelegd. Die werkwijze keerde zich in het begin enigszins tegen ons, omdat plotseling de tijdsdruk was weggevallen. Bovendien duurde het even voordat bij iedereen was doorgedrongen dat we niet zomaar wat zaten te rommelen met proefopnamen, maar dat we bezig waren met de eigenlijke plaat. Dat was een tijdje een heel rare psychologische barrière. Daarna ging het van een leien dakje."

"Het is altijd mijn droom geweest om zo te kunnen werken. Het grootste voordeel is dat wanneer er iets goeds gebeurt, je maar de knop hoeft in te drukken om het te registreren. Van 'Vrede' bijvoorbeeld hebben we vier, vijf versies opgenomen en uiteindelijk de beste gekozen. Voor 'Moderne Mens' hebben we twee versies aan elkaar geplakt, het harde gedeelte van de één en het zachte gedeelte van de ander. Je kan zoveel rommelen tegenwoordig. Dat is echt hartverwarmend. Bovendien kun je met die bandjes ook thuis aan de slag. Die apparatuur is zo compact en betaalbaar tegenwoordig. Zo heeft Otto Cooymans een aantal toetsenpartijen thuis uitgewerkt. Het enige nadeel is dat het lui kan maken, want: lukt het vandaag niet, dan doen we het morgen wel. Nu is de kans daarop bij een Nederlandse groep iets minder groot dan bij een succesvol Engels of Amerikaans gezelschap. Uiteindelijk leven Nederlandse musici altijd met de druk dat er binnen een jaar een nieuw album moet zijn, want zonder CD geen tour en zonder concerten geen brood op de plank. Ik herinner mij van 'Avenue De La Scene' dat we nog volop in de optredens zaten, terwijl de deadline van de nieuwe CD snel naderde. Soms levert die druk de beste composities op, maar meestal natuurlijk niet. Ik heb toen geroepen: nooit meer, hoewel ik 'Avenue De La Scene' erg goed vind. Ik ben er nog altijd heel tevreden over."

Uitgangspunt bij Arena was, om als tegenhanger van de rockplaat 'Avenue De La Scene' (1993), een echt popalbum te maken. "Hij moest heel divers worden, enorm heen en weer slingeren tussen hard en zacht. Het streven was om zoveel mogelijk verschil te creëren tussen de nummers. Ik heb het gevoel dat dat ons is gelukt. Ik bedoel, het slotnummer 'Otto's Imperium' is een gedicht dat op tien minuten muziek is gezet, terwijl 'Varken Met Succes' bijna punk is geworden. Raar, maar als je bezig bent, beginnen toevalligheden plotseling in elkaar te haken. Zo kwam bassiste Emilie Blom van Assendelft met die punkmuziek op de proppen, waarbij iedereen grote vraagtekens zette. Toevallig had ik in diezelfde week een enorme ruzie met een bekende televisiepresentator, die ik verder ongenoemd laat. Op weg naar huis heb ik in één ruk die tekst geschreven over een varken met succes. Dat nummer bleek weer wonderwel te contrasteren met 'Junkie Met Talent', dat ik in eerste instantie op verzoek van de VPRO had geschreven. LolaDaMusica wijdde namelijk een uitzending aan de dood van Kurt Cobain (Nirvana) en had ons en andere groepen gevraagd een Nirvana-cover te doen. Mijn antwoord was: dat zie ik The Scene niet doen. Dat wordt een slap aftreksel. Ik ben echt voor dat nummer gaan zitten en al nadenkend over wat iemand er toe brengt zelfmoord te plegen - wat een enorme stap is ondanks heroïnegebruik - begon ik een jongen te zien die een enorme eenzaamheid moet hebben gevoeld. Ik heb het idee dat er soms tegenaan wordt gekeken alsof het om een publiciteitsstunt ging, maar dat is natuurlijk niet het geval. Kurt moet echt ten einde raad zijn geweest. Het was een jongen die zijn bezigheden super-serieus nam. Die zuiverheid kan tot een groot gevoel van eenzaamheid leiden, weet ik uit eigen ervaring."

