VIJF KWARTIER ALCHEMIE

OOR Erik van den Berg, 18 april 1992

Emilie Blom van Assendelft en Thé Lau (1992)Ooit kon The Scene zich trots beroepen op de status 'wereldberoemd in België'. Maar er lijkt iets veranderd. 'Kom maar naar Utrecht en Gent', had de manager gezegd, 'dan heb je twee gelijkwaardige optredens'. Qua zaal, bedoelde hij. Achteraf werd er méér duidelijk: er is een land veroverd. Een eigen land. Vijf Amsterdammers wisten dat de grens zou vervagen en doopten hun nieuwe CD 'Open'. We liepen alvast een eindje mee op de triomftocht.

Pal vóór het derde nummer gebeurt het. Thé Lau trekt z'n gitaar uit, doet het bovenste knoopje van z'n overhemd open, stroopt de rechtermouw op tot onder de oksel en haalt - nauwelijks zichtbaar - ter hoogte van de linkerzij een stukje hemd uit de broek. Het betekent maar één ding: Thé is er klaar voor. De roes is begonnen. Het nummer heet 'Open'. Anderhalf uur later. In een rumoerige kleedkamer, waar The Scene uitgebreid door vrienden en zakelijke entourage wordt gefêteerd vanwege de nieuwe CD en het succesvolle begin van de promotietournee, probeert Thé Lau uit te leggen wat optreden voor hem betekent. "Alles. Ik moet alles kwijt. Ik moet die roes vinden. Vanavond was-ie er al bij het derde of vierde nummer, maar soms duurt het tot de toegift. Op het moment dat je die roes vindt, speel je leeg. Daar draait het om. Als je het podium afloopt en je hebt nog twintig procent over, is het niet goed." Twee dagen later, in een volgepakte 'Vooruit' in het Belgische Gent, herhaalt Thé zijn kleine ritueel, in exact dezelfde volgorde, voor exact hetzelfde derde nummer. De magie is eraf.

Het gaat goed met The Scene. En niet alleen in België, waar de groep de top (analoog aan 'overeind blijven op Torhout/Werchter', en ze deden méér dan dat) al heeft bereikt en waar men tijdens de 'Open'-tournee nog slechts een titel zal moeten verdedigen. Nee, ook het eigen land lijkt eindelijk overstag. En terecht, want 'Open' is hartverwarmend. 'Open' maakt ook duidelijk dat de gezworen drie-eenheid Tröckener Kecks/Scene/Dijk steeds verder verbrokkelt. In positieve zin, dat wel: Kecks en Dijk kozen ieder op eigen wijze de grotestadsromantiek en de daarmee gepaard gaande schemerige kroegen, natte straten en rode districten tot hun definitieve inspiratiebron, The Scene trok zich verder terug in de vertwijfelde belevingswereld van zanger/tekstschrijver Thé Lau. Waar niets is wat het lijkt, waar woorden trefzeker te kort schieten en waar alles draait om liefde, dromen, verlangen, eenzaamheid en vooral drank. In een Thé Lau-tekst zit véél drank. "In mijzelf ook wel, hoor", klinkt het lacherig. "Ik weet niet of mijn muziek zonder drank zou kunnen. Ik heb het nooit geprobeerd. Maar ik schrijf geen songs in dronken toestand. Ik krijg wel ideeën, maar die vertroebelen weer."

