BIERGLAS LEEG, ASBAK VOL, MEISJE WEG

GOOI- EN EEMLANDER Peter Bruijn, mei 1998

Thé Lau (1998)Het is één van die tropische dagen waar ons land soms door overvallen wordt en Thé Lau heeft zich teruggetrokken in een donkere hoek van een Amsterdams café. "Ik kan niet tegen die hitte en de zon", zegt hij. "De nacht is het tijdstip waarop ik het best gedij." Het verklaart misschien waarom hij ook op de nieuwe Scene-plaat weer zoveel over de maan, kunstlicht en eenzame vechters en wroeters zingt. Het is een plaat waarop Lau diep graaft. Waarop hij de complete akker van zijn thematiek door de jaren heen - de romantiek, het gevecht tegen cynisme en onverschilligheid, de weg van de hartstocht - weer eens doorploegt. Geen gemakkelijke plaat. "Ik lees iedere dag de overlijdensadvertenties in de Volkskrant", zegt hij. "Op een gegeven moment kwam ik zo ook de naam tegen van het allereerste meisje waarop ik ooit verliefd was. Dan schrik je wel even. Dan is de dood opeens heel dichtbij. Ik heb mij ook wel eens afgevraagd waarom ik dat doe, die overlijdensberichten lezen. Ik denk dat het een soort ritueel is: iedere dag even stil staan bij het unieke van een mensenleven."

Wat opvalt bij beluistering van 'Marlene' is niet zozeer het gebruik van nogal wat strijkersarrangementen, maar eerder dat The Scene meer een meer synoniem begint te worden voor de persoon Thé Lau. "Absoluut", reageert de Amsterdammer. "De rol van de band is veranderd. Iedereen heeft nu gezinnen en is druk met andere zaken. En ook die klassieke band-formule waarbij de drummer 'aftikt' en dat dan de anderen allemaal invallen, ging ik steeds meer als een probleem ervaren. Misschien komt het ook wel doordat ik de laatste jaren steeds meer naar klassieke muziek ben gaan luisteren. Daar is het nooit zo dat al gelijk bij het begin het hele orkest begint te spelen. En als je erover nadenkt dan is een subtielere opbouw ook veel verstandiger."

Ruim een kwart eeuw draait Lau nu al mee op de Nederlandse podia. Twintig jaar geleden richtte hij The Scene op. Zo'n tien jaar geleden kreeg de band haar huidige vorm, gebaseerd op eigenzinnige Nederlandstalige songs die in niets leken op de opgevoerde cabaretliedjes die de toon zetten in wat destijds 'Nederpop' heette. Met de albums 'Blauw' (1990) en 'Open' (1992) kwam de doorbraak. Edisons en andere prijzen. Succesvolle festivaloptredens. Zelfs een hit. Hoewel de platen die volgden minstens hetzelfde niveau hadden, zo niet beter waren, viel het commerciële succes van met name de voorlaatste plaat 'Arena' (1996) tegen. Tijd voor bezinning. De Scene-zanger vond die onder meer in een serie duo-concerten. Eerst met Willem Ennes als toetsenman. Later met de kinderoppas van de familie Lau, Dante Oei, die uiteindelijk ook Otto Cooymans zou vervangen als toetsenman van de band. Onder invloed van de jonge pianist ontdekte Lau niet alleen dat zijn oude liedjes weer konden 'fonkelen' als hij dat wilde, maar hij verruilde ook de elektrische gitaar voor de akoestische, terwijl de nieuwkomer in de groep enthousiast meters partituren voor strijkersarrangementen begon te vullen.

Eén van de mooiste en opvallendste songs op het nieuwe Scene-album is 'Rode Aarde'. 'Vergeet niet wie je bent is wie je altijd bent geweest', zingt Lau. Hij schreef het oorspronkelijk voor de verkiezingscampagne van de PvdA. "Ik kreeg zelfs Felix Rottenberg als adviseur. Toen de eerste versie van 'Rode Aarde' af was zei Felix dat-ie het mooi vond, maar dat dat absoluut niet was wat de partij voor ogen had. Vervolgens deed hij een soort Indianendans met veel 'hula-hula' door de kamer en zei dat ze bij de PvdA aan zoiets zaten te denken. 'Rode Aarde' bleek uiteindelijk voor mij de perfecte ontbrekende schakel op onze eigen plaat."

CABARETRIJMEN
Trends, hypes en muzikale modegrillen gaan hun eigen weg. Zo ook serieuze musici. En soms kruisen die twee wegen elkaar. Dan heb je plotseling succes. Voor zolang als het duurt. Thé Lau knikt. "Dat is precies wat er destijds ten tijden van 'Blauw' gebeurde", zegt de zanger. "En daarna nog eens bij het hitsucces van 'De Wereld Is Van Iedereen'. Je bent als rockband nu eenmaal altijd zo beroemd als je laatste plaat." En op die plaat, 'Marlene', ontpopt Thé Lau zich weer eens als een tekstschrijver die zich verre houdt van die typisch Hollandse cabaretrijmen. Hij is abstracter dan ooit, lijkt het, maar is zelf de eerste om dat tegen te spreken. "Ik ken inmiddels de valkuilen", zegt hij schouderophalend. "Nooit iets in de tweede zin uitleggen wat je in de eerste al duidelijk gezegd hebt." Want eigenlijk komen al die Nederlandstalige liedjes op hetzelfde neer: "Bierglas leeg, asbak vol, meisje weg", legt Lau uit. "En het ultieme liedje in dat genre is er natuurlijk al: 'Een Beetje Verliefd' van Hazes. Maar dat soort liedjes maak ik niet. Ons nieuwe album kun je beter beschouwen als mijn variant op 'Het Kleine Café Aan De Haven'. Maar dan beter. Veel beter." «


[Media]