DE STELLINGEN

TEEK Johan Copermans, juli 1998

Thé Lau (1998)Aan de hand van tien zorgvuldig uitgekozen, op maat gesneden aforismen peilen we samen met onze gast naar de geldigheid, de houdbaarheid van gestelde 'waarheden'. Deze maand is het de beurt aan Thé Lau van The Scene die naar aanleiding van zijn nieuwste CD nu toert. Leerdam. Zijn kazen, zijn kerk en zijn dorpsplein, en zijn pizzeria. Een pizzeria waar wij Nederlands meest Bourgondische zanger Thé Lau confronteren met De Stellingen, temidden van escalope, lamsribbetjes, spaghetti en rode wijn. "Wie van u tweeën is de wijnkenner?", vraagt de ober. "Ik", zegt Thé Lau, "maar pas de ochtend nadien."

'Als je op een dag vaststelt dat je niets meer te vertellen hebt, moet je je bek houden ook' (Jacques Brel).

"Daar is geen speld tussen te krijgen. Het moeilijke is: constateren dat je niets meer te vertellen hebt. Mensen hebben niet de neiging dat te doen. Maar eenmaal de vaststelling gemaakt, is het niet meer zo moeilijk om je bek te houden."

Heb je dat gevoel ook gehad met The Scene? Ik denk aan de '2 Meter Sessie', jouw daaropvolgende akoestische solotournee en de nadrukkelijk aanwezige strijkersarrangementen op de nieuwe CD 'Marlene'.
"Met de band zaten we gevangen in die sound van keiharde drums, elektrische gitaren die mekaar bevochten, een orgel dat daar bovenuit trachtte te snerpen, en ik die daar een beetje mocht tussen zingen. Ik begon een weggebeukt gevoel te krijgen. Die theateroptredens waren in dat opzicht leerrijk. Toen voelde ik hoeveel ruimte er plots was voor mijn zang, en hoe er naar de teksten geluisterd werd. De band werd te zeer een formule, daarin ben ik het met je eens."

De stelling is afkomstig van misschien wel je meest favoriete Belg.
"(denkt) Het klinkt alsof Arno dat zou kunnen gezegd hebben. Brel, zeg je? Weet je wat ik laatst ontdekt heb? Brel heeft zijn gehele oeuvre geput uit een aantekeningenboekje uit zijn jonge jaren. Tenminste, zo is mij verteld. Wat er ook van zij, ik kan me wel voorstellen dat hij op een bepaald moment vast kwam te zitten en is gaan bladeren in oude boekjes die hij, jeugdig en geïnspireerd, volgeschreven had. Brel, wat moet ik daarover zeggen? Ik sla hem hoger aan dan mensen als Jagger of Bowie."

'Horizon', het slotnummer van de nieuwe CD, lijkt wel erg door Brel beïnvloed, zowel in thematiek en muziek als in de manier waarop je het nummer zingt.
"Die analogie heb ik achteraf ook ontdekt, al was de aanleiding voor het nummer veel prozaïscher. Ik had met mijn vader, die ondertussen al 78 is en fervent visser, de afspraak gemaakt om samen met mijn zoontje van tien eens te gaan vissen. Terwijl we daar met ons drieën in de typisch Noord-Nederlandse polder stonden, werd ik echter overvallen door een zo zware depressie... Ik besloot dat die middag enkel nog draaglijk kon worden als ik de hengel terzijde zou leggen en een song zou schrijven. Achteraf viel bij mij ook het dubbeltje dat 'Horizon' wel wat van 'Het Vlakke Land' heeft."

'In de kunst is een moeilijke bevalling geen waarborg voor een mooi kind' (Siegfried van Praag).

"In het leven ook niet. (denkt na) Een beetje een onhandige uitspraak: ze klopt wel, maar suggereert ook dat het tegendeel altijd waar is. Daar ben ik het niet mee eens. Bij mijn nummers komt het basisgegeven meestal makkelijk tot stand, om daarna erg minutieus bijgeschaafd te worden. 'Iedereen Is Van De Wereld', één van de succesvolste nummers van The Scene, was een enorm moeilijke bevalling. In vergelijking met vroeger, ten tijde van 'Rij Rij Rij', heb ik nu meer aandacht voor de tekst. En ik schrijf ook makkelijker, de angst voor een writer's block ben ik helemaal kwijt. Ik wéét nu dat er ooit altijd wel iets komt, dat er een reservoir van ideeën voorhanden is."

