JURY-RAPPORT GOUDEN HARP 1996

JURY-RAPPORT Januari 1997

Emilie Blom van Assendelft (1994) / Foto: Paul TolenaarIn de snel veranderende muziekwereld lijken hoogte- en dieptepunten vaak vluchtig. Zo waren er in de Nederlandstalige rock- en pophistorie periodes, waarin het als absoluut onmogelijk werd gezien om met Nederlandse teksten enig succes te hebben. Thé Lau, die zelf ook jarenlang Engelstalig schreef en zong, was één van de muzikanten, die het vooroordeel over de onmogelijke combinatie van Nederlands en rock en soul doorbraken en daarmee een nieuwe periode van succes voor de Nederlandstalige pop inluidden. Voor Thé Lau's Scene vormt de toekenning van de Gouden Harp dus een hopelijk minder vluchtig hoogtepunt in een nog altijd snel veranderende muziekwereld.

De Nederlandstalige popmuziek kent een aantal bloeiperioden. Rond 1960 werd de oerrock vorm gegeven door Peter Koelewijn en in zijn kielzog talrijke tienersterren, in het begin van de jaren tachtig ontstond er een nationale hausse met bijna hysterische kenmerken rond Doe Maar en nog een aantal talentvolle groepen en omstreeks 1990 gaven De Dijk, Tröckener Kecks en The Scene nieuwe kleur aan de combinatie Nederlands en rockmuziek. In de tussenliggende jaren waren dezelfde muzikanten vaak betrokken bij Engelstalig Nederpop-werk. Zo ook de uit het Bergense Noord-Holland afkomstige Thé Lau. Het kunstenaarsdorp liet ongetwijfeld sporen na in de keuze van z'n vroege poprepertoire. Geïnspireerd door de Engelse en Amerikaanse muziek en gevoed door een levensvisie waarin ongebondenheid een grote rol speelde, startte Thé Lau's actieve poploopbaan in groepen als Tortilla en Turquoise. Met o.a. Jan de Hont speelde hij daarna geruime tijd in de begeleidingsgroep van Freek de Jonge en Bram Vermeulen, Neerlands Hoop Express, waarmee in de jaren zeventig de verhoudingen in de cabaret- en theaterwereld drastisch werden gewijzigd.

Op het snijvlak van de beide theatervormen, pop en cabaret, koos Thé vervolgens onvoorwaardelijk voor de popmuziek. Geboeid door de punk begon hij zich te concentreren op het schrijven en het uitvoeren van recht-toe-recht-aan drie minuten-liedjes met weinig solo's voor de muzikanten. De basis van het succes van The Scene, waarop nog geruime tijd moest worden gewacht, was gelegd.

Thé Lau's vader moet ooit gezegd hebben: "jongen, wat jij doet is dansen op het slappe koord en dan zonder vangnet". Waarschijnlijk hebben die woorden nog wel eens door Thé's hoofd gespeeld in de moeizame jaren tachtig. The Scene had dan wel in 1980 een eerste elpee mogen maken en in eigen beheer worden wel talloze singles uitgebracht, die door de radio veel werden gespeeld, het kopende publiek negeerde het resultaat. Menigmaal werd Thé omschreven als een 'loser', een goede muzikant, altijd inzetbaar, maar niet voorbestemd voor het grote succes. Ondertussen leek The Scene geruime tijd op een doorgangshuis voor ambitieuze en talentvolle muzikanten. Zo kwamen namen als Wim Zeeman, Dennis Whitbread, Kors Eijkelboom, Floris Nielen, André Versluis, Dimitri Veldkamp, Silvano Matadin, Jos Woudenberg, Kim Snelten en Dennis Duchhart in de bezetting van The Scene voor om later op te duiken in andere succesvolle groepen, zoals bv. Gaga, Urban Dance Squad, Tapes en de begeleidingsgroep van Mathilde Santing. Spelen in de omgeving van Thé bleek voor velen een bron van muzikale inspiratie te zijn.

