OPEN & RAUW

HET NIEUWSBLAD (B) Hans-Maarten Post, maart 1992

Thé Lau (1994) / Foto: Paul Tolenaar"De enige verhouding die er toe doet, is de verhouding tot het publiek", aldus Scene-voorman Thé Lau. Het is een uitspraak die de Nederlandse band typeert. Kapsones zijn hen vreemd, ook al haalde hun vorige CD 'Blauw' in België de goudstatus en is er voor hun prima nieuwe CD 'Open' waarschijnlijk een zelfde gouden toekomst weggelegd. Elke avond opnieuw het publiek veroveren, daar draait het om bij The Scene. Het elke keer weer dieper uit zichzelf halen, zichzelf openbreken. Onvermoeibaar, ondanks het feit dat het vijftal de Belgische live-top al bereikte. "Torhout/Werchter, dat waren de mooiste optredens die ik ooit heb gedaan."

"Zoals ik het zie, maak je een plaat niet om een plaat te maken. Je maakt een plaat om optredens te kunnen spelen, voor het publiek. En natuurlijk moet je vooral proberen een steeds beter optreden weg te geven. Waar we zitten op een schaal van nul naar tien, weet ik niet precies. Maar zeker niet bij tien." Dat vertelt zanger en tekstschrijver Thé Lau op een vroege ochtend in een Brussels hotel, gezond relativerend. Live staat zijn groep The Scene het sterkst en komt het geluid van de band het best tot zijn recht. Het mag dan ook geen wonder heten dat het Nederlandse vijftal op de net verschenen CD 'Open' probeerde dat levende geluid ook op plaat vast te leggen. 'Open' klinkt uitermate rauw en live. Een krachttoer die vele groepen willen uithalen, al is het weinigen gegeven. Ook dat compliment relativeert Thé Lau. "Het is puur een kwestie van alles in één keer opnemen. Nou ja, bijna alles. We proberen de studio zoveel mogelijk te gebruiken zoals klassieke orkesten dat doen. Allemaal samen spelen, en het in één keer op band zetten. Gitaarsolo's, de hele mikmak zoveel mogelijk in één keer. Dan gaat het automatisch live klinken. Waarna het daarna natuurlijk nog helemaal kapotgepolijst kan worden."

Tröckener Kecks-voorman Rick de Leeuw trad weer op als producer. Jullie blijven zweren bij die samenwerking?
"Het was de vorige keer goed gegaan, dus waarom zouden we hem niet weer opnieuw gebruiken? Hij is geen standaard producer, heeft geen standaard manier van opnemen. Bovendien is hij mijn beste vriend. Tussen ons klikt het sowieso al goed, en we hebben over een hoop dingen precies dezelfde ideeën. Wat me ook bevalt is dat hij een band in de studio behandelt zoals een sportcoach een team zou behandelen."

Je ontving al veel lof voor het vrouwvriendelijke aspect van je teksten. Bestaat het gevaar niet dat je die critici naar de mond gaat schrijven?
"Natuurlijk. Maar je kan het moeilijk helemaal veranderen. Dat vrouwvriendelijke is een kwestie van instelling. Ik heb nou eenmaal een bepaalde manier van teksten maken, en die zal ik niet gauw veranderen. In de muziek heb je het principe: meer met minder. Dat pas ik in mijn teksten toe en dat zal ik altijd wel blijven doen. Als je iets met één zin kan zeggen, waarom zou je er dan drie of vier voor gebruiken? Mensen die dat wel doen, zeggen een hoop dingen twee, drie of vier keer. Dat is zonde van de ruimte. Ik doe dat ook wel, hoor. Alleen, ik herhaal het dan letterlijk (grinnikt)."

SNERTPLAAT
Als je steeds minder woorden gebruikt, kom je dan niet op een punt waar je steeds dezélfde woorden gebruikt, omdat die bepaalde veelzeggende woorden nu eenmaal een wereld van associaties of gevoelens oproepen? Moet je dan geen woorden uit je vocabularium schrappen omdat je er te vaak beroep op doet?
"Dat is al gebeurd, ja. Al kan ik me niet meteen concrete voorbeelden herinneren. Maar je moet weten dat ik nooit echt teksten schrijf. Ik schrijf een tekst pas voor het eerst op als het nummer al klaar is. En dat is alleen omdat ik bang ben dat ik de tekst anders vergeet. Ik zing altijd gewoon met de muziek mee. En dan komt er iets uit of er komt helemaal niets uit. Als er niet meteen iets uitkomt, laat ik het liggen, wacht een week en probeer het weer. Dat is de manier."