Weet je nog precies in welke omstandigheden 'Blauw' - misschien wel het meest tijdloze nummer van The Scene - ter wereld kwam?
"Op een avond zat ik met mijn vrienden in een Grieks eetcafé. Na verloop van tijd werd ik er erg dronken en in mijn dronkenschap merkte ik hoe vreselijk blauw alles wel was. Op dat ogenblik stond ik nog niet stil bij de connotatie die 'Blauw' in het Noord-Nederlands heeft, namelijk die van 'dronken zijn'. Later heb ik me er trouwens over verbaasd dat men die betekenis in Vlaanderen niet kent, maar in Duitsland dan weer wel. Nu goed, ik liep naar huis en dacht terug aan het muzikale patroontje waar ik drie dagen eerder mee had zitten spelen. 'Blauw' paste daar perfect in. Zelfs dronken wist ik: dit is goed."

'Liefde is zoiets als honger en dorst. Zij verliest haar betekenis door de vervulling van het verlangen' (Roger van de Velde).

"In deze stelling zit volgens mij een filosofische fout. Liefde wordt hier als status quo voorgesteld, terwijl het een voortdurend veranderend iets is. Wat ik over de liefde weet, is dat het niets met verliefdheid te maken heeft. En dat, als je lang bij iemand samen bent, je de sterkste liefde voelt op de momenten dat ze er niet is. Of als ze er wel is, maar dan op een afstand, als ik ze observeer."

Naast zowat de beste tekstdichter in het huidige Nederlandstalige rockgenre, ben je in ieder geval de meest romantische. Je zingt rauw, hees en teder liederen voor de misfits, je veegt de sterren uit je ogen en wilt begraven worden tussen de joden en de slaven. De echte romantiek van het echte leven.
"Bij het woord 'romantiek' voel ik iets donkers, en iets dat vanuit het donker een weg zoekt naar het licht. Wat ik weet: je kunt niet tegelijk een romanticus en een realist. Neen, ik ben geen realist. Ik ontloop ook vele dingen. Ik zal nooit in een tekst het woord kut gebruiken, terwijl het bij vele Nederlandse schrijvers op elke pagina voorkomt. Ik ben wel eens jaloers op hen, want uit het gebruik van zo'n woord spreekt een strijdlust die ik op dat niveau helemaal niet heb. Mocht ik een roman schrijven en de noodzaak zou zich voordoen om het woord kut te gebruiken, zou ik meteen gaan zoeken naar een veel bloemrijker manier om hetzelfde orgaan te beschrijven. Roos, bijvoorbeeld."

'Geen man heeft ooit iets gepresteerd zonder dat een vrouw hem daartoe had gemachtigd of aangespoord' (Bob Dylan).

"Volmondig mee eens. Al zou ik 'geïnspireerd' gebruiken als werkwoord. Ik ben lange tijd samen geweest met een vrouw die mij niet kon inspireren, die me zelfs eerder tegenwerkte. Toen ik m'n huidige vrouw leerde kennen, nam mijn leven een andere wending. Alle dingen begonnen plots te werken. In denk overigens dat de stelling ook opgaat als je man en vrouw van plaats verwisselt. Alhoewel, dat herroep ik. Ik denk dat mannen een even grote invloed kunnen uitoefenen op vrouwen, maar dat een hele hoop vrouwen het ook alleen kunnen."

Je dicht de vrouw in je teksten wel vaker sterke kwaliteiten toe.
"Ja, alhoewel mannen in mijn teksten nooit krachteloze figuren zijn. Ik voel me zelf ook geen krachteloze figuur. Waar ik allergisch voor ben, is de Woody Allen-man, die sukkelend, struikelend door het leven gaat zonder ooit één keer succesvol klaar te komen. Wat belangrijker is: ik ben dol op vrouwen. Niet in de zin dat ik een womanizer ben die met veel vrouwen naar bed ga. Maar ik hou van contact met vrouwen. Bij mannen stuit ik vaak op competitie, een gesprekstoon die me niet bevalt. Bij hen moet ik me vaak verdedigen, alsof ze me opzij willen duwen."