WARM
Op een podium ontstijgen Thé, gitarist Eus van Someren, toetsenman Otto Cooymans, bassiste Emilie Blom van Assendelt en drummer Jeroen Booy zichzelf. Tussen opener 'Maan' en afsluiter 'Samen' zit vijf kwartier alchemie. De groep groeit en het publiek groeit mee. Soms op het pathetische af, zoals in Utrecht, waar tijdens 'Rigoreus' een hele zaal meeklapt alsof er een TROS-huishoudbeurs gaande is en ook de aanstekers niet lang uitblijven. Maar Thé vindt daar na afloop niets kneuterigs aan; integendeel. "Dat is geweldig. Ik kwam vroeger vaak in 'Paradiso' en daar ontdekte ik dat er een milde wet heerste met betrekking tot de sfeer die in de zaal moest hangen. Maar soms was die wet ook heel grimmig, en moest er coolheid heersen. Bij mijn eigen optredens vond ik dat op het podium die coolheid minimaal moest zijn. Ik dwong mezelf dan ook om niet langer naar de jongens, maar alleen nog naar de meisjes in de zaal te kijken. Dat is verder gegaan toen ik later vaak in Ahoy' kwam, waar steevast zo'n kneuterige publiekssfeer hing. En dat vond ik eigenlijk veel mooier, want je ging na afloop met een warm gevoel naar huis. Dat sprak me meer aan dan zo'n geforceerde 'Is dit kunst?'-sfeer. Ik vraag me nu ook absoluut niet meer af of The Scene nog wel spannend of avant-gardistisch is. Ik heb er zelfs spijt van dat ik niet eerder zo ben geworden."

Na het optreden in Utrecht is er één persoon die de overige groepsleden in gelukzaligheid mijlenver overtreft: toetsenist Otto Cooymans. Iemand die na decennia ploeteren zijn stek heeft gevonden. Hij straalt. Is gelukkig. Hij moet wat kwijt, maar verontschuldigt zich bij voorbaat al voor zijn enthousiasme. In kleurrijk staccato lucht hij z'n hart. En ziel. "Ik ben nu drie jaar bij The Scene, maar ik heb het idee dat ik er pas een maand echt ín zit. Ik begin er voeling mee te krijgen. Het gaat zó goed met me, er gebeurt zóveel, het is niet meer te vangen. Dit is wat ik altijd heb gezocht. Ik ben ooit bij The Scene gekomen omdat ik compleet van God los was en het helemaal niet meer wist. Alcohol... Al die dingen. Moeilijk doen ook, muzikaal. Véél noten. En nu is het eindelijk even lekker simpel. Simpel en effectief. Ik zit me nu helemaal de tering te spelen, thuis. Met twéé noten!" De grootste overwinning is het respect dat Thé en Otto voor elkaar hebben gevonden. Otto: "Ik begrijp nu wat Thé doet. Zo'n gitaarsolo op 'Kans', heb je die gehoord? Een paar nootjes, maar hij zegt er álles mee. Dat is de kracht van Thé. Dat is wat ik heb leren waarderen en respecteren. Ik heb geleerd dat muziek niet alleen draait om vakmatigheid. We zijn geen tandartsen. Als je de beste bassist en de beste gitarist en de beste toetsenman bij elkaar zet, wil dat helemaal niet zeggen dat je ook de beste band krijgt. Dat is een misverstand."

Thé: "Otto kwam binnen met een enorme rock & roll-erfenis, hij speelde in Vitesse, Hollander, Wild Romance, Raiders Of The Lost Corvette, noem maar zo'n naam op en Otto zat erbij. Maar binnen The Scene heeft hij zich op een heel speciale manier ontwikkeld: hij wordt steeds meer iemand die bij ons het tegenovergestelde zit te pushen van wat al die bandjes nastreefden. Wat dat is? Iets lyrisch... Moeilijk te omschrijven. Het eerste jaar was het vrijwel elke dag ruzie tussen Otto en mij. We zijn elkaar bijna te lijf gegaan, soms. Maar ik had toch het gevoel dat-ie er niét uit moest. Daarbij speelt dat ook ik zó verschrikkelijk veel bezettingswisselingen heb meegemaakt dat ik vaak jaloers was op het gemak waarmee andere bands ontstonden en bijeenbleven. Dus Otto bleef en nu heb ik eindelijk de band die ik zocht: een band waar magie in zit. Ik moet er niet aan denken dat één van ons er nu mee zou stoppen..."