'Open' is een erg korte CD geworden.
"Zo'n drie kwartier. Ik vind dat CD's niet zo lang moeten zijn. Ik heb zelf bijvoorbeeld nog nooit een CD helemaal gedraaid. Drie kwartier muziek uitbrengen vind ik in wezen al te lang. En de CD's moeten goedkoper worden."

De plaat laat zich bij voorkeur van A tot Z beluisteren. Van begin tot einde. Elk nummer staat op zijn plaats. Doe je er lang over om die volgorde te bepalen?
"Rick de Leeuw doet dat. Maar hij is er inderdaad wel een tijdje mee bezig. En het is wel grappig te zien dat je ook in één klap een snertplaat hebt als de volgorde verkeerd is. Dat is bij een hoop platen zo. Als je de verkeerde volgorde hebt, blijft er echt niets van over. Net alsof je een film achterstevoren zit af te kijken. Daarom zou de random-toets van de CD-speler er ook afgehaald moeten worden. Kan je de volgorde niet veranderen. Het is heel vreemd. Het lijkt wel alsof je geconcentreerd aan allerlei losse elementen hebt zitten werken, maar dat die volgorde er eigenlijk al is. Het voelt zo, je weet dat-ie er is, je moet hem alleen nog opsporen. Meestal valt er dan ook nog eens een nummer af. Een nummer waar nergens plaats voor is, zonder dat dit het geheel bederft."

Eén van de punten van kritiek op 'Open' zou kunnen zijn dat de nummers teveel verwijzingen bevatten naar vorig werk. Jullie vallen in herhaling.
"Dat vind ik nu juist wel leuk. Het was op 'Blauw' al met de plaat ervoor. Maar we kunnen moeilijk plots housemuziek gaan maken. Bij één nummer, 'Liefde', hebben we bewust geprobeerd iets anders te doen. Namen een ritme wat we normaal nooit gebruiken, en waterige gitaren, wat we ook nooit doen. Vond ik hartstikke leuk, maar ik moet er niet aan denken dat die hele plaat zo geworden was. Dan heb ik ook de kritiek al gehoord: 'Scene spoor volledige bijster'."

GROOVE
Eén van de krachtigste elementen in de muziek van The Scene is die pulserende onderlaag onder de nummers, die 'groove'.
"Dat is de ruggengraat van onze muziek. We zetten de nummers in de oefenruimte ook echt op vanuit de groove. Meestal is het in het begin maar één akkoord met een ritme. Dat blijft meestal ook bestaan. Als we dan wat verder werken, wordt alles wat de groove breekt, weggestemd."

Een paar nummers bestaan in wezen nog alleen uit die groove.
"Dat moet ook wel als je zo weinig akkoorden gebruikt als wij. Als je echt maar twee à drie akkoorden per nummer gebruikt, en je hebt die groove niet, dan wordt het wel heel saai. Het is een bewuste keuze van ons om het met zo weinig mogelijk akkoorden te doen. Het is geen onkunde. Nou ja, deels natuurlijk ook onkunde (lacht). Er zijn veel bands die met een hoop akkoorden werken, maar dat vonden wij niet kunnen."

WORTELS
"De grondslag is voor ons in feite nog steeds zwarte muziek. Bijna alle popmuziek die je hoort, kan je terugleiden tot zwarte muziek. Bij ons wel iets meer dan bij echte rockgroepen. Wat dat betreft zijn we niet eens echt een rockgroep. Het mooiste is natuurlijk als je kunt terugvallen op je eigen volksmuziek. Iedereen gaat op een bepaald moment naar zijn verleden, zijn cultuurwortels zoeken. Als wij daar naar gaan zoeken, is het echt gruwelijk wat je tegenkomt. Ik weet wel wat de toekomst wat dat betreft in Nederland zal brengen. Het is niet verwonderlijk dat de Nederlandse band die het het verst schopte, een band is met een gemengde samenstelling. De Urban Dance Quad. Ik zou graag in zo'n band willen zitten. Alleen, het is vrij moeilijk om zoiets bij elkaar te houden. Op één of andere manier is het ook niet goed als je zegt: ik wil absoluut een neger op drums. Urban Dance Squad is min of meer bij toeval samengekomen. Daar zit Surinaamse cultuur in, ook een Nederlandse instelling en een half Indonesische gitarist in. Laten we hopen dat het die richting uitgaat, in plaats van dat ze elkaar allemaal afslachten."

