THE SCENE - 'OPEN'

MUSIC MAKER Jaap van Eik, mei 1992

The Scene (1992)Dat men zich beter in het Engels dan in het Nederlands zou kunnen uitdrukken, is iets dat er bij Thé Lau niet ingaat. Ja, buiten de landsgrenzen wellicht. "Hier trekt het Engels automatisch een grote muur op tussen het podium en de zaal", meent de voorman van The Scene. Onlangs verscheen een nieuwe CD, 'Open' getiteld, wederom met sterke teksten. Kort, krachtig en expressief. "Maar ik heb ook geen literaire pretenties. Ik wil gewoon dat de zang goed klinkt."

Er zijn van die momenten dat je bijna aan een ingreep van hogerhand gaat denken. Als het gesprek komt op het mislukte optreden van The Scene tijdens het New Music Seminar '91 in New York, constateer ik dat het uitvallen van de stroom - zeker in dit geval - zo ongeveer het lulligste is dat een band kan overkomen. Thé Lau is het er roerend mee eens. Hij maakt de zin zelfs voor me af. Maar dan gebeurt er iets wat 'zo ongeveer het lulligste is dat een interviewer kan overkomen': zijn recorder begeeft het. Niets meer mee te beginnen. En natúúrlijk geen pen en papier bij de hand. Het opperwezen straft onmiddellijk, zo lijkt het.

"We gingen er helemaal geladen naartoe", vertelde Thé enkele minuten eerder. "Een week keihard werken en dan zouden we wel zien waar het schip strandde. Nou ja, ter plekke bleek al dat het programma bestond uit één optreden en twee interviews. Lachen hoor. We hadden zo'n officieel programma gekregen. Maandag elf uur: vraaggesprek? Een vraagteken erachter! Rest van de dag: vrij. Dinsdag: vrij. Pure poëzie. Dat seminar stelde ook weinig voor. Een soort vlooienmarkt op muziekgebied. Het is dan wel op een etage van het Marriott Hotel, maar je ziet alleen cassettes en slordig verpakte CD'tjes liggen. Alles en iedereen loopt daar te dealen, maar dan op het lulligste niveau. Achteraf een beetje zonde van de tijd en moeite, ja. Alleen voor de rest van de band was het wel aardig om Nederland eens te bekijken vanuit New York."

Waarna het fameuze optreden ter sprake kwam. Voor de mensen die het verslag in de MM van september 1991 hebben gemist: The Scene was één van de Nederlandse groepen die tijdens het New Music Seminar mochten optreden. Op 16 juli was het zover. De groep besteeg het podium van een muziektent van één van de clubs en begon opgewekt aan het eerste nummer. Ze zouden het publiek even een poepie laten ruiken. Maar halverwege viel de stroom al uit. Enige minuten later gebeurde het nog eens. Toen nog eens. Oorzaak: te weinig elektriciteit! En dat in New York. Wàt een afgang. "Er is voldoende elektriciteit om alle skyscrapers te verlichten maar te weinig om een groep op het seminar te laten spelen", schamperde geluidstechnicus Ed Talens na afloop van het drama tegen onze verslaggever.

NEDERLANDSE TEKSTEN
Vijfenveertig minuten later. We hervatten het gesprek. Op tafel ligt een nieuwe recorder. Eerder hadden we het over de teksten op de nieuwe Scene-CD 'Open'. Sterke Nederlandstalige teksten die aan één van de basisregels van de geschreven journalistiek lijken te voldoen: korte, kernachtige zinnen. Is dat het geheim? Is dat één van de oorzaken dat de teksten van Thé Lau zo vanzelfsprekend Nederlands zijn? "Ja... ik denk het wel", antwoordt hij bedachtzaam. "De muziek is van oorsprong Engelstalig en Engelse zinnen zijn over het algemeen al korter dan Nederlandse. De regel mag niet over de melodische wet heen gaan. Het is me wel eens gebeurd dat Engelsen of Amerikanen die zaten te luisteren pas halverwege het eerste nummer doorhadden dat de teksten Nederlands waren. Maar ik heb ook geen literaire pretenties. Ik wil gewoon dat de zang goed klinkt. Daarna wil ik dat de tekst zo goed mogelijk is. In die volgorde, ja. Dan heb je al bepaalde eisen waaraan je moet voldoen. Dat betekent niet dat de teksten minder belangrijk zijn. Een song is tekst en muziek. Je kunt geen goede song hebben met goede muziek en een slechte tekst. Of omgekeerd. Dan klopt er iets niet."