'Toen de Almachtige het resultaat van zijn schepping op de planeet aarde bekeek, ging hij zich een stuk in zijn kraag drinken in een andere melkweg' (John Huston).

"Straalt teveel effectbejag uit, vind ik. Het klopt niet met mijn idee van de Almachtige. Ik geloof dat ieder zijn eigen religie heeft, waarmee hij ook in het reine moet komen. Net als met seksualiteit. Ik persoonlijk zoek de Almachtige eerder in de Oerknal, met ons als onderdelen van die Oerknal. Ik ben er wel van overtuigd dat de Almachtige ten onrechte steeds geassocieerd wordt met de begrippen goed en kwaad. Hij is te almachtig om zich daar überhaupt mee bezig te houden. En dan heb je nog 'hij' - de Almachtige is een 'het' - die geen kraag heeft en boven om het even welke melkweg staat. Ik ben ervan overtuigd dat God bestaat, maar dan als een onzijdig mysterie."

'De gemiddelde Hollander begrijpt evenveel van België als een blinde van Rubens' (Benno Barnard).

"Ja. En omgekeerd. Wat mij de kennismaking met België heeft bijgebracht: als men iets beter leert kennen, wordt het complexer. Cliché's? Die waren al bij mijn derde bezoek verdwenen. Maar ik begrijp ze ten dele wel. Het punt is het volgende: in de middelbare school had ik meteen het stigma van iemand die vrij dom was. En ik dacht: waarom vind ik jullie veel dommer? Jullie dénken alleen sneller, maar met mijn trage manier van denken kom ik verder dan jullie. Dat was een frustrerend probleem. Ik was dan ook opgelucht toen ik las dat Einstein bijna van school gestuurd was wegens achterlijkheid (lacht). In Nederland heerst inderdaad dat cliché van de domme Belg, dat nog gevoed wordt door de problemen met Dutroux en de magistratuur. De Nederlander vergeet daarbij wel even comfortabel dat wij hier nog niet zo lang geleden de IRT-affaire hadden, waar een incompetentie van het politie- en justitieapparaat naar boven kwam die niet moest onderdoen voor die van België."

"Je zou deze uitspraak moeten vervangen door: de gemiddelde Nederlander - want tegen de term Hollander teken ik verzet aan - heeft een even grote balk in de ogen als de gemiddelde Vlaming of Belg. Als men het in Vlaanderen bijvoorbeeld over een Nederlander en zijn grote bek heeft, sta ik altijd in stilte te denken: jullie hebben het over de katholieke Nederlander, niet over een Calvinistische Nederlander zoals ik. Alhoewel ik het strikte aspect in het Calvinisme, dat van de Rechtvaardige Rechters, dan weer niet deel. Ik voel me op dat vlak meer verbonden met van die bourgondische, Roomse figuren die maar wat aanrommelen. In de omgang met Vlamingen heb ik geleerd dat er vele erg lange tenen hebben, zich snel aangevallen voelen. Maar aan de andere kant: het Bourgondische dat ik bij hen aantref, daar kan ik me naadloos bij aansluiten. Ik ben in Amsterdam nog nooit zo uit de bol gegaan als in bepaalde cafés in Leuven, of... tot in Olen toe, tot vijf, zes uur 's morgens."

'Politiek: spel voor oude mannetjes die tegenover elkaar zitten en praten tot ze beginnen te hoesten' (Frank Zappa).

"Misschien moet het zijn: een spel voor oude mannen met kleine piemeltjes. Het enige waar ze van kunnen genieten, is inderdaad van het spel. Maar ik heb geen minachting voor mensen als Kok of Dehaene. Dat zijn geen oude hoestende mannetjes."

