(BRON ONBEKEND) Peter Bruyn, april 1996 
         Eigenlijk had
        The Scene met 'Arena' eens een keer een echte popplaat
        willen maken in plaats van weer een rockplaat, vertelt
        zanger/tekstschrijver Thé Lau. Toegegeven, het album
        klinkt wat anders dan de voorgangers. Het is echter toch
        weer een regelrechte rockplaat geworden. Gelukkig maar. 
        "Toen we eraan
        begonnen had ik meer een soort 'Sgt. Pepper's' van The
        Beatles voor ogen dan pakweg The Allman Brothers Band",
        zegt Thé over de eerste nieuwe studio-opnamen sinds het
        meesterwerk 'Avenue De La Scene' van tweeëneenhalf jaar
        geleden. In 1994 verscheen nog een prachtig en
        representatief, maar in commercieel opzicht tegenvallend
        live-overzicht op CD. Voor de groep - en zeker voor Thé
        Lau - was daarmee een punt gezet achter een
        doorbraakperiode die in 1990 begon. Daarvoor had Thé al
        tien jaar met voortdurend wisselende bezettingen onder
        dezelfde bandnaam geploeterd in de marge van de
        Nederlandse rock. In 1990 maakte Thé met de bezetting
        die ook vandaag de dag nog actief is - bassiste Emilie
        Blom van Assendelft, drummer Jeroen Booy, gitarist Eus
        van Someren en toetsenman Otto Cooymans - het album
        'Blauw'. Hartstochtelijk. Nederlandstalig. En nu eens
        geen cabaretteksten met rockbegeleiding, maar soul op z'n
        Hollands waarbij het altijd draaide om geboorte, dood en
        seks. Een mijlplaat. Met de albums 'Open' (1992) en
        'Avenue De La Scene (1993) werd het idioom verder verkend
        en verfijnd. Twee Edisons en de Nederlandse Popprijs
        symboliseerden de erkenning voor het pionierswerk van de
        groep. 
        NIEUWE START 
        Maart 1996, Een nieuwe Scene-plaat, 'Arena', bij
        een nieuwe platenmaatschappij, Island. Voor Thé Lau,
        drieënveertig inmiddels, is er in meerdere opzichten
        sprake van een nieuwe start. "Kijk, zo'n contract
        met Island heeft natuurlijk een bepaalde eh... noem het
        maar poëtische waarde. Het is de maatschappij waarop ook
        helden van mij zitten: U2, Traffic, Marley. Nee, het
        betekent voorlopig niet dat onze plaat buiten Nederland
        wordt uitgebracht. Maar ik merk wel dat de
        marketingbenadering heel anders is. Ik heb voor het eerst
        te horen gekregen dat het niet zo'n punt is als de single
        flopt, omdat ze het album toch wel denken te kunnen
        slijten. En we zijn als enige Nederlandstalige groep door
        een heel zware ballotage gekomen, dat streelt toch ook
        wel." 
        De muzikale veranderingen
        op 'Arena' hebben volgens Thé vooral met het
        opnameproces te maken. Dat de plaat 'opener' klinkt dan
        de voorgangers is volgens hem logisch: "We zaten als
        band gevangen in het net waarbij iedereen altijd tegelijk
        speelde. Daar moest gewoon eens het mes in. Dus zijn er
        nu stukken waarop Otto helemaal geen toetsen meer speelt
        en andere nummers waarop ik niets op gitaar doe. We
        hebben bij ieder nummer alleen op het resultaat gelet.
        Het klinkt wel heel erg 'rock' als je alles met de hele
        band 'live' in de studio, zoals wij op eerdere platen
        deden, maar het kan ook heel star worden." 