Een jaar of tien geleden verscheen de eerste langspeler van The Scene met twee Nederlandstalige nummers, op een volgende in eigen beheer uitgebrachte plaat was de helft van de stukken al voorzien van Nederlandse teksten. "Langzaam maar zeker begonnen ze het Engels te verdringen", zegt Thé. "Want het werd steeds duidelijker dat ze beter waren." Dat het Engels een veel expressievere taal zou zijn, doet hij dan ook af als "lulkoek". Hij heeft er niets op tegen dat de meeste bands in het Engels zingen, maar vindt dat ze dat veel beter in het buitenland kunnen doen. "Hier trekt het Engels automatisch een grote muur op tussen het podium en de zaal. Vaak zie je dan ook nog dat de zanger zich daar vrij comfortabel achter voelt. Dus dat verhaal van 'in het Engels kun je je beter uitdrukken' houdt voor mij dan al op. Zelfs al zou je dat kunnen - wat ik betwijfel - dan nog is er geen hond die het hoort. Wat heb je er dan aan? Naarmate je er langer mee bezig bent, wordt het steeds vanzelfsprekender dat je in het Nederlands zingt. En het Engels ben je nog gewend. Maar ik ben een keer beland bij een optreden van LaPat, die in verschillende talen tegelijk zong. Dat vond ik wel heel vreemd: een Rotterdamse dame die in het Duits voor Haarlemmers staat te zingen."

Toch leek zelfs Thé Lau niet aan de Anglo-Amerikaanse wetten van de muziekindustrie te ontkomen. Er zijn Engelse teksten gemaakt voor een aantal van zijn nummers, die tijdens het New Music Seminar aan het publiek gepresenteerd hadden moeten worden. "Dat is een fiasco geworden zoals we nu weten. We stonden gewoon voor achtentwintig Nederlandse journalisten te spelen. Dat wil zeggen, tot de stroom uitviel. Dus ik weet nóg niks. Maar we treden veel in België op, wat voor ons al een soort buitenland is, en vorig jaar hebben we in Zwitserland gespeeld. Niemand vond het raar dat we in het Nederlands zongen. Daarom denk ik steeds meer: waarom zouden we een Nederlands nummer niet in Duitsland uit kunnen brengen? Men zegt: dan moet je in het Engels zingen. Ik vind dat onzin. Helpt dat die Duitsers voor een beter begrip van wat we zingen? Welnee. En wat die Engelse versies betreft, ik vond ze zelf eigenlijk niet zo goed. Het Nederlands voel ik echt. Het Engels veel minder. Sommige dingen zijn ook heel lastig vertaalbaar. Een mooi voorbeeld vind ik 'Ne Me Quitte Pas' van Jacques Brel. Is in het Engels gezongen door Frank Sinatra als 'If You Leave Me Now'. Komt ongeveer op hetzelfde neer, maar qua mededeling is er nog maar dertig procent van over."