De PvdA heeft je gevraagd een nieuw partijlied voor hen te schrijven. Je inzending 'Rode Aarde' werd geweigerd, maar staat wel op de nieuwe CD van The Scene. Waarom ben je op het verzoek van de PvdA ingegaan?
Ze wilden 'Iedereen Is Van De Wereld' hebben, maar daar heb ik me tegen verzet. Wat mij betreft is dat nummer eigendom van de antiracisme beweging. Maar ik vond het wel prikkelend om een alternatief voor de Internationale te schrijven. Het leek mij ook opwindend om op die manier kleur te bekennen. Ik stem toch sowieso al heel mijn leven voor die partij, dus ik dacht: waarom niet? Maar de PvdA wou net van de term 'rood' af, en wilde liever iets opgewekts. Het bleek een opportunistisch gedoe, waarbij ze de woorden 'sterk', 'sociaal' en 'schoon' in het refrein wilden, woorden die toevallig ook deel uitmaakten van hun slogan. Nou, bel dan een reclamebureau op."

'Je begint oud te worden als je enigszins knorrig meent, dat de dagbladen en tijdschriften worden volgeschreven door onwetende snotneuzen' (Simon Carmiggelt).

"Ik moet je eerlijk zeggen: dan was ik al op mijn 25ste oud en knorrig. Terwijl ik nu eerder geneigd ben om naar de naam te kijken die onder een artikel staat. De enige journalist wiens plaats ik zou kunnen innemen in de Volkskrant is de journalist die over tennis schrijft. Ben ik dol op. Maar de rest zou ik niet kunnen, dus die stelling kan ik niet bijtreden. Ik heb wel een hekel aan columnisten, die in veelgelezen kranten een platform krijgen om daar iets neer te pennen dat overduidelijk een vlot schnabbeltje is waar nul komma nul denkwerk inzit. De pure macht van het platform verschaft dergelijke artikels iets zeer aanmatigends. Zoveel columns, waarin zo weinig beweerd wordt. Ook calvinistisch ja, dat quasi-chique en door de goegemeente gelimiteerde gemopper, met een ondertoon van intellectualisme dat er helemaal niet inzit. Ze zijn allemaal ontzettend belezen maar ze weten niets. Ik heb meer respect voor iemand die acht jaar het politieke tumult in een solide baan kan houden, dan voor iemand wiens dagelijkse baan er alleen in bestaat overal tegen te schelden."

Het is een uitspraak van Carmiggelt.
"Nou, die vind ik geweldig. Hij observeerde zo mooi de dingen die anderen niet observeren. Ik hou van biljarten en belandde eens in een café in Amsterdam waar Carmiggelt ook vaak kwam, en waar hij ongetwijfeld veel inspiratie opdeed voor zijn stukjes over de 'vaste jongens'. In dat café zag ik toen al die dingen waar hij over geschreven had, terwijl ik ze anders niet zou opgemerkt hebben. Dat ik een blik op dergelijke dingen kreeg, heb ik echt aan hem te danken."

'Het leven is een boterham met poep en elke dag een nieuwe beet' (Joe Schmidt).

"Een boterham met poep suggereert alsof je iets aangedaan wordt, alsof je gestraft wordt met het bestaan. Dat geloof ik niet. Alles wat je aangereikt wordt, is niet per definitie slecht. Mensen lijden het sterkst onder hun eigen beperkingen. Terwijl je daarin een keuze hebt. Wat niet wil zeggen dat je die keuze kan maken, of alleszins niet elke dag. Ook hier is er geen status quo. Ik vind het een minderwaardige stelling."

Het is ook een cynische stelling, terwijl ik in jou helemaal geen cynicus zie.
"Wel, in Nederlandse interviews bestempelt men mij net vaak als cynicus. Onterecht, vind ik. Ik heb wel een donkere kant, en van de 24 uur zal ik me misschien 15 uur niet vrolijk voelen. Maar ik zou het leven definiëren als een kans. De voornaamste reden voor het gedeprimeerde gevoel dat veel mensen, ook mij, vaak overvalt, is het falen in het grijpen van de kans. Vaak dan nog door je eigen schuld. Ik geloof echter in de waarde van het leven, welbeschouwd zelfs daar waar het leven waardeloos is. Je leeft niet voor niets, je bent er niet voor niets. Het ontdekken van je eigen identiteit heeft zin. Een uitdaging, ja." «


[Media]