THE SCENE - 30 MAART 1996 - 'HET PATRONAAT', HAARLEM
HITKRANT LIVE VERSLAG

HITKRANT 4 Mei 1996

We hebben een tijdje niet zoveel van The Scene gehoord. Dat is niet zo gek, want het afgelopen jaar zat de Amsterdamse groep bijna onafgebroken in de studio. Onlangs kwamen ze er weer uit met een prachtig nieuw album: 'Arena'. Met die elf nieuwe liedjes op zak mochten ze weer de wei in. Oftewel: spelen! En dat is toch wat ze het allerliefste doen. Hitkrant was bij het tweede Scene-optreden sinds de release van 'Arena'.

18.00 uur: "Het Patronaat is uitverkocht", horen we van de manager van The Scene als hij ons van huis oppikt. "Bijna 600 man kunnen erin." Vervolgens worden de diverse bandleden opgehaald. Eerst toetsenist Otto Cooymans. Die wordt uitgewuifd door zijn hond en zijn vriendin. Vervolgens pikken we, in deze volgorde, Jeroen Booy (drums) op (die wordt door niemand uitgezwaaid), en Emilie Blom (bas), uitgezwaaid door haar twee kinderen en de oppas, vanaf het balkon, Eus van Someren (gitaar), zoontje en vrouw, ook het balkon, en tenslotte Thé Lau (zang en gitaar), vrouw en kinderen van achter het raam. De band is compleet. We gaan op weg naar Haarlem. Thé geeft een bandje door. Daarop liedjes van Trio Bier, een nieuwe band van een vriend van hem. Iedereen zwijgt en luistert. Het is duidelijk: The Scene is een serieuze band.

18.30 uur: Het is zaterdagavond, 30 maart. De avond ervoor hebben ze in Zeeland opgetreden. Zeeland, een dorpje in Noord-Brabant. "Dat was geweldig", zegt Emilie. In de bandwagen, een zwarte verlengde, zesdeurs Mercedes 300, zijn we op weg naar Het Patronaat in Haarlem. Inmiddels weten we van de manager dat ze voor deze Mercedes in een Amerikaanse lijkwagen rondreden, maar dat ze die een jaar of drie geleden op de Antwerpse ring finaal in puin hebben gereden. Hoewel het er aanvankelijk niet zo best uitzag, bleek de schade uiteindelijk mee te vallen. In een zespersoons taxi zijn ze toen terug naar Amsterdam gereden. Elk jaar speelt The Scene wel een keer in Het Patronaat. Het is een soort thuiswedstrijd dus. "Dit is de zesde of de zevende keer dat ik er speel", zegt Emilie. Zij is er in 1988 bijgekomen. Een jaar later gevolgd door Otto en Eus, en snel daarna door Jeroen. Sinds die tijd is The Scene The Scene, vindt Thé Lau, de grondlegger van de groep. De drie platen die voor 1988 zijn telt hij dan ook gemakshalve niet mee. 'Arena' is in die optiek dus het vijfde Scene-album.

Jeroen Booy (1996)19.30 uur: Aankomst bij Het Patronaat. In de kleedkamer staan vier flessen wijn (die bij vertrek, een uur of zes later, alle vier schoon leeg zijn), wat hapjes en een tot de nok gevulde koelkast. Alsmede een stapel handdoeken.

19.45 uur: Soundcheck. "Ik heb het weer voor elkaar hoor", zegt Jeroen. Hij bedoelt dat hij de blaren weer op zijn handen heeft staan. "Dat gebeurt elke keer na een eerste optreden. Ben ik weer een maandje zoet mee. Of er iets aan te doen is? Niet zo veel. Aftapen. En eelt creëren." En dat kost tijd. Niet dat hij de afgelopen maanden niet heeft gespeeld, alleen bij The Scene moeten de klappen iets harder uitgedeeld worden. En dat merk je. Eus heeft de laatste tijd helemaal niet gespeeld, maar zich wat meer op zijn 'baantje' toegelegd. Hij is naast muzikant namelijk ook Medisch Onderzoeker. "Psychologie, maar dan de medische kant." Dit jaar hoopt hij te promoveren op het proefschrift dat waarschijnlijk 'Biologisch Ritme Bij Verouderingsziektes' zal gaan heten. Dan mag hij Dr. voor zijn naam zetten. Als ik vraag hoe lang ze in deze bezetting niet hebben gespeeld antwoord Emilie: "Te lang." Het blijken vier maanden te zijn. Maar die tijd is voorbij, want sinds gisteravond spelen ze weer 15 à 16 keer per maand.