De nieuwe CD wekt de indruk dat de groep op een willekeurige dag bij elkaar is gekomen en de apparatuur plus microfoons heeft laten opstellen. Dan een korte soundcheck, vervolgens elkaar even aangekeken en meteen afgeteld. "Dat klopt ergens wel", grinnikt Thé Lau. "We hebben de plaat zo live mogelijk opgenomen. Het aantal overdubs is op de vingers van één hand te tellen. Als de werkzang hanteerbaar was geweest, hadden we die ook gebruikt. Helaas moeten we het zingen meestal later doen. Of de microfoon blijkt verkeerd te zijn en dan is de overspraak geen probleem, of het is omgekeerd. Ergens doodzonde. Als je de tapes van de optredens beluistert, blijkt dat je bijna elke avond beter zingt dan tijdens de inzingsessies in de studio. Het is een productie van Rick de Leeuw. We kennen elkaar al heel lang en deze manier van opnemen is iets waarover we het ooit eens zijn geworden. Mijn idee is: waarom zou je een band niet opnemen zoals een klassiek orkest opgenomen wordt. Dus je gebruikt de multitrack alleen omdat je af en toe wat reparaties wilt uitvoeren. Verder is er geen reden om niet alles in één keer op twee sporen te zetten. Nu ben ik daar wel een beetje van teruggekomen omdat het soms nuttig kan zijn om iets meer tijd aan de toonregeling te besteden. Maar het is bij ons ondenkbaar om een plaat laag voor laag op te nemen. Bij de vorige plaat heb ik een keer woorden gehad met Rick omdat ik een bepaalde gitaarpartij over wilde spelen. Ik moest ook zingen en dat ging in het betreffende nummer een beetje moeilijk samen. Hij was daar op tegen. In het geheel klopte het volgens hem. Ik deed die partij dus op een apart spoor over. Na afloop liet hij me beide partijen horen. Ik wist meteen dat hij gelijk had gehad. De rommelpartij deed het beter dan de gepolijste gitaarprestatie."

"De sfeer moet optimaal zijn, daar gaat het om", herneemt hij na een korte pauze. "Kijk, dat je een gitaarsolo gescheiden wilt houden, kan ik begrijpen. Maar dan nog moet er bij het inspelen op gelet worden dat een eventuele nieuwe partij bij de sfeer past. Verder wordt er teveel van uitgegaan dat je met de tafel alles wat er verkeerd gaat wel even kunt repareren. Ik ben steeds meer gaan denken: als de snaredrum niet goed klinkt, loop ik toch de studio in om te kijken waarom-ie niet goed klinkt? Misschien is-ie wel verkeerd gespannen of staat er een microfoon niet op de goede plaats. Of er is een verkeerde microfoon gebruikt. Kan ook nog. Betekent natuurlijk wel dat je vrij lang bezig bent voor je kunt opnemen, maar ook dat je meteen resultaat hoort áls het zover is. Op een gegeven moment deed ik veel productiewerk. Toen werd ik zó gestoord van dat partij voor partij opnemen. Zat ik in een week zomaar drie dagen naar alleen drums te luisteren! Ik kon me niet eens meer voorstellen wat voor een liedje het moest worden. Ik heb het nooit laten merken, maar ik was het spoor vaak volledig bijster."

ONVERANTWOORDE TOEREN
'Open' is gemixed in Hamburg. In de eerste plaats omdat de uitgeverij van The Scene daar een studio heeft en in de tweede plaats omdat Thé het wel een aardig idee vond om een Nederlandstalige plaat in het buitenland af te mixen. De studio bleek echter over een Amek tafel in plaats van de in Nederland meer gangbare SSL te beschikken. "We ontdekten al gauw dat het veel minder gemakkelijk was om de muziek spoor voor spoor uit elkaar te trekken. Als je de sporen ongefilterd uit de SSL hoorde, was er meer diepte in de muziek dan wanneer je hetzelfde deed met de Amek. Vraag je natuurlijk of die machine wel goed is afgeregeld. Was zo. Blijkbaar de aard van het beestje."

Een regelrechte verrassing diende zich min of meer gelijktijdig aan: de Engelse technicus verstond de teksten niet en pakte de mix wat anders aan dan de bedoeling was. "Rick huldigt namelijk de opvatting dat een technicus optimaal benut moet worden. Hij mag drie uur per nummer gebruiken om de mix op te zetten. Maar hij moest daar na het tweede nummer al op terugkomen nadat hij ontdekte dat de technicus die we in Hamburg hadden helemaal verkeerd zat omdat hij niet begreep waar het nummer over ging. Ik heb de tekst letterlijk voor hem moeten vertalen. Toen had hij ook wel door dat het anders moest. Hij had nogal veel aanstaan van een heel verkeerd soort lange galm. Dat moest er allemaal af. Hij had gewoon het idee dat iets zich overdag afspeelde terwijl het 's nachts was. Da's natuurlijk een heel verschil qua benadering."