Om het werk niet te laten verstoffen, stelde Thé Lau soms grenzen. "Dan kwam ik de oefenruimte binnen en zei: we gaan vandaag een nummer maken. 'Bruid' is zo ontstaan. Ik had een refrein en een couplet en vond dat het direct op poten moest worden gezet. Uitgangspunt was dat ik 's middags een cassette mee naar huis zou nemen om het af te maken. 'Wild En Luidruchtig' waarvoor we, net als bij 'Moderne Mens', twee versies aan elkaar hebben geplakt is een ander voorbeeld. Ik had naar Pinkpop op televisie zitten kijken en daar het optreden van Henry Rollins gezien. Muzikaal zei het mij niet zo vreselijk veel. Ik vind het nogal a-muzikaal, eerlijk gezegd, maar de gedrevenheid van die gejaagde man die voortdurend op weg is naar een volgend project, vond ik geweldig en het kabaal van zijn groep vond ik hartverwarmend. Ik heb direct de andere groepsleden gebeld en gezegd: we gaan vanmiddag een nummer maken en het heeft als werktitel Het Pinkpoplied. Dat wild en luidruchtig kwam er in eerste instantie niet zo uit. Wij zijn anders dan die maniakale Neanderthaler. De tekst werd pas wat na de ingeving dat het een lied over mijn vader moest worden. Muzikaal voelde het erg onaf totdat het wonderwel bleek te passen bij een akoestisch nummer wat ik 's nachts een keer had opgenomen. Pas nadat we die twee nummers aan elkaar hadden geplakt kwam er een interessant en compleet maar vooral nieuw nummer tevoorschijn. Zoiets hebben wij nooit eerder aan de plaat toevertrouwd. Nu ik terugkijk is dat tijdens ons opnameproces constant de muzikale sleutel geweest. Steeds weer moest het passen in een nieuw slot."

Bij Thé Lau draait het in 'Wild En Luidruchtig' om de zin '…maar jouw zwijgen van toen houdt mij nog steeds recht'. Zelf vader van zoontje Max zegt hij: "Ik ben er van overtuigd dat een deel van de opvoeding steekt in de dingen die je zegt, maar dat een nog veel groter deel zit in de dingen die je niet zegt, maar die een kind ziet. De gebaren die je maakt, de manier waarop je loopt, of je een uitgesproken mening hebt… dat soort zaken. Wat ik vooral van mijn vader heb meegekregen is, dat hij nooit over de Tweede Wereldoorlog sprak. Dat was bizar, want de vaders van mijn vriendjes spraken bijna over niets anders dan over hun daden in die oorlog. Een paar jaar geleden las ik plotseling in een streekkrantje dat hij een verzetskruis kreeg. Dat is de kracht van het zwijgen, van zaken die je wel voelt, maar nooit te horen krijgt. Dat is wat ik in dat lied heb willen zeggen."

Voordeel van een jaar (met tussenpozen) bezig zijn met een plaat, vindt Thé Lau dat de selectie strenger is. "Er zijn een heleboel ideeën afgevallen die op een vorige plaat wel terecht zouden zijn gekomen. En 'Slapen, Dromen, Zweten' zou in de vorm die het nu heeft, dus een akoestisch nummer met verder alleen een orgeltje, op een vorig album ondenkbaar zijn geweest." Hoewel The Scene zich niet langer meer laat dicteren (of is het beperken) door de hoeveelheid mensen in de groep ("In de studio moet je doen wat je wilt, daarna moet je pas een oplossing zoeken voor hoe je het op het podium brengt."), is het aantal gasten beperkt gebleven. "We hebben bewust geen blazers en mondharmonica gebruikt dit keer. Waar we echter een probleem mee hebben is de stemkleuring. Neem 'Varken Met Succes'. Daarin zaten we met een stuk waarin niks gebeurde. Het was te lang voor een gitaarsolo en in de tekst was alles al verteld. Er werd geopperd Zap Mama te vragen voor een Afrikaanse zangimprovisatie, maar dat ging op het allerlaatste moment niet door omdat de zangeressen ons, in een poging ze de studio in te krijgen, te opdringerig vonden. Ik herinnerde mij dat ik op een Marvin Gaye-avond in 'Paradiso' een duet had gezongen met de voormalige Quazar-zangeres Farida Merville. Vervolgens hebben we haar gevraagd. Voor 'Romantiek', een beetje een plagerig nummer naar de rest van de groep toe die toen allemaal liefdes- en relatieproblemen hadden, heb ik Kendrick Gunther gevraagd. Zijn mannen hebben die compositie, die eerst niet van de grond wilde komen, van een fantastisch ritme voorzien." «


[Media]