Wanneer kwam de stap naar voren, naar de frontlinie van de Nederpop? Thé geeft zelf vaak het moment aan, waarop Emilie Blom van Assendelft, afkomstig uit de groepen Dorpstraat en De Munck, de groep kwam versterken. Vanaf dat moment is The Scene niet meer de vaak van samenstelling wisselende groep rond zanger Thé Lau, maar de band waarvan hij de zanger is. Sindsdien is de bezetting van The Scene ook nauwelijks meer gewijzigd met naast Emilie Blom van Assendelft toetsenist Otto Cooymans, gitarist Eus van Someren en drummer Jeroen Booy. In 1988 produceerde Tröckener Kecks-zanger Rick de Leeuw de plaat 'Rij Rij Rij' (omgekeerd produceerde Thé Lau een aantal Tröckener Kecks-platen), die door de poppers opvallend gunstig werd ontvangen en het aantal optredens sterk deed stijgen, vooral ook in België. De doorbraak naar het grote publiek en naar de grote podia kwam met de CD 'Blauw', inclusief de gelijknamige hitsingle.

De kracht van The Scene is dat hun jaren negentig repertoire wordt bepaald door de combinatie van typerende up-tempo rocknummers, die in een vierkante stijl worden gespeeld, en van langzame meeslepende romantische liedjes, waarin het hese van Thé's stemgeluid goed tot zijn recht komt. De liedjes tonen net als bijvoorbeeld bij Normaal en De Dijk aan hoe goed de Nederlandse taal te combineren is met onvervalste rock and roll, blues en soul.

Opvallend is het gebruik van de Nederlandse taal, niet alleen voor de precieze betekenis van het woord of de uitdrukking, maar vaak meer om de combinatie van klanken, waardoor de zinnen heel muzikaal klinken. de teksten drukken vitaliteit uit, het gevoel midden in het leven te staan, maar dan wel het leven waarin de emotie het wint van de ratio.

De CD's 'Blauw', 'Open', 'Avenue De La Scene' en het in 1996 verschenen album 'Arena' staan vol met spannende nummers, die zowel in de studio-opnamen als in de live podiumversies uitstekend tot hun recht komen. Dat moet ook wel bij een groep als The Scene, omdat het directe contact met het publiek een essentieel onderdeel van het succes is. De magie van het optreden werd ontwikkeld in de kleine zaaltjes van de jeugdhonken en buurtclubs, werd van ingetogen tot uitbundig uitgebouwd in de lawaaierige feesttenten en leidde naar de grote festivals zoals Torhout/Werchter. Die ontwikkeling werd gerealiseerd met veel werklust en doorzettingsvermogen, waarvan het juryrapport van de Popprijs 1992 rept.

De CD 'Arena' van The Scene toont aan dat de ontwikkeling van de muziek van Thé Lau en The Scene nog lang niet is afgerond. De meeste nummers geven blijk van een nieuwe aanpak van de harde en romantische kanten van de rockmuziek met vaak scherpe contrasten tussen couplet en refrein. Tegelijkertijd schuwt Thé het muzikale experiment niet, zoals bleek uit een aantal optredens met pianobegeleiding van Willem Ennes waarin de Scene-successen akoestisch worden uitgevoerd. De sfeer is dan anders, de stem ijler, de teksten meer verstaanbaar, alsof hetzelfde repertoire een tweede leven krijgt.

Het succes van The Scene is de bekroning van ruim vijfentwintig jaar ploeteren in de Nederlandse popmuziek. De kwaliteiten van oprichter Thé Lau en van de groepsleden zijn nog lang niet uitgeput. Maar een moment om dat te markeren is nooit weg, vandaar dat The Scene op een belangrijk moment in hun carrière zeer verdiend met een Gouden Harp bekroond wordt. «


[Media]