Heel smakelijk vertelt Thé over enkele 'onverantwoorde toeren met tegenfase' in de Duitse studio. Bassiste Emilie Blom van Assendelft zorgt af en toe voor aanvullingen in het soms wat verwarde relaas van de groepsleider en moet er vreselijk om lachen. "Zo hebben we de stereo bassdrum-truc. Nog niet helemaal uit de verf gekomen. Houdt in dat je twee microfoons bij de bassdrum plaatst en die in tegenfase zet. Dan krijg je een heel bijzonder resultaat. Iets waar de technicus van gruwt, hij zit meteen op de meter te wijzen: dit kan niet! Maar het klinkt toch mooi? Ja, dat wel. De technici die uit het goede hout zijn gesneden zetten dan al hun training overboord en gaan driftig aan het werk om het goed te krijgen. Leuk hoor. Tenminste, dat vind ik. Achteraf had ik alles liever helemaal digitaal gedaan, maar ja."

COLLECTIEF
Thé Lau schrijft vrij weinig. Eigenlijk begint hij pas als er een plaat gemaakt moet worden. Toen de vorige CD 'Blauw' af was, wilde hij daar verandering in brengen. Hij barstte van de ideeën, maar zag zijn fraaie voornemens al snel sneuvelen door het onverwacht grote succes dat The Scene ten deel viel. "We hebben vorig jaar honderdzestig optredens gedaan. Een idioot programma. Dan ben je blij als je een paar dagen eens geen lawaai aan je kop hebt." Veel van de nummers ontstaan in grove vorm tijdens repetities, vertelt Thé. Vooral als drums en bas - zoals hij het formuleert - "iets zinnigs doen".

"Vroeger heb ik veel andersom gewerkt. Thuis met een multitrack en een drummachientje. Leuk natuurlijk, en alle sporen moesten vol. Dan kom je met iets dat fantastisch klinkt. Maar in de oefenruimte blijkt dat de drumpartijen de drummer helemaal niet liggen. Moet je plotseling zo'n nummer helemaal binnenstebuiten keren om er met ontzettend veel moeite iets van te maken dat bijna altijd minder is dat wat je thuis in elkaar geflanst hebt. Dus ben ik gaan denken: laat de drummer maar lekker spelen wat-ie goed kan en dan zien we wel hoe we de rest aankleden. Met studiomuzikanten kun je iedereen misschien wel uitleggen wat er volgens jou moet gebeuren, maar zo'n band zijn we niet. We hebben een aantal sterke punten en een aantal beperkingen."

En deze collectieve geest blijkt behoorlijk aan te slaan. Thé laat merken dat hij het enigszins gênant vindt om over verkoopcijfers te praten. Begrijpelijk wellicht, maar ze zijn er niet minder indrukwekkend om. Van 'Blauw' zijn in België bijvoorbeeld tegen de 26.000 exemplaren verkocht en in Nederland rond de 28.000. "Samen niet verkeerd", geeft hij schoorvoetend toe. Dan lachend: "Ik las laatst dat er op elke verkochte CD zes cassettekopieën worden gemaakt, dus dan zit je toch op een verkoop van driehonderdduizend totaal. De belangstelling voor ons is wat toegenomen, ja." Bassiste Emilie heeft minder moeite met een zakelijke benadering: "Van 'Open' zijn er nu (we spreken elkaar op 24 maart, JvE) al 11.000 verkocht. Alleen De Dijk verkoopt meer dan wij."

"Hartverwarmend" vindt Thé Lau het dat ondanks de riante platenverkoop van het afgelopen jaar is gebleken dat het Nederlandse rockpubliek in de zaal overtuigd moet worden en niet via de zender. "De mensen bij de zender hebben nogal eens de neiging om te denken dat zij bands kunnen maken en breken. In de praktijk blijkt dat ze platen kunnen maken en breken. Niet bands. De Tröckener Kecks zijn een mooi voorbeeld. Ze kregen op een bepaald moment nul airplay en toch steeds meer bezoekers. En in ons geval; we hebben dan wel een heuse hit gehad, wat we gemerkt hebben in een verschil in toeloop, maar tegelijkertijd voelden we altijd iets van 'laat eerst maar eens zien wat je ter plekke presteert'. Wij zijn in tegenstelling tot de Kecks niet het bewijs dat je het zonder hit kunt redden, maar wel dat een hit alléén niet genoeg is. In sommige gedeelten van Nederland moet je het publiek nog steeds veroveren. Zeker in het noorden."