MOERAS
Twee dagen later. Een paar uur voor het eerste Belgische optreden van de 'Open'-tour. In de 'Vooruit' in Gent. Capaciteit: 1.250 zielen. Thé staat stijf van de zenuwen. "We zullen ons opnieuw moeten waarmaken. De vorige tour was een triomftocht, onze naam is gevestigd en er zijn verwachtingen geschapen." Voor interviews en andere verplichtingen is men eerder die week al een dagje naar België overgewipt, dus het is rustig. Er is iemand van de Joepie en aan de telefoon is Jan-Douwe Kroeske, die voor zijn wekelijks uurtje Holland-promotie op Studio Brussel even wat commentaar van Thé nodig heeft. De zenuwen zakken. Om de tijd te doden zet The Scene zich aan een tafeltje in het overvolle Grand Café van de 'Vooruit'. Het geroezemoes om hen heen zwelt aan. Het zijn ze! Ze zijn er! Wereldberoemd in België, het hééft iets.

Nadelen, bijvoorbeeld. Want als Thé ermee instemt om even apart te gaan zitten en wat te babbelen, dient zich om de minuut een nerveuze Belgische fan aan met een CD-hoesje in de hand. Handtekening graag. En ook één voor de familie, thuis. En de vraag dringt zich op hoe het voelt om als (bijna) veertigjarige voor kids te spelen die je zoon of dochter hadden kunnen zijn. "Ach, het is in feite een heel brede leeftijdsgroep. Dat maakt al dat ik me minder ongemakkelijk voel. Ik heb hierover ooit eens met Barry Hay gepraat, die in dezelfde omstandigheden zat. Maar hij vond het een kick. En ik geloofde hem, op dat moment, al vermoedde ik dat ik het zelf wél vreemd zou vinden. Want ik was toen zover nog niet. Eigenlijk ben ik er de figuur niet naar om een jonge meisjes-idool te worden. Meer een oudere dames-idool. Bovendien, als de meisjes de zeventien gepasseerd zijn, zijn ze gehaaid genoeg om geen vader meer nodig te hebben."

Maar dat interactie met het publiek het allerbelangrijkste is, staat voor Thé vast. Vaderfiguur of niet. "Optreden is een flirt met je publiek. Alles wat zij doen, versterk wat ik doe. En dat blijft maar heen en weer gaan." Maar hoe hervindt Thé telkens weer dat oergevoel, die elementaire emotie die aan de nummers ten grondslag ligt. Nummers waarin geen woord te veel wordt gezegd, nummers waarbij de luisteraar wordt geacht vooral een goed verstaander te zijn. "Dat gaat wel eens fout, ja. Als de zaal niet reageert. Maar het basisgevoel zit vóór de totstandkoming van de tekst. Ik schrijf een tekst pas op als-ie af is. Gerijpt. Tijdens het repeteren zing ik mee met de herrie van de band. Instinctief meezingen, om het proces zuiver te houden. Eigenlijk kan ik helemaal niet schrijven. Ja, een brief aan m'n moeder, omdat ik weet dat zij geen kritische lezer is. Ik gok op de juiste toon. Als de toon in orde is, slaat het over. En daar gaat een heel proces aan vooraf. Schrappen en nog een schrappen. Ik werk me eerst door een moeras aan geknoei heen en dan begint er langzaam iets te blinken. Dan weet je dat het aan het gebeuren is."

OUBOLLIG
In 'Sta' lijken de roes van een optreden en Thé's innerlijke strijd te versmelten: 'sta ervoor, sta erachter maar ga daar staan / voor alles wat nog komen moet en weer verdwijnt / het licht uit duizend ogen dat aan ons verschijnt / want ik zie niets en ik hoor niets / maar ik weet waar we voor gaan'. Is de ikfiguur in zijn teksten dezelfde als Thé Lau? "Dat komt redelijk overeen, ja. Maar wel de ik op het podium. Dat is de échte ik. Daar draait het om. Ik on the road? Dat is helemaal niks. Dat is grapjes maken om de stemming erin te houden. Of chagrijnig worden om de stemming eruit te halen. Ik in de tourbus of de kleedkamer, dat is ook niks. Het draait om het podium. De zone van de waarheid, zeggen ze in België.