20.00 uur: Een aantal nieuwe nummers worden doorgenomen. Thé legt uit hoe hij het voor zich hoort. Regelmatig steekt hij zijn duim op, ten teken dat het gaat zoals hij het graag hoort. Halverwege de soundcheck vertelt Thé dat hij een brief van een Belgisch meisje heeft gekregen dat dreigt met zelfmoord. Ze had het al een keer geprobeerd, maar het touw had het begeven. "Is niet leuk hoor", zegt hij. "Wat moet ik nu doen?" vraagt hij aan Eus. "Terugschrijven?" "Hm..., nee!" zegt Eus. En zet meteen het volgende nummer in.

20.30 uur: De crew gaat eten, de band rust uit. Ook wij zoeken een restaurant op.

22.00 uur: De zaal is vol, de band is er klaar voor. Stipt op tijd opent The Scene met 'Vrede', een nummer van 'Arena'. De naam is inderdaad afkomstig van de naam van hun oefenruimte - waar de plaat ook voor het grootste gedeelte tot stand is gekomen - maar ook een beetje vanwege het nieuwe AJAX-stadion. Dat ligt ten grondslag aan het nummer. Onlangs hebben ze daar zelfs een rondleiding gekregen. "Toen wilde ik best tot de Amsterdammers gerekend worden", zegt Thé. "Wat is dat imposant zeg!" En dat is het album ook. De vraag is natuurlijk of het publiek de nieuwe nummers oppikt. En die vraag kan anderhalf uur later met een volmondig ja beantwoord worden. Eus lijkt op het podium een heel ander persoon te zijn. "Ooit zagen collega's van mij me op een festival", vertelde Eus een paar uur geleden, "en toen herkenden ze me niet. De een zei tegen de ander: dat lijkt Eus wel. Kan niet, zei de ander, die doet niet zo gek."

Zonder aan- of afkondiging dendert The Scene door de oude en de nieuwe nummers. Het is een wisselwerking, naarmate meer rijen beginnen mee te deinen, gaat het vijftal op het podium meer uit hun dak. Bij elk nummer stijgt de temperatuur een graadje. 'Daar waar liefde groeit, daar waar liefde bloeit', zingt Thé bijna onverstaanbaar. 'Zweten En Vergeten'. Elke toon doet ertoe, elke klap, elk woord. Het tempo wordt nog iets opgevoerd en bij 'Varken Met Succes' gaat het dak er helemaal af. 'In Godsnaam, De Romantiek. In Godsnaam'. Met als klap op de vuurpijl 'Iedereen Is Van De Wereld'. Dat wordt massaal meegezongen. Als overwinnaars verlaten de bandleden, na een dankbare buiging naar het publiek, de arena. Ook zijzelf zijn zeer tevreden. Otto: "Het was het helemaal. Over de top."

23.45 uur: Ze zitten afgepeigerd in de kleedkamer. Alleen de bandleden, verder niemand. Nou, en wij dus. De manager vertelt dat de kleedkamer vroeger altijd vol zat. Daar hebben ze iets aan gedaan. Een bordje op de deur: 'Alleen voor bandleden en crew'. Gevolgd door: 'Ook na de show'.

24.00 uur: Veel heeft het niet geholpen, want zo leeg als de kleedkamer een kwartiertje geleden was, zo vol is hij nu. Maar het geeft niet. We sluipen de kleedkamer uit. Het is mooi geweest. «


[Media]