UITKERINGEN
Veel optreden met de daarbij behorende entourage betekent dat er aanzienlijk geïnvesteerd moet worden. Je moet immers mee kunnen doen. Anno 1992 kun je niet meer aankomen met een paar lampjes, twee zangzuilen en een minimale backline. Nee, er zijn veel lampen, er is een uitgebreide PA en het podium staat vol met versterkers en aparte drum- en keyboardpodia. The Scene bestaat naast Thé Lau en bassiste Emilie uit toetsenist Otto Cooymans, gitarist Eus van Someren en drummer Jeroen Booy. Verder bestaat de crew uit vijf man en reizen er ook nog twee mensen voor de merchandising mee. U ziet, The Scene slaat zelfs in internationaal verband geen slecht figuur. Keerzijde is echter dat er nogal wat mensen financieel afhankelijk zijn van de optredens. Het is dus oppassen geblazen. Voor je het weet verdwijnen de verdiensten als sneeuw voor de zon en blijft er voor de groepsleden weinig anders over dan de vernederende gang naar het bijstandsloket. Met alle tragikomische misverstanden van dien.

Thé Lau: "We zijn inmiddels gelukkig boven de streep beland, maar we verdienen niet meer dan de crew. Minder zelfs, denk ik. Zo ongeveer het mooiste wat je in Nederland met een band kunt bereiken is dat niemand meer in de bijstand zit. Dat is een bron van veel problemen omdat de instanties je nooit willen geloven. Zij (wijst op bassiste Emilie) heeft er zelfs enorme moeilijkheden mee gehad en ze is zéker niet de enige. Als je die mensen een lijst met kosten laat zien, denken ze bijna dat het een vervalsing is. Ikzelf heb er gelukkig al een tijdje niets meer mee te maken. Voor mij was het dan ook echt een praktisch doel: oké, we spelen in een band en nu moeten we zien te bereiken dat niemand meer in een uitkering hoeft te zitten. Toen we dat bereikt hadden, was het echt een triomf."

Tegen de bassiste aan de overzijde van de tafel: "Mag ik over jouw problemen met de bijstand vertellen? Ze zijn toch al voorbij en het lijkt me wel nuttig omdat het aardig aangeeft hoe de denkwijze bij de uitkeringsinstanties aan het veranderen is. Stel je voor, zij speelt in een band, verdient daar een jaar of vijf niets mee en kan dat keurig aantonen. Er is nooit geknoeid. Toch krijgt ze op een gegeven moment een boete van 50.000 gulden! Zij helemaal in paniek, maar ik zat als geïnteresseerde luisteraar te denken: hoe kan dit? Hier hebben we een bijstandsmoeder die een initiatief ontplooit. Op een gegeven moment is de bijstand dus van haar af. Dat zou nog twee maanden duren. Dan waren ze haar kwijt als iemand waar ze anders gedurende haar hele leven voor hadden moeten betalen. Ik begreep absoluut niet waarom ze met een boetedreiging reageerden in plaats van een applaus."

De uitkeringsinstantie was van mening dat bassiste Emilie al die jaren niet voor de arbeidsmarkt beschikbaar was omdat ze zoveel tijd in de band stak. Men vergat echter één ding: mevrouwtje Blom van Assendelft was bijstandsmoeder en had derhalve niet eens sollicitatieplicht. "De boete was alle uren die ik besteed had aan de band, omgerekend in een bepaald bedrag. Want ik had gewerkt en moest het geld dat daar tegenover stond terugbetalen. Dat ik met dat werk niets verdiende, was mijn zaak. Het beleid is aan het veranderen. Ze zijn bezig de hele artiestenwereld uit te kammen." Aldus de bassiste, die tijdig de dans heeft weten te ontspringen. Of anderen ook zo gelukkig zullen zijn, is de vraag. «


[Media]