HET VOORPOSTENGEVECHT VAN THE SCENE

MUSIC MAKER 1990

Thé Lau (1991)The Scene zit in een stroomversnelling. Het geesteskind van de Amsterdamse gitarist Thé Lau heeft een persoonlijk record gevestigd door binnen anderhalf jaar twee CD's uit te brengen. 'Rij Rij Rij' was de opmaat voor 'Blauw', die onlangs uitkwam. Het is de eerste CD bij een grote maatschappij. Dat heeft de band vooral te danken aan de collega's van De Dijk, die de burelen van Phonogram wakker hielden door het regelmatig draaien van 'Rij Rij Rij'. Het leven kan hard zijn. 'Rij Rij Rij' van The Scene bevatte drie potentiële hits: 'Ritme', 'Borderline' en 'S.E.X.'. Van de CD werden echter zegge en schrijve tweeduizend exemplaren verkocht. Frustrerend? Zeken, maar niet voor Thé Lau. Hij kijkt namelijk niet achterom. 'Ik heb geleerd alleen maar vooruit te kijken. Het is pure tijdverspilling te blijven hangen in het verleden. Inderdaad, mijn vorige CD is niet bijster goed verkocht, maar dat lag aan factoren die ik niet in de hand had. Hij was bijvoorbeeld nergens te krijgen. Dureco, de maatschappij waarbij we toen zaten, deed niets aan distributie of promotie."

Nu met 'Blauw' kan het daar niet meer aan liggen. De CD is uitgebracht in Nederland én België en is overal te krijgen. Het woord is nu aan het publiek. "En als de mensen het niet willen hebben, houdt het op. Wij hebben op deze CD het beste gegeven wat we hadden, en als men het niet koopt, doe je daar verder niets meer aan. Totnogtoe heeft 'Blauw' indruk gemaakt bij iedereen die 'm heeft gehoord. Maar daar hebben we niets aan. Het gaat om de liefhebber die bereid is veertig piek neer te tellen en dat beschouwt als welbesteed geld." De grens tussen erkenning en afwijzing ligt volgens Lau bij 10.000 exemplaren. "Dat is een willekeurig getal, dat vooral wordt ingegeven door het verkoopcijfer van de vorige CD. Voor m'n gevoel ligt echter daar de barrière."

Rond het uitbrengen van een CD wordt Thé Lau steevast bevangen door de promoblues. "Dan wordt het muzikant-zijn pas echt frustrerend. Ik neem me toch elke keer weer voor het niet te doen. Me niet druk te maken als de plaat weer niet gedraaid wordt. Toch kan ik het niet laten, moet ik de promomensen bellen om te weten te komen of er nog iets van ons op de radio te horen is geweest. Terwijl ik weet dat het allemaal onzin is. Een single op zich stelt niets voor. Toch hangt het voortbestaan van de groep af van singlesucces. Ik ben er echt van overtuigd dat een groep die echt goed is ook hits geeft. Ik weiger ook te geloven dat een band kan sterven in schoonheid. Als muzikant mag je namelijk niet afhankelijk zijn, moet je je lot in eigen hand nemen. Als er een obstakel is, moet je het uit de weg ruimen, en als dat niet lukt moet je iets anders gaan doen."

Sinds 'Rij Rij Rij' is er het één en ander veranderd bij The Scene. Jeroen Booy (ex-Roberto Jacketti) heeft de plaats achter het slagwerk ingenomen. Daarmee is het geluid van de groep drastisch veranderd. De komst van Otto Cooymans, die voornamelijk de authentieke Hammond-met-Lesly-toetsen beroert is ook bepalend geweest voor het geluid. De CD is grotendeels live opgenomen. Slechts de zangpartijen zijn gedubd. "Het liefst had ik dat ook nog live willen doen, maar dat bleek toch iets teveel overspraak op te leveren. De rest van de plaat is eigenlijk zeer morsig. Dat hebben we heel bewust gedaan. We wilden een plaat maken met een hoog intensiteitgehalte. Rick (de Leeuw, zanger van de Tröckener Kecks, die de productie van 'Blauw' heeft gedaan) is daar goed in geslaagd. Omdat we vanaf de eerste dag bezig zijn geweest met muziekregistratie en niet met het opnemen van geluid. Meteen bang, er bovenop. Alles giert dan ook van de overspraak. De plaat heeft 30.000 gulden gekost. Dat is voor onze begrippen veel, voor Phonogram waarschijnlijk peanuts. We hebben opgenomen in Studio '88 in Hilversum. Daar brak eerst de pleuris uit, toen bleek dat we live wilden spelen. De technicus moest er helemaal niets van hebben. Maar ja, hij moest ook in allerijl snoertjes solderen omdat die er niet meer waren. Na twee dagen was-ie helemaal om. Vond het te gek. Konden eindelijk die klote Steinberg-programma's in de kast blijven, zei hij."

Is er sprake van een renaissance van het nationale rockproduct? De Dijk, de Kecks en The Scene zijn onder dak bij grote maatschappijen. Frank Boeyen is doorgebroken, The Jack Of Hearts komen eraan, Loïs Lane is gearriveerd. Met het verenigen van Europa lijkt het nationale cultuurbesef te groeien. Groepen als The Scene voeren het voorpostengevecht. "Maar ik maak me geen illusies," zegt Thé Lau. "Als je op een mooie dag door een Engels dorp wandelt hoor je Rod Stewart uit de open ramen schallen, boven het geluid van de stofzuiger uit. In Nederland André Hazes. En dat zal voorlopig wel niet veranderen." «


[Media]