IEDEREEN IS VAN THE SCENE EN THE SCENE IS VAN IEDEREEN

NIEUWE REVU Jos Jägers, 1993

The Scene (1993)Toen Thé Lau in 1979 The Scene oprichtte, had hij slechts één doel voor ogen: de top. Aanvankelijk was het echter vechten tegen de bierkaai en spelen voor zalen met twaalf betalende bezoekers. Inmiddels heeft Lau meer dan zijn gelijk gehaald. The Scene speelde op Torhout/Werchter, twee Edisons staan in de prijzenkast, van het album 'Blauw' zijn er in Nederland en België zo'n 75.000 verkocht en opvolger 'Open' gaat richting goud. Van 'Avenue De La Scene', dat onlangs werd uitgebracht, zijn alleen al in de voorverkoop 20.000 exemplaren verkocht. Het groepje van weleer is een miljoenenbedrijf geworden. Wie zijn de mensen die Neerlands succesvolste formatie van dit moment, voor en achter de schermen, draaiende houden? Nieuwe Revu heeft ze allemaal op een rijtje.

Thé Lau (41, zanger/gitarist): "The Scene is m'n tweede familie. Soms ben ik vader, soms ben ik kind. Deze bezetting is 'n grote zegen voor de band. Niemand breekt elkaar af. We maken elkaar alleen maar beter. Dat is het geheim van iedere goede bezetting. Dat heeft ook The Beatles groot gemaakt. Het gebeurt me wel dat ik over de toekomst nadenk. Dan denk ik: misschien moeten we een stapje terug, wat kleinschaliger. Want als alles steeds maar groter wordt, mondt het op den duur uit in een karikatuur van zichzelf. Maar weet je, dat zien we tegen die tijd wel weer."

Otto Cooymans (42, toetsenist): "Ik zit alweer bijna vijf jaar bij The Scene. Een record voor mij bij een band. Ik durf er al niet eens meer uit. En waarom? Omdat ik heel erg in Thé geloof. Hij heeft charisma en is een waanzinnig goede gitarist. Ik leer nog steeds veel van 'm, op m'n oude dag."

Eus van Someren (33, gitarist): "Het bijzondere van The Scene zit 'm in de combinatie van mensen. Ieder van ons heeft een andere muzikale achtergrond. Dus zitten we regelmatig met vijf strijdbijltjes in de oefenruimte, en wordt er aan alle kanten op gekapt. Uiteindelijk komt er één ding uit waarin iedereen zich kan vinden. Prachtig toch?"

Emilie Blom van Assendelft (30, bassiste): "Oké, je moet af en toe met veertig graden koorts op het podium staan en je moet twee weken na de bevalling wel weer de eerste fotosessies doen. Maar waar een wil is, is een weg. Deze band is niet meer te vervangen door een andere. Het is een soort relatie die je bent aangegaan. Je deelt lief en leed met elkaar. Dan zeg je niet zomaar: toedeloe, het is mooi geweest."

Jeroen Booy (26, drummer): "Als je het vergelijkt met nog maar twee jaar geleden leiden wij nu een erg luxe leventje. Er staan ieder optreden zo'n vijftien man voor ons klaar. Het is zaak om goed te blijven herinneren hoe het vroeger was: veel sjouwen en je eigen spullen klaarzetten."

Martin Lürsen (44, tour- en productiemanager): "The Scene is het op één na belangrijkste ding in mijn leven. Eerst komen m'n vrouw en m'n hond en dan komt The Scene. Dat heeft te maken met drie trefwoorden: gemeenschappelijk respect, kwaliteit, en inzet. Het is het 'samen-gevoel'. Dat maakt het tot een voorrecht om voor The Scene te werken."

Imar Eijgensteijn (44, monitor-geluidsmixer): "We zijn laatst met z'n allen ergens gaan eten; toen de CD af was, zijn we met z'n allen gaan luisteren; en nu weer deze fotosessie - die betrokkenheid van de band met de crew, die vind je toch bij geen enkele andere band?"

Martin de Vries (30, instrumentenverzorger): "The Scene is een goed georganiseerde bende. Tuurlijk, het is werk, maar het is bovenal een hobby. Ik ben vroeger banketbakkersbediende geweest. Dan geeft dit toch meer voldoening."

Dick Buysman (46, zaalgeluid-mixer): "The Scene is bijna een familiebedrijf. Een eer om bij te werken. De muzikanten doen nooit moeilijk. Ze zijn spontaan en doen nagenoeg nooit een soundcheck. Dat schiet lekker op."

Jan Schreur (34, belichter): "The Scene is de eerste band waarbij ik echt m'n creatieve ei kwijt kan. Band en crew vromen samen één team. Het contact is ongelooflijk goed. Als ze bij een zaal komen, vragen ze niet alleen: 'hoe is het met mijn gitaar?', maar hebben ze het ook over persoonlijke dingen. Dat maakt het werk wel zo aantrekkelijk."

Sergei (28, instrumentenverzorger): "Ik kom uit Rusland, maar daar is weinig werk in de muziek. The Scene betekent voor mij m'n eerste professionele baan en een goede leerschool. En ik heb geluk, want ik werk meteen bij één van de beste crews van Nederland."

Wiliam de Graaf (29, chauffeur/lichtassistent/verkoper): "Je moet het gevoel hebben dat je ergens op je plaats zit. En dat zit ik hier helemaal. Ik ben serieus, en ik drink niet. Ze kunnen er altijd van op aan dat ik de vrachtwagen met apparatuur weer veilig terugbreng."

Job Woudstra (24, verkoper): "Je bent niet alleen verkooppunt van T-shirts en zo, maar je bent ook een vraagbaak, een aanspreekpunt voor fans. Bovendien kan ik op deze manier mooi met m'n eigen band, Het Hart, in het voorprogramma spelen."

Roelof Ettema (28, verkoper): "Het werk begint voor ons meestal zo'n twee uur voordat het optreden begint. Zelfs het met elkaar opbouwen heeft iets speciaals. Het is telkens een uitdaging om het stalletje er mooier te laten uitzien dan de vorige keer."

John van Vueren (43, boekingsagent voor Nederland): "Het doorzettingsvermogen van Thé is enorm. Hij moest en zou met zijn muziek beroemd worden. Dat is 'm gelukt. En ik moet zeggen, het is heel plezierig om met een band vanaf punt nul te beginnen, en uiteindelijk een bepaald niveau te bereiken. Dat is lachen."

Herman Schueremans (39, manager/agent voor België): "Het zijn aardige mensen, ze hebben goede teksten en een hele goede soulstem. Het is eigenlijk heel eenvoudig: het is een groep waar ik erg hard in geloof. Zowel op menselijk als op zakelijk vlak. Wat wil een mens nog meer?"

Yo van Saet (36, manager/agent voor België): "Veel artiesten gaan zweven als ze groter worden. Maar The Scene is realistisch, staat met de voeten op de grond. Ze komen bij ons in België niet over als een - neem me niet kwalijk - bende arrogante Hollanders: de leden van The Scene zijn voor ons Vlamingen die een beetje raar spreken. Ze komen uit het buitenland, maar zijn toch een beetje van ons."

Herman van der Zwan (45, marketing/A&R-manager nationaal product Phonogram): "Plaatjes maken blijft een risicovolle onderneming. Er komen er ieder jaar 8.000 uit, en één daarvan is die van The Scene. Dus we moeten wel zorgen dat we ons huiswerk goed doen om de concurrentiestrijd aan te kunnen. The Scene straalt met de combinatie van tekst, muziek en performance het meest ideale popbeeld van Nederland uit. Dus dat huiswerk doen we graag."

Rick Hartman (28, productmanager Phonogram nationaal): "Toen ik drie jaar geleden bij Phonogram kwam werken, was The Scene mijn eerste project. Ik kwam net van school, was een onervaren kracht. Thé vroeg mij in de kroeg of dat de belangrijkheid van The Scene aangaf waarmee wij de band binnen de maatschappij behandelden. Niet dus."

Gerard van der Pot (42, TV-promotor Phonogram nationaal): "Natuurlijk zijn er veel groepen om te promoten, maar als je zoals ik zes jaar met een groep werkt, dan zie je die groeien. Dan ontstaat er een band. Dan gaat het hart een woordje meespreken."

Ellen Neefjes (38, perspromotor Phonogram nationaal): "Als promotor en artiest moet je elkaar persoonlijk liggen, anders wordt het lastig. Want het mag dan gewoon werk zijn, het is toch belangrijk dat je elkaar recht in de ogen kan kijken. En verkooppraatjes? Die hoef je voor The Scene toch niet meer te houden? De feiten spreken voor zich. In sprookjes gelooft de mensheid allang niet meer."

Jacques van Dijl (38, producent/uitgever): "Thé is iemand waarmee ik tot in lengte van dagen zou kunnen blijven werken. Waarom weet ik niet. Het is een gevoel. Er is iets van een ultieme vriendschap. Hun muziek is als een warm bad. Dat gevoel is blijvend, dat wordt zelfs alleen maar warmer." «


[Media]