        Thematisch blijft 'Arena'
        dichter bij de eerdere Scene-platen. 'Wees niet bang!'
        roept Thé in de openingssong 'Bruid' tegen de
        hoofdpersoon die bij aanvang van een nieuw leven door
        angst bevangen wordt. Het is een echt Scene-hart-onder-de-riem-lied,
        zoals 'Geloof', 'Geef Nooit Op' en 'Open' dat op eerdere
        platen ook waren. Hij heeft dit soort songs ook nodig om
        zichzelf op te peppen, zegt de zanger. Want als het in
        zijn muziek ergens om draait, dan is het zijn
        voortdurende strijd tegen de onverschilligheid en het
        cynisme. "Ik kreeg laatst een brievenboek van
        Flaubert in handen. Dat heette 'Haat Is Een Deugd'. Zo'n
        titel, dat vind ik zo cynisch. Daar ben ik niet tegen
        bestand." 
        VERZET 
        Wat rest is het verzet. De strijd. Vandaar ook
        'Arena'. In de titelsong zingt Thé: 'en als je vraagt,
        heeft het zin, is het antwoord ja, het heeft zin'. "De
        strijd komt in bijna alle nummers van de plaat terug",
        zegt de zanger. "Dat nummer 'Arena' heb ik als
        allerlaatste geschreven, omdat ik vond dat er nog iets
        aan de plaat ontbrak. Het was bedoeld als een wat
        lichtvoetiger lied, maar dat is het uiteindelijk toch
        niet geworden." De voortdurende strijd als zingeving
        voor het leven? The Scene's variant op het Sisyfus-verhaal
        over de man die als taak had een steen tegen een berg op
        te rollen, die eenmaal op de top gekomen gegarandeerd
        weer even hard naar beneden dondert, waarna de klus weer
        van voor af aan begint? Ploeteren om het ploeteren? Thé
        Lau knikt, maar schudt onmiddellijk daarna ook zijn hoofd:
        "Dat kan het zijn, maar daar wil ik niet teveel over
        nadenken. Als het zo blijkt te zijn dan kan het een
        formule worden en dat is een blok aan het been voor een
        muzikant." Hij is een romanticus, vertelt hij. En
        dat heeft hij ontdekt toen hij de oorspronkelijke
        betekenis van het woord onlangs eens opzocht in een
        encyclopedie. "Toen werd het mij op slag allemaal
        duidelijk. Een romanticus is iemand die de duistere
        kanten van het leven opzoekt, maar dat wél doet in het
        vertouwen dat het goede uiteindelijk overwint." 
        SMEEKBEDE 
        Het lied met de titel 'Romantiek' blijkt een
        regelrechte smeekbede om de passie: 'geef ons de gloed
        van verlangen terug'. Een song zoals hij eerder al
        'Rigoreus' en 'Kans' schreef. "Die echte
        oorspronkelijke vorm van romantiek is zo on-Nederlands.
        Dat gaf mij eindelijk een antwoord op de vraag waarom we
        met The Scene in België altijd beroemder zijn geweest
        dan hier. De Vlaming is een romanticus. Vrolijk, maar
        altijd met een sombere ondertoon. En dat geldt voor mij
        ook." En dan zijn er natuurlijk nog de 'dromers die
        zich aan iets groots vertillen als romantiek', zoals Thé
        zingt in het aan Kurt Cobain opgedragen 'Junkie Met
        Talent'. Een lied vol mededogen. "Hij was een
        persoon die de wereld het beste wou geven en als beloning
        opgevreten werd door diezelfde wereld", zegt de
        Scene-zanger. "Ja, ik beschouw hem als slachtoffer.
        Ik zag hem op TV bij dat MTV Unplugged-concert en het was
        zo'n ongelukkig persoon. Kijk, als Vader Abraham
        zichzelf, zoals hij onlangs in De Volkskrant deed, de
        Gerrit Rietveld van de Nederlandse liedkunst noemt, dan
        is dat natuurlijk onzin. Die man handelt gewoon in
        liedjes zoals een ander in aardappelen handelt. Bij zo'n
        Kurt Cobain draait het hele creatieve proces om strijd.
        Bij Vader Abraham niet. Die strijd, dat gevecht, dat is
        ook mijn verhaal. Het leven is geen status quo. Morgen
        kun je dood zijn. Daarom is het zaak om vandaag nog die
        ene ultieme prachtige plaat te maken." « 
         
        [Media] 
         |