Jij bent de spreekbuis voor de groep. Is The Scene nu een echte groep, of jouw begeleidingsband?
"We spelen nu drie jaar in deze samenstelling. Het is ondertussen een hele hechte club geworden. Het biedt mij ook een hoop bescherming. Voorheen konden dingen die mensen van buitenaf zeiden, nog heel gemakkelijk tweespalt zaaien in de gelederen. Dat gebeurde ook aan de lopende band. Nu moet men dat niet proberen, dan krijgt die persoon meteen het hele blok tegen zich. De sterkte van de groep is dat we elkaar goed aanvoelen. En iedereen heeft zo zijn rol. Emilie, de bassiste, komt als vrouw af en toe met een verrassende kijk op dingen om de hoek. Dingen die bij ons niet opkomen. Jeroen, de drummer, is er voor de groove. Eus, de gitarist, houdt de boel scherp, niet te gezapig. En toetsenist Otto is theoretisch nogal onderlegd, dus mocht er toch een fout in die drie akkoorden sluipen, dan speurt hij die wel op."

HUMOR
'De spirit, de humor, de erotiek', zing je in 'Maan'. Twee van die elementen zitten in de muziek van The Scene. Maar waar is de humor gebleven die er vroeger nog wel was?
"Daar moeten we inderdaad wat aan doen. Er zit nog wel humor in, maar het is een heel bedekte soort. Hier en daar op deze plaat is het tongue-in-cheek, maar je ziet bij wijze van spreken de bobbel niet eens meer. 'Blauw' bijvoorbeeld, vond ik een heel geestig gegeven. Ik was stomverbaasd dat iedereen het heel serieus opvatte. De situatie die ten grondslag ligt aan het liedje is gewoon iemand die 's nachts dronken thuiskomt terwijl-ie beloofd had er om elf uur te zijn. Als ik zo iemand over straat zie lopen, lig ik in een deuk. Maar je moet ook niet bang zijn ernstig te zijn, toch? Als het te grappig wordt, krijgt het automatisch ook iets vrijblijvends. Dat vind ik een beetje slap. Het is ook wel lastig, omdat je wel een beetje die richting uitgeduwd wordt als je zoals wij hier in België steeds grotere optredens begint te doen. Maar ook al ga je die kant uit, het zal onvermijdelijk een keer gebeuren dat we daar het mes in moeten zetten."

In die zin was Torhout/Werchter ook een beetje een bevestiging van The Scene als serieuze band.
"Dat waren de mooiste optredens die ik ooit gedaan heb. Maar inderdaad, bij dat soort festivals word je heel erg die kant uitgeduwd. Je kunt daar niet een cabaretvoorstelling geven. Op dat soort optredens vind ik het het mooist als mensen niet bang zijn een heel klein dingetje te doen. Sinead O'Connor die in haar eentje met haar akoestische gitaar het hele veld stil krijgt. Dat gaat door merg en been. Weet je, op Torhout/Werchter kwam Dave Stewart naar Emilie toe om te zeggen dat-ie ons zo fantastisch vond. Dat had ik van hem niet verwacht. Zo'n dingen geven je een enorme kick."

Is er een specifieke reden waarom 'Open' de titel van de CD geworden is?
"Het gaat een beetje om de performance. Ik zit altijd te loeren naar mensen die ik beter vind dan mezelf, en liefst de allerbesten. En je ziet bij de allerbeste performers dat ze goed zijn omdat ze elke keer weer proberen het dieper uit zichzelf te halen, wat ze over het voetlicht brengen. En dat ze op die manier in veel gevallen langzaam richting gek worden wandelen. Als je zoiets ziet, weet je ook dat het zo moet. Dat het niet anders kan, en daar slaat 'open' op. Open en nog meer open en nóg meer open. Het slopen van de façade. Niet dat ze meteen in één-twee-drie gek worden. Maar het is een proces dat je bij performers ziet gebeuren. Ze beginnen iets, het is fris van de lever, het heeft succes en dan willen ze het beter doen. Dan komen ze op dat traject uit: ik moet meer uit mezelf halen en dan, hetzelfde verhaal, ik moet m'n façade slopen. Maar ze komen langs een weg die ik nog niet helemaal snap op een punt terecht dat ze zichzelf beginnen te haten. Ik vermoed dat dat komt omdat je het nooit goed genoeg doet, als je op dat traject zit. Hoe opener je bent, hoe meer je jezelf openbreekt, hoe valser het er gaat uitzien. Nee, makkelijk is het niet, dit vak." «


[Media]