De 'Vooruit' heeft zo'n zone en die avond staat er The Scene. Als het zaallicht dooft en de groep het podium betreedt, krijst de zaal het uit. 'Maan' wordt ingezet en wat als eerste opvalt is de adembenemende lichtshow; de podiumruimte van de 'Vooruit' bood de gelegenheid een veelvuldig van kleur verschietende horizon te gebruiken, hetgeen bij vlagen een indrukwekkend schimmenspel oplevert. De muziek lijkt aan kracht te winnen. De grooves van Jeroen en Emilie raken meer merg dan been, de subtiele invullingen van Otto vallen als vanzelf op hun plaats en de gitaar van Eus houdt het zaakje grofbesnaard en hoekig. Het geeft wat meer betekenis aan de schetsen van de samengestelde delen van The Scene, die Thé eerder die avond had gegeven en waarvan die van Otto de revue al passeerde: "Jeroen is een enorme aanpakker; hij is heel goed in het regelen van dingen die praktisch op poten moeten worden gezet. En hij heeft iets om zich heen wat alleen maar tot succes kan leiden; een echt succestype. Emilie is duidelijk de vrouwelijke factor binnen de band. Het geweten ook, af en toe. Op die manier wordt er ook naar haar geluisterd. Eus komt uit heel avant-gardistische kringen en houdt de muziek scherp. Eus behoedt ons voor muzikale oubolligheid."

Want oubolligheid, dat was waaraan de Nederlandstalige rock volgens Thé jarenlang leed. "In Nederland werd het gebruik van de Nederlandse taal als stijlelement gezien. Dat is het natuurlijk niet. Je maakt muziek in een stijl en je zingt in een taal. Nederlands zingen was een tijd lang verdacht, omdat velen meenden dat het een excuus was om je muzikale ambitie te laten varen en er maar een ouderwets soort muziek bij te produceren. Vooral de golf ná Doe Maar had dat. De muziek was niet belangrijk meer, als het tekstje maar leuk was. Maar er is een standaard gezet en die is hoger en hoger geworden. Voor mezelf heb ik de lat nu verschrikkelijk hoog gelegd; de moeilijkst denkbare norm, ja." Het zal de redding voor The Scene hebben betekend. En ervoor hebben gezorgd dat ook Nederland nu respect kan opbrengen voor een groep die zijn muzikale ideaalbeeld al lang bereikte (na 'Blauw' is 'Open' natuurlijk vooral veel meer van hetzelfde), maar nietsontziend de strijd blijft aanbinden. De strijd om het publiek, de erkenning en de top. De strijd die open ligt. En 'Open' heet.

VIBE
Genoeg lyriek. Nog even terug naar Gent. De show zit erop en de kop is eraf. Een geslaagde ouverture. Backstage zien we blije gezichten. Zoals die van The Scene. Zoals die van Herman Schueremans, programmeur van de 'Vooruit' en - bovenal - organisator van Torhout/Werchter, die tevreden constateert dat hij vorig jaar een juiste keus maakte. "Op Torhout/Werchter waren ze openingsact. Geen gemakkelijke positie; als je dán overeind kunt blijven, ben je een grote groep. Wat me in The Scene aantrekt? De directheid, de echtheid, de vibe. En het zijn verschrikkelijk aardige en gedreven mensen, natuurlijk." Ook in de buurt: TV-idool Wouter Vandenhaute, samen met Mark Uytterhoeven verantwoordelijk voor het razend populaire BRT-programma 'Het Huis Van Wantrouwen'. Een volslagen leek op muziekgebied, zegt hij zelf, maar "The Scene is één van de betere groepen. Ik zag ze vorig jaar op Marktrock in Leuven. Ik stond vooraan; de hete adem van het publiek in de nek en Thé Lau voor me. Dat was wel een kick. Ze hebben een heel persoonlijk geluid. Ze stáán voor iets en dat vind ik het belangrijkste criterium om een groep goed te vinden." Het gelijk van een leek; het heeft iets spreekwoordelijks. «

'...maar ik weet waar we voor gaan
sta ervoor, sta erachter maar ga daar staan!'

(uit 'Sta